Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kabinetsreactie op de Natuurbalans 2008


12 september 2008 - kamerstuk

Kamerbrief over de natuurbalans 2008 met een reactie van het kabinet. Het kabinet blijft zoeken en streven naar de balans tussen menselijke activiteiten en ruimte voor biodiversiteit en landschap.

Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Natuur
Willem Witsenplein 6
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
DN. 2008/2774 12 september 2008
Kabinetsreactie op de natuurbalans 2008

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen

D i rectie Natuur

Geachte Voorzitter,

Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft onlangs de Natuurbalans 2008 opgesteld. Hierbij bied ik u de Natuurbalans aan. De wettelijke verplichting voor de Natuurbalans is vervat in artikel 9a, lid 2 van de Natuurbeschermingswet. Conform deze verplichting, beschrijft de Natuurbalans jaarlijks, mede in het licht van in eerdere rapporten beschreven ontwikkelingen, de stand van zaken in de uitvoering van het natuur- en landschapsbeleid, de voortgang ervan, en nieuwe ontwikkelingen.
Hierbij geef ik u de reactie van het kabinet op de Natuurbalans 2008 en het daarin opgenomen themadeel 'natte natuur'. Ik geef eerst enige algemene noties over biodiversiteit en landschap, en de ambities van het beleid. Daarna volg ik de Natuurbalans op hoofdlijnen en ga ik achtereenvolgens in op de onderdelen biodiversiteit (natuur), landschap, en het thema 'natte natuur', dat wil zeggen, biodiversiteit van respectievelijk zoet en zout water.

A: Biodiversiteit en landschap (algemeen)
Het kabinet onderstreept dat er in ons land een voortdurende noodzaak bestaat voor het zoeken naar balans tussen activiteiten van mensen enerzijds en ruimte voor biodiversiteit en landschap anderzijds. Nederland behoort tot de dichtst bevolkte landen ter wereld, met een intensief ruimtegebruik voor woningbouw, bedrijventerreinen en infrastructuur. Zo heeft Nederland de hoogste snelwegennetdichtheid van Europa1. Ook kent Nederland een hoog-productieve landbouw, waardoor meststoffen in het milieu komen en waarvoor verlaging van de grondwaterstand wordt gevraagd. Verder heeft de visserij effecten op vispopulaties en het zeemilieu. Nederland is ook handels- en transportland. De bewegingen die dat met zich meebrengt, maar ook het ongewenst verspreiden van dieren en planten in de natuur, bevorderen de vestiging van exotische soorten in ons land. Bovendien verandert het klimaat onder invloed van menselijke activiteiten wereldwijd.
1 Snelwegennetdichtheid: weglengte per oppervlak; bron: Ruimtelijk Planbureau (2004). Ruimtemonitor.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 september 2008 DN. 2008/2774 2

Al deze activiteiten veroorzaken druk op de van nature in ons land aanwezige biodiversiteit, op ons landschap, of op allebei. Tegelijk heeft het kabinet stevige ambities verwoord over het behoud en duurzaam gebruik van onze van nature aanwezige biodiversiteit. Daarnaast willen we een waardevol landschap. Het komt op voorhand dan ook niet onverwacht dat de Natuurbalans 2008 een deels kritisch beeld geeft van de toestand van biodiversiteit en landschap in ons land.
Het kabinet is zich bewust van de noodzaak om balans te blijven zoeken tussen enerzijds consumptie, productie en handel in eigen land en anderzijds de daarmee verbonden negatieve effecten ('voetafdruk'). Nederland heeft een hoog consumptieniveau en een nog steeds stijgend energiegebruik. Via productie- en handelsketens oefenen we in het buitenland druk uit op onder meer waterhuishouding en tropische biodiversiteit, en via onze visserij, op mariene biodiversiteit.
Nederland heeft afspraken uit het Biodiversiteitsverdrag (CBD) deels vertaald in het doel om in 2020 de condities van instandhouding voor alle in 1982 van nature in ons land voorkomende soorten zeker te hebben gesteld. Als EU-lidstaat onderschrijft Nederland bovendien het streven om per 2010 de achteruitgang van biodiversiteit te hebben gestopt. Bij dat laatste heeft het kabinet goede nota genomen van de zorg van de Europese Commissie dat lidstaten op zich hebben genomen om in 2010 het verlies van biodiversiteit te stoppen, maar dat het niet waarschijnlijk is dat deze doelstelling wordt gehaald. Het kabinet heeft eerder al uitgesproken de zorg van de Commissie ook voor Nederland te delen. De Natuurbalans 2008 spreekt inmiddels de concrete verwachting uit dat Nederland de EU-2010-doelstelling waarschijnlijk niet haalt. Ingegeven door de urgentie van het biodiversiteitsprobleem, heeft het kabinet in het nieuwe beleidsprogramma 'Biodiversiteit werkt: voor natuur, voor mensen, voor altijd' een aantal beleidsprioriteiten benoemd voor de komende periode (2008-2011).

Hoewel landschap relatief 'maakbaar' is en de beleving ervan deels persoonlijk, hebben aanleg en bouw van onder meer infrastructuur, woningen, bedrijventerreinen, intensieve landbouwbedrijven en windturbines geleid tot landschappen die volgens velen esthetisch te wensen overlaten ('verrommeling'). Ook liggen er onbenutte kansen om met een aantrekkelijker inrichting of beheer van het landschap tevens gunstiger omstandigheden voor biodiversiteit te creëren. Zoals de Natuurbalans 2008 constateert, zetten de huidige ruimtelijke ontwikkelingen de bestaande doelstellingen voor algemene landschapskwaliteit en Nationale Landschappen onder druk. Het kabinet werkt dan ook aan de Agenda Landschap, die aanvullende beleidsvoornemens zal bevatten. Het kabinet werkt hiervoor intensief samen met andere bestuurslagen. Daarbij is de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden onder meer verwoord in de Nota Ruimte. Deze verdeling wordt nader ingevuld in bestuurlijke afspraken (Samenwerkingsagenda 'Mooi Nederland'), de AMvB 'Ruimte', en de Agenda Landschap. Verder brengt de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten in 2008 voor het eerst de Erfgoedbalans uit. Deze behandelt naast het archeologische, gebouwde, stedenbouwkundige erfgoed, ook de staat van het cultuurhistorische landschap.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 september 2008 DN. 2008/2774 3

B: Biodiversiteit
Biodiversiteit
Zoals aangegeven, heeft het kabinet in het nieuwe beleidsprogramma 'Biodiversiteit werkt: voor natuur, voor mensen, voor altijd' een aantal beleidsprioriteiten benoemd voor de komende periode (2008-2011). Deze vijf inhoudelijke prioriteiten gaan over behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit binnen en buiten Nederland: (1) 'Handelsketens en biodiversiteit': verduurzaming van handel in hout, soja, palmolie, biomassa en veen;
(2) 'Betalen voor biodiversiteit': het creëren van betalingsmechanismen voor biodiversiteit ('de gebruiker betaalt');
(3) 'Biodiversiteit werkt': het actiever benutten van ecosysteemdiensten, onder meer in de landbouw;
(4) 'Ecologische netwerken': het creëren van ecologische netwerken in binnen- en buitenland;
(5) Mariene biodiversiteit: behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit van zeeën en oceanen.
Daarnaast zijn drie prioriteiten benoemd ter ondersteuning hiervan: 'nieuwe coalities voor biodiversiteit', 'kennis voor biodiversiteit' en 'communicatie voor biodiversiteit'. Omdat waarden en functies van biodiversiteit nog onvoldoende bekend zijn en omdat veel van de biodiversiteit zich aan onze dagelijkse waarneming onttrekt, vindt het kabinet het belangrijk dat bij de uitvoering van het beleidsprogramma de biodiversiteit en de waarden en functies van biodiversiteit zichtbaarder worden. Omdat de acties van het beleidsprogramma zich vooral richten op de periode 2008-2011, zal ook een taskforce 'Biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen' worden ingesteld voor het ontwikkelen van een langeretermijnvisie. De taskforce moet ondertussen het kabinet van concrete en implementeerbare suggesties voorzien voor nadere maatregelen voor behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit voor de langere termijn.

Ecologische netwerken
De Ecologische Hoofdstructuur (EHS), waarvan ook Natura 2000-gebieden en robuuste verbindingen deel uitmaken, is de ruggengraat van het natuurbeleid en is ook één van de prioriteiten van het nieuwe beleidsprogramma over biodiversiteit. De Natuurbalans constateert dat door de realisatie van de EHS de oppervlakte natuur toeneemt. Wel constateert de Natuurbalans nu een afvlakking van het tempo van realisering van de hectaredoelstellingen. De ambitie van het kabinet blijft om de EHS in 2018 gereed te hebben met een totale oppervlakte van 728.500 hectare. Terreinbeherende organisaties hebben hierin een belangrijke rol, maar ook zijn er taakstellingen voor agrarisch natuurbeheer (97.685 hectare in de EHS) en particulier beheer (ruim 42.000 hectare van de taakstelling nieuwe natuur).
Prestatieafspraken over realisatie van EHS-taakstellingen zijn voor een belangrijk deel vastgelegd in overeenkomsten tussen rijk en provincies over het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Het kabinet heeft grote aandacht voor de realisatie van de EHS, maar ziet nog geen aanleiding voor verlenging van termijnen of herijking van doelen of inzet, zoals de Natuurbalans suggereert.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 september 2008 DN. 2008/2774 4

Het ILG is pas vorig jaar van start gegaan en moet nu goed op gang komen. Na eerdere kanttekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving en de Algemene Rekenkamer bij de planologische doorwerking van de EHS is een discussie met provincies en andere belanghebbenden gestart over de verbetering daarvan op punten als eenduidigheid van begrenzingen en ecologische effectiviteit. Naast deze inhoudelijke discussie wordt via de AMvB 'Ruimte' de planologische doorwerking van nationale doelen uit de Nota Ruimte voor de EHS zeker gesteld. Dat gebeurt in samenhang met de Agenda Vitaal Platteland en de komende Agenda Landschap.
Het EHS-beleid kent voortgang. Dat biedt ook ruimte om te kijken naar eventuele aanpassingen van de EHS-begrenzing, als dat de kwaliteit en kosteneffectiviteit van de realisatie van EHS ten goede zou komen, of de ruimtelijke samenhang van de EHS. De in 2007 vastgestelde 'Spelregels EHS' beschrijven voorwaarden voor herbegrenzingen van de EHS. Bovendien worden dit jaar pilotstudies opgezet om te bekijken hoe, door slimmere begrenzing en inrichting, de EHS robuuster kan worden gemaakt, ook met het oog op de bijdrage van de EHS aan waterbeheer en klimaat-adaptatie. Ten slotte zal een vergroting van de effectiviteit van het weidevogelbeheer plaatsvinden in het kader van de omvorming van het agrarisch natuurbeheer. Het opvangbeleid voor ganzen wordt gecontinueerd, waarbij de inpasbaarheid van de opvangpakketten wordt verbeterd. Met deze inzet verwacht ik een aanzienlijk deel te hebben gerealiseerd van de in de Natuurbalans als wenselijk beoordeelde intensivering en optimalisatie in het EHS-beleid. Bij de 'Midterm review' van het ILG zullen eventueel wenselijke wijzigingen van de ILGbestuursovereenkomsten worden besproken. Daarbij kan een ook diepgaander afweging van kosteneffectiviteit van specifieke te bereiken doelen een plaats krijgen. De Natura 2000-gebieden zijn grotendeels onderdeel van de EHS. In Natura 2000-gebieden staat behoud van de biodiversiteit centraal waaraan op Europese schaal bijzondere waarde wordt gehecht. Dat gebeurt door instandhoudingsmaatregelen voor specifieke habitattypen en soorten, zoals vastgelegd in Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Met de aanwijzing van in totaal 162 Natura 2000-gebieden levert Nederland haar bijdrage aan een coherent Europees ecologisch netwerk. Het proces van aanwijzing van Natura 2000- gebieden is nu in volle gang. Inmiddels zijn 118 gebieden (waaronder zeven in het Waddengebied) in procedure gebracht. Drie gebieden zijn inmiddels definitief aangewezen, te weten 'de Voordelta', 'Voornes duin' en 'Duinen-Goeree & Kwade Hoek'. Als onderdeel van de implementatie van Natura 2000 wordt hard gewerkt aan het opstellen van Natura 2000-beheerplannen. Dat is ook nodig want 88% van de beschermde habitats verkeert nog in een ongunstige staat van instandhouding. Maatregelenpakketten in Natura 2000-beheerplannen moeten op termijn bijdragen aan een staat van instandhouding die wel gunstig is. Zo zal er aandacht zijn voor depositie van ammoniak in daarvoor gevoelige natuurgebieden. Mede daartoe is de taskforce 'Stikstof/ ammoniak in relatie tot Natura 2000' ingesteld. Daarnaast wordt het ammoniakprobleem ook via het spoor van het generieke milieubeleid (NEC-plafonds) aangepakt. Ook vraagt verdroging aandacht.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 september 2008 DN. 2008/2774 5

In het kader van het ILG zijn per 2007 middelen beschikbaar gesteld en afspraken gemaakt voor verbetering van milieucondities van de EHS en Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden. Dit geeft een belangrijke impuls aan het gebiedsgericht verminderen van verdroging, maar ook van verzuring en vermesting van natuurgebieden. Bij het opstellen van beheerplannen is een goede samenwerking tussen alle betrokkenen cruciaal. De beheerplannen gaan immers behalve over natuurbeheer, ook over de mensen in de gebieden, en over hoe we met tal van activiteiten in en rondom de gebieden omgaan. Daarnaast hecht het kabinet eraan dat aan direct betrokkenen snel duidelijkheid kan worden gegeven over de concrete effecten en mogelijkheden van Natura 2000. In aanvulling op de realisatie van ecologische netwerken zijn voor een aantal waardevol geachte specifieke soorten aanvullende instandhoudingsmaatregelen gewenst. Daartoe zet ik in op de leefgebiedenbenadering, zoals ik de Kamer in oktober 2007 heb toegelicht. Daarnaast vormt ook de vestiging van soorten van exotische herkomst een groeiend probleem voor de biodiversiteit. Zoals ik de Kamer in december 2007 al heb gemeld, is mijn beleid voor invasieve exoten vooral gericht op preventie van de vestiging van nieuwe, schadelijke soorten. Mijn ministerie zal zich in samenwerking met (internationale) onderzoeksinstellingen inzetten om exoten tijdig te signaleren en door middel van risicoanalyse te beoordelen hoe schadelijk de soort is, teneinde maatregelen te kunnen nemen.

Natuur in de samenleving
Naast een ecologische visie is met de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' (2000) de lijn ingezet dat het natuurbeleid wordt gerelateerd aan maatschappelijke wensen. Nederlanders vinden natuur niet alleen belangrijk vanwege ecologische motieven, maar ook vanwege ethische motieven (rentmeesterschap) en gebruiksmotieven (onder andere recreatie). Ik vind het onverminderd van belang dat de relatie tussen natuur en samenleving een plek heeft. Met een programma als 'Groen en de Stad' wordt recht gedaan aan de maatschappelijke betekenis van natuur in de directe leefomgeving van mensen. Ook steek ik veel energie in de doelgroep jeugd en daarmee in de toekomst. Natuurbeleid is immers vooral een kwestie van de lange termijn.

C: Landschap
'Agenda Landschap'
Ontwikkelingen in het landschap, als verstedelijking, de aanleg van infrastructuur en bedrijventerreinen, en schaalvergroting van de landbouw, leiden tot afname van de landschapskwaliteit. Burgers zijn hier bezorgd over en doelstellingen uit de Nota Ruimte voor generieke landschapskwaliteit en Nationale Landschappen komen hiermee onder druk te staan. De Natuurbalans geeft aan dat er onduidelijkheid is over de concrete beleidsdoelen van het Rjk voor behoud en ontwikkeling van de basiskwaliteit van het landschap. Die onduidelijkheid wil ik wegnemen met de 'Agenda Landschap', die in het najaar zal verschijnen. In de 'Agenda Landschap' streef ik naar een duidelijker uitwerking van het rijksbeleid voor het landschap uit de Nota Ruimte en een grote gezamenlijke ambitie van zowel overheden als burgers en bedrijfsleven.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 september 2008 DN. 2008/2774 6

Investeren in landschap
'Investeren in het Nederlandse landschap; Opbrengst: geluk en euro's'. Dat is de titel van de boodschap van de maatschappelijke kosten-batenanalyse 'Landschap' die wordt onderschreven in de Natuurbalans. Om daadwerkelijke investeringen in landschapswaliteit tot stand te brengen worden twee vervolgstappen in gang gezet: de taskforce 'Financiering landschap Nederland' en het benoemen van vier 'Voorbeeldgebieden investeren in landschap'. De opgave voor een duurzame financiering is een belangrijk onderdeel van de 'Agenda Landschap'.
De taskforce onder voorzitterschap van de heer Rinnooy Kan is in juni dit jaar gestart en komt dit najaar met een advies over financieringsconstructies voor landschap. Dit zal zoveel mogelijk worden meegenomen in de 'Agenda Landschap'. In maart van dit jaar heb ik vier voorbeeldgebieden benoemd, te weten het 'Binnenveld', 'Amstelland', 'het Groene Woud' en 'de Ooijpolder'. In deze gebieden zullen de komende drie jaar de conclusies uit de MKBA in de praktijk worden getest en zal met innovatieve financieringsconstructies worden gestreefd naar een brede maatschappelijke financiering. Mijn ministerie van LNV speelt in dit proces een stimulerende en faciliterende rol.

Waardering van landschap
Ondanks de geconstateerde afname van de landschapskwaliteit blijkt de Nederlander zich betrokken te voelen bij het landschap en krijgt landschap gemiddeld een rapportcijfer 7,3. Dat verheugt mij. Tevens blijkt dat Nationale Landschappen gemiddeld nog hoger gewaardeerd worden. Dit rechtvaardigt de bijzondere aandacht die deze gebieden van het Rjk krijgen. Tevens blijken besloten landschappen meer te worden gewaardeerd dan open landschappen. Voor beide typen landschap heb ik echter verantwoordelijkheid. Ook open landschappen worden gewaardeerd en deze zijn bovendien internationaal gezien zeldzaam en typerend voor de verhouding van Nederlanders met het water.

Ruimtelijke bescherming van landschap
Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) ingegaan. Dit betekent dat het Rjk voortaan vooraf moet aangeven welke ruimtelijke normen van nationaal belang uitgewerkt moeten worden in de gemeentelijke bestemmingsplannen (centraal wat moet). Dit kan door direct eisen te stellen aan de bestemmingsplannen (door middel van een rijksinpassingsplan), of door het stellen van algemene regels. In dit laatste geval kan het Rjk er ook voor kiezen de opdracht te geven aan provincies om eisen te stellen aan de bestemmingsplannen door middel van een provinciale verordening. Samen met de minister van VROM zal ik de ruimtelijke doorwerking van de landschapsdoelen uit de Nota Ruimte borgen in de AMvB 'Ruimte'. De mogelijke risico's die in de periode tussen de inwerkingtreding van de Wro en de AMvB optreden worden in een overgangsregeling opgevangen. Dit is opgenomen in het document 'Realisatie nationaal ruimtelijk beleid onder de nieuwe Wro'.

'Recreatie om de stad'
In de Natuurbalans wordt er terecht op gewezen dat de realisatie van de taakstelling voor 'Recreatie om de stad' (RodS) mogelijk niet in 2013 wordt bereikt.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 september 2008 DN. 2008/2774 7

In overleg met betrokken partijen heb ik een tussenevaluatie uitgevoerd naar de oorzaken van de trage voortgang en heb ik afspraken met de provincies gemaakt om te komen tot een versnelling. Zo wordt gezamenlijk met de provincies een impulsprogramma opgezet om de knelpunten bij de afzonderlijke RodS-projecten op te lossen. Tevens heb ik met de Rods-provincies afgesproken dat ook particulier beheer kan bijdragen aan realisatie van RodS-taakstellingen voor 2013. Verder is samen met de provincies een nieuwe tekst van het RodS-beleidskader vastgesteld om de mogelijkheden voor exploitatie bij inrichting en beheer beter te benutten. Tot slot heb ik met de provincies concrete afspraken gemaakt over de financieringsverdeling van het beheer van RodS.

'Landelijke routenetwerken'
Ten aanzien van de 'Landelijke routenetwerken' heeft mijn ministerie een nulmeting uitgevoerd naar de knelpunten voor wandelen en fietsen in de 'Landelijke routeneterken'. Uit een eerste doorrekening van de kosten blijkt dat de huidige ambitie om alle knelunten in 2013 op te lossen niet kan worden gehaald. In overleg met de provincies worden afspraken voorbereid om in het kader van de ILG-bestuursovereenkomsten binnen het beschikbare ILG-budget van Rjk en provincies de belangrijkste knelpunten op te lossen.

D: 'Natte natuur' in zoet water
Kaderrichtlijn Water, Ecologische Hoofdstructuur en Natura 2000 Naar aanleiding van de 'Ex Ante Evaluatie Kaderrichtlijn Water' van het Planbureau voor de Leefomgeving heeft de saatssecretaris van Verkeer en Waterstaat tijdens het AO van 19 juni jl. met de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het beleid aangaande de Kaderrichtlijn Water (KRW) toegelicht. Ik verwacht veel van de positieve impuls die de KRW zal geven aan verbetering van milieucondities in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Natura 2000-gebieden. De KRW beoogt de (ecologische) kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa in de periode 2015-2027 op orde te krijgen. De ex ante-evaluatie laat zien dat een belangrijke stap voorwaarts wordt gezet naar realisatie van de doelen van de KRW: het percentage waterlichamen dat ecologisch 'goed' scoort neemt naar verwachting toe van 5% nu naar 40-60% in 2027. Daarnaast komt nog eens 30% in de eerstvolgende kwaliteitsklasse 'matig'. De ex ante-evaluatie laat ook zien dat volledige realisatie van de KRW-doelen met de voorgenomen inzet niet mogelijk is. De ex ante-evaluatie kent diverse onzekerheden, onder andere vanwege gebrek aan kennis over de effectiviteit van nu voorgestelde maatregelen en mogelijke extra maatregelen. Daarom bevatten de KRW-maatregelenpakketten een groot aantal onderzoeksmaatregelen en stelt het kabinet ¤ 75 miljoen beschikbaar voor het stimuleren van innovaties om hardnekkige knelpunten op te lossen, zoals ook de minister van VROM heeft gemeld in de brief bij het 'Uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging' (2007). Het kabinet zet in op een stapsgewijze uitvoering van de KRW tot en met 2027. In 2021 zal worden bepaald of en in welke mate bepaalde doelstellingen moeten worden bijgesteld. De ministeries LNV, VenW en VROM hebben de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan de afstemming tussen het beleid voor de KRW en voor Natura 2000. Met de eerste generatie stroomgebiedbeheerplannen worden in de periode 2009-2015 de watercondities in 18 van de 30 zogenaamde sense-of-urgency-gebieden (Natura 2000-gebieden) op orde gebracht; dat is 60%.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 september 2008 DN. 2008/2774 8

Voor de overige 12 gebieden is het niet realistisch nog aanvullende maatregelen op te nemen in de Stroomgebiedbeheersplannen 2010-2015. Voor de gebieden waarvoor de eerste generatie Stroomgebiedbeheerplannen de watercondities voor natuur niet op orde kan brengen, zal worden bezien of de knelpunten in de Natura 2000-beheerplannen dan wel in de tweede generatie Stroomgebiedbeheerplannen kunnen worden opgelost. Naast deze speciale aandacht voor de Natura 2000-gebieden zal er ook aandacht moeten worden besteed aan de watercondities van EHS-gebieden buiten Natura 2000-gebieden.

Rivier en veiligheid
De Natuurbalans constateert dat het rivierengebied van groot belang is voor het instandhouden van Natura 2000-habitattypen als 'stroomdalgrasland' en 'hardhoutooibos'. Een opgave is om de realisatie van projecten die nu in uitvoering zijn, zoals de 'Nadere uitwerking voor het rivierengebied' (NURG) en 'Ruimte voor de rivier', waar mogelijk positief te laten uitwerken voor deze twee habitattypen, maar ook voor andere habitattypen. De provincie Gelderland is initiatiefnemer voor het koepelplan 'Natura 2000 Rijntakken' waarin op het schaalniveau van het gehele rivierengebied richting wordt gegeven aan de wijze waarop veiligheid, KRW, EHS en Natura 2000 worden afgestemd. Dit koepelbeheerplan is sturend voor de afzonderlijke beheerplannen.

E: 'Natte natuur' in zout water
Noordzee en Waddenzee

Als belangrijke stappen voor het bereiken van de doelen van het natuurbeleid in de Waddenzee en Noordzee noemt de Natuurbalans verduurzaming van de visserij, verbetering van de waterkwaliteit en herstel van de natuurlijke dynamiek. De Noordzee wordt intensief gebruikt voor diverse functies, zoals visserij, energieopwekking en transport. Het versterken van de natuurfunctie moet dan ook plaatsvinden vanuit een integrale aanpak, waarbij natuur-, visserij- en andere belangen zorgvuldig tegen elkaar worden afgewogen. Zo loopt momenteel het project Ruimtelijk Perspectief Noordzee. De focus ligt daarbij, met inachtneming van de in het geding zijnde ecologische waarden, op de ruimtelijke afweging tussen visserij, zandwinning, scheepvaart, mijnbouw, windturbineparken en andere mogelijke innovatieve projecten op zee. Het Ruimtelijk Perspectief Noordzee zal beleidsmatig worden verankerd in de structuurvisie van het Nationaal Waterplan, die de Nota Ruimte met betrekking tot het Noordzeebeleid zal herzien.

De Natuurbalans pleit voor een betere afstemming tussen natuur- en visserijbeleid, en een integrale visie op zeevisserij in natuurgebieden. In feite zijn de verschillende departementen al intensief aan de slag met deze afstemming en met de uitwerking van beleid voor natuurgebieden op zee.
Ik hecht veel waarde aan het vormgeven van beschermde natuurgebieden op de Noordzee. Dit vloeit ook voort uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 september 2008 DN. 2008/2774 9

Zoals aangegeven in het nieuwe beleidsprogramma over biodiversiteit, zal het kabinet uiterlijk in 2009 gebieden met een bijzonder belang voor biodiversiteit aanwijzen en beschermen. In het Integraal Beheerplan Noordzee 2015 (IBN 2015) zijn deze gebieden geïdentificeerd. Daarbij is van belang ecologische waarden van de gebieden te beschermen in combinatie met een verduurzaming van visserij en andere gebruiksfuncties, zodat vorm wordt gegeven aan de integrale visie waarvoor de Natuurbalans pleit.
Op 5 juni jl. heb ik een convenant getekend met de kottersector, het Productschap Vis, het Wereld Natuur Fonds en Stichting De Noordzee om, ook in overleg met het maatschappelijk middenveld, de afstemming tussen visserijbeleid en natuurbeleid te verbeteren. De middelen van het Europese Visserijfonds zullen voornamelijk worden ingezet voor het bevorderen van vernieuwing en verduurzaming in de visserij. Dit zal de komende jaren in beslag nemen. Daarnaast is het belangrijk te vermelden dat de omvang en capaciteit van de Nederlandse vloot de afgelopen jaren mede door sanering is gereduceerd. Bovendien schakelen vissers over van boomkorvisserij op oliebesparende vismethoden als twin-rig en flyshooting. Met deze vistuigen wordt de bodem minder beroerd. Verder wordt de pulskor gezien als een goed alternatief voor de traditionele boomkor. De International Council for the Exploration of the Sea (ICES) zal overigens nog definitief advies uitbrengen over deze visserijmethode.

De Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) is op 15 juli 2008 in werking getreden en beoogt een goede milieutoestand op zee te bewerkstelligen in 2020, waarbij bescherming van het mariene milieu op de Noordzee in balans is met duurzaam gebruik op zee. Mariene beschermde gebieden leveren ook een bijdrage aan een goede milieutoestand en krijgen een plek in de maatregelenprogramma's die in 2015 gereed moeten zijn. De KRM bevordert integratie en coherentie op diverse beleidsterreinen als natuurontwikkeling, visserij en duurzame economische ontwikkeling en biedt daarmee een goed integraal kader voor alle activiteiten op zee.
Voor de Waddenzee wordt gewerkt aan de verduurzaming van de mosselvisserij. Hiervoor is, in het verlengde van een uitspraak van de Raad van State over de voorjaarsvisserij 2006, samen met de visserijsector en de natuur- en milieuorganisaties een traject ingezet. Onderdeel van dit traject is de verdere opschaling van de experimenten voor mosselzaadinvanginstallaties. Parallel aan de verduurzaming van de mosselvisserij wordt gewerkt aan het samenstellen van een 'natuurherstelprogramma'. Als basis dienen onder meer de behoud- en herstelopgaven van het Natura 2000-beheerplan, de maatregelen vanuit de KRW, het regionaal Beheer- en Ontwikkelingsplan en de ideeën vanuit de natuurorganisaties en wetenschappelijke instituten zoals geformuleerd in onder meer 'Het tij gekeerd'. Dit 'herstelprogramma' zal mede de basis vormen voor een meer programmatische sturing van de gelden uit het Waddenfonds. Ook voor de Waddenzee is de KRW een belangrijke impuls voor het verbeteren van de waterkwaliteit. In de uitwerking zijn onder meer maatregelen opgenomen voor het verbeteren van de kwaliteit van de kwelders, het opnieuw ontwikkelen van zeegrasvelden en herstel van mosselbanken, naast maatregelen voor het verbeteren van de waterkwaliteit.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 september 2008 DN. 2008/2774 10

Deltawateren
De Deltawateren vormen een zoet-zout-overgang van grote internationale ecologische waarde. De Natuurbalans geeft aan dat de stappen die zijn gezet om de natuurlijke dynamiek te herstellen perspectief bieden voor natuur en veiligheid. De natuurgebieden van de Deltawateren zijn onderdeel van de EHS en worden ook als Natura 2000-gebieden aangewezen. Op basis van de Natura 2000-aanwijzingsbesluiten voor de afzonderlijke wateren wordt onder leiding van Rijkswaterstaat een beheerplan voor de Deltawateren voorbereid, dat in 2009 gereed zal zijn. Het beheerplan voor de Voordelta loopt daarop vooruit vanwege de realisering van de Tweede Maasvlakte. Ondertussen zijn er veel initiatieven in voorbereiding om voor de afzonderlijke Deltawateren de lokale water- en milieuproblemen aan te pakken. Ik vind samenhang tussen al deze initiatieven van groot belang. Die afstemming vindt plaats in de Deltaraad, waarin de provincies samen met de departementen van LNV, VenW en VROM werken aan een uitvoeringsprogramma voor de verdere ontwikkeling van de gehele Zuidwestelijke Delta. Het advies van de Deltacommissie, gericht op de bescherming van de Nederlandse kust en het achterland op de lange termijn, zal daaraan naar verwachting een belangrijke bijdrage leveren.

Atlantische en Stille Oceaan
Buiten Nederlandse wateren zijn op de Atlantische en Stille Oceaan visserschepen onder Nederlandse vlag actief. Visserij vindt daar plaats binnen kaders van Regionale Visserijmanagement- organisaties (RFMO's) of bilaterale visserijakkoorden tussen de EU en betrokken landen. Uitgangspunt is steeds om vispopulaties duurzaam te bevissen en schade aan mariene ecosystemen te voorkomen. Op dit punt streeft het nieuwe beleidsprogramma over biodiversiteit implementatie na van behoud van mariene biodiversiteit en van visserij als gelijkwaardig uitgangspunt in het beheer door RFMO's. Ook streeft het programma de totstandkoming van regionaal visserijonderzoek en beheer in West-Afrika na. Samen met het bedrijfsleven is vooruitlopend op een nader internationaal overeen te komen onderzoeksprogramma een beperkt waarnemers- en onderzoeksprogramma gestart.

F: Tot slot
Het kabinet blijft zoeken en streven naar balans tussen menselijke activiteiten enerzijds en ruimte voor biodiversiteit en landschap anderzijds. De Natuurbalans is een graadmeter voor de gesteldheid van de biodiversiteit. Biodiversiteit is immers van levensbelang, zowel op land als op zee, en zowel binnen als buiten Nederland. Van dieren, planten en andere organismen kunnen we niet alleen genieten, maar ze leveren ook vitale grondstoffen en ze vervullen vitale ecosysteemdiensten. Daarnaast is een esthetisch waardevol landschap onontbeerlijk voor ons welzijn. Het zoeken naar deze balans vraagt juist in Nederland, dat een van de dichtstbevolkte landen ter wereld is, voortdurende aandacht.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

12 september 2008 DN. 2008/2774 11

Tegelijkertijd is balans nodig tussen onze activiteiten hier en de 'ecologische voetafdruk' daarvan in het buitenland. Het is daarom goed dat de Natuurbalans het kabinet op deze punten scherp houdt.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg