Reactie op artikel in NRC 'De aidsepidemie in Afrika is bedrog' 07 oktober 2008, Den Haag - Op 13 september 2008 stond op de website van het NRC het artikel 'De aidsepidemie in Afrika is bedrog'. De schrijver van het artikel, dr. Christian Fiala, betoogt hierin dat het aantal slachtoffers van aids wordt overdreven omdat meer slachtoffers voor aidsresearch en voor organisaties als UNAIDS meer geld opleveren.

Reacties op het betoog van Fiala bleven niet uit. Unicef Nederland, Save the Children, Plan Nederland en World Vision stuurden een gezamenlijke brief naar het NRC. De integrale tekst van deze brief kunt u hieronder lezen.

De aids-epidemie in Afrika: een leugentje om bestwil? In Opinie & Debat (zaterdag 13 en zondag 14 september 2008) betoogt dr. Christian Fiala dat de aidscijfers in Afrika doelbewust overdreven zijn. De aidsepidemie is bedrog. Als organisaties die zich hardmaken in de strijd tegen aids kunnen we alleen maar wensen dat dit waar is. De 33 miljoen mensen - waarvan miljoenen kinderen en jongeren - die met (de gevolgen van) hiv/aids leven, dromen ervan om van hun dokter te horen dat hun ziekte een leugentje om bestwil was. Helaas, voor hen zijn de meeste dromen bedrog.

Wij vinden het zeer ernstig dat in dit stuk voorbij wordt gegaan aan de enorme gevolgen die hiv en aids in de hele wereld hebben. Het is niet juist om deze gevolgen te bagatelliseren op basis van de veronderstelling dat wetenschappers het bestaan van de aidspandemie hebben overdreven. Hier willen wij onder de aandacht brengen wat hiv en aids voor miljoenen kinderen en jongeren in Sub-Sahara Afrika betekent.

Voor de ongeveer 2,1 miljoen kinderen jonger dan 15 jaar met hiv en 5,4 miljoen jongeren tussen de 15 en 24 jaar die geïnfecteerd zijn, is aids een monster dat hen wakker houdt voor het slapen gaan. Hiv en aids zorgen voor een totale ontwrichting van de gemeenschappen waardoor het enorme ontwikkelingspotentieel in bijvoorbeeld Afrika volledig wordt ondermijnd. Naar schatting hebben 12,1 miljoen kinderen één of beide ouders verloren. Kinderen getroffen door aids zijn verstoken van opvoeding, opleiding en lopen gerede risico slachtoffer te worden van sociale uitbuiting en discriminatie. Mede door de impact van aids groeien kinderen op in een vicieuze cirkel van armoede, honger en onderontwikkeling. Hiv/aids treft juist de mensen in de kracht van hun leven, de mensen waar de samenleving op zou moeten draaien. Zij komen te overlijden.

Het is moeilijk om met precieze cijfers van het aantal hiv-infecties te komen. Schattingen van UNAIDS in Zuid-Afrika bijvoorbeeld, zijn gebaseerd op het testen van zwangere vrouwen die naar verloskundigenpraktijken komen en niet op een onderzoek onder de bevolking in het algemeen. Toch zijn daaruit wel conclusies te trekken over de omvang en de ernst van de situatie. Hoewel Mbeki, dankbaar gebruik makend van het soort redeneringen waarvan dr. Fiala zich bedient, de aidsepidemie lang glashard ontkende, is daar het aantal hiv-infecties schrikbarend gestegen van 74.000 naar 5,5 miljoen! Dit als gevolg van het bagatelliseren van het hiv- en aidsprobleem.

Een effectieve preventiecampagne zoals deze in Oeganda door de regering is geleid, kan slechts worden toegejuicht. De infectiegraad onder jongeren daalde hierdoor in korte tijd; aidspatiënten werden redelijk succesvol verzorgd en de introductie van aidsremmers voorkwam meer sterfgevallen. Dan is de grote aandacht voor hiv en aids dus goed geweest voor het terugdringen ervan en voor het nemen van preventieve maatregelen om verdere verspreiding te voorkomen. Een geweldig resultaat.

Vallen de schattingen van gerenommeerde organisaties als WHO en UNAIDS over de omvang van deze ramp kleiner uit, dan is dit voor iedereen heugelijk nieuws. Het zal kinderen - en jongeren - een zorg zijn of dit komt doordat een andere rekenmethode of definitie wordt gehanteerd.

Daarbij onderkennen wij dat er niet alleen geld naar hiv en aids moet. Een bredere aanpak is noodzakelijk waarin ook voor andere ernstige sociale en gezondheidsproblemen aandacht is. In een dergelijke benadering zouden kinderen - de generatie van de toekomst - voorop moeten staan. Er moet geïnvesteerd worden in arme kinderen en hun families: overal. Dit is investeren in de toekomst van een land. Met het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind in de hand onderschrijven wij het belang van investeringen in de gezondheidszorg. Want kinderen hebben rechten, onder meer op sociale zekerheid, onderwijs en gezondheidszorg. Laat dit het uitgangspunt zijn bij elk beleid dat kinderen helpt hun dromen te verwezenlijken.

Unicef Nederland, directeur Koos Mink Save the Children Nederland, directeur Holke Wierema Plan Nederland, directeur Tjipke Bergsma World Vision, directeur Oscar Pekelder

Lees het artikel van dr. Christian Fiala