NVZ Vereniging van Ziekenhuizen
Kwaliteitsverbeteringen rond operaties in Nederlandse ziekenhuizen
Op 10 oktober 2008 presenteert de Inspectie voor Gezondheidszorg haar
2e TOP-rapport (Toezicht Operatief Proces) over de peroperatieve
veiligheid. Ziekenhuizen en betrokken beroepsgroepen treffen extra
maatregelen.
De IGZ signaleert 3 categorieën tekortkomingen rond communicatie en
afstemming, infectiepreventie en de verantwoordelijkheid voor de
medische apparatuur. In essentie is de conclusie dat in de
peroperatieve fase de veiligheid voor de patiënt moet kunnen worden
vergroot. Daarnaast constateert de inspectie ook dat er over het
algemeen binnen de OK gewerkt wordt door zorgprofessionals die zich
met hart en ziel voor de patiënt inzetten en dat de zorg op een
aanvaardbaar niveau wordt uitgevoerd.
Proactieve maatregelen
Vooruitlopend op de presentatie van het TOP 2-rapport hebben de NVZ
vereniging van ziekenhuizen, de Nederlandse Vereniging voor
Anesthesiologie (NVA), de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVVH)
en de Orde van Medisch Specialisten reeds het initiatief genomen om,
in het verlengde van de preoperatieve richtlijn, de TOP 2-bevindingen
proactief op te pakken:
o Aansluiting bij de richtlijn `preoperatief proces' voor verbetering
van de overdracht en de communicatie.
o Aansluiting bij het veiligheidsprogramma `Voorkom schade, werk
veilig' voor de infectiepreventie.
o Een leidraad voor de verdeling van de verantwoordelijkheden rond
medisch apparatuur.
Tijdpad
Ziekenhuizen en beroepsgroepen constateren discrepantie in het door de
IGZ opgelegde tijdpad. Enerzijds moeten de ziekenhuizen veelal voor 1
januari 2009 plannen van aanpak opstellen en afspraken vastleggen,
terwijl anderzijds de brancheorganisaties, koepels en
wetenschappelijke verenigingen gevraagd wordt zorg te dragen voor
verdere ontwikkelingen van landelijke richtlijnen. Het spreekt vanzelf
dat dit laatste meer tijd in beslag neemt. Dit is vooral opvallend
omdat de inspectie aangeeft dat de ernst van het proces vraagt om
urgentie, de complexiteit van het probleem om zorgvuldigheid.
`Veranderingen van gedrag en cultuur vragen enige rust en vooral
vertrouwen en kosten tijd', zo laat de inspectie weten.
Richtlijn operatief traject
NVA, NVVH, NVZ en Orde zien het TOP 2-rapport als aanleiding om de
richtlijn preoperatief proces uit te breiden met het peroperatieve
traject. De tweede fase van deze richtlijn zal gebruik maken van de
SURPASS-checklist, gericht op informatieverzameling en -overdracht en
samenwerking tussen disciplines. Met deze SURPASS-checklist (SURgical
PAtient Safety System) wordt gedurende het gehele opnametraject
toezicht gehouden op de chirurgische patiënt. De multidisciplinaire
lijst is vooral gericht op transfermomenten. In de lijst is ook een
time-out procedure opgenomen voor de start van de operatie.
Belangrijker nog dan de ontwikkeling van de richtlijn is de
implementatie van de richtlijn in de dagelijkse praktijk. Daarom wordt
aan het ontwikkeltraject een implementatievoorstel gekoppeld.
Veiligheidsprogramma
In vijf jaar tijd wordt gestreefd naar een drastische verlaging van
het aantal postoperatieve wondinfecties (POWI's) in de ziekenhuizen.
Dit is een van de 10 thema's in het veiligheidsprogramma. Het
expertteam POWI heeft 13 operaties bij 6 verschillende specialismen
geselecteerd op basis van operaties die het meest frequent voorkomen
én de grootste spreiding in infecties laten zien. De interventies die
worden ingezet, komen voort uit beschikbare 'good practices', zoals
adequaat gebruik van profylactische antibiotica, preoperatieve
maatregelen zoals niet scheren en het gebruik van de
hygiënevoorschriften van de Werkgroep Infectie Preventie (WIP).
Leidraad verantwoordelijkheden medische apparatuur
De medische apparatuur waarmee wordt gewerkt is vaak een samenstel van
apparaten dat zeer nauw op elkaar dient te zijn afgestemd. Elk
ziekenhuis moet daarom een integraal apparatuurbeheersysteem hebben.
Verantwoordelijkheden moeten duidelijk zijn. De raad van bestuur is
eindverantwoordelijk voor onderhoud en beheer van de medisch
apparatuur. De gebruiker moet overzicht hebben van de aanwezige
apparatuur, de staat van onderhoud daarvan, de verantwoordelijkheden
kennen, afwijkingen rapporteren en bij gebruik een risicoafweging
maken als een afwijking is geconstateerd. Hiervoor wordt een concrete
leidraad opgesteld die een dezer dagen ter goedkeuring wordt
voorgelegd aan de wetenschappelijke verenigingen. De leidraad is
geschreven door afgevaardigden van NVA, NVVH, NVZ en Orde.
TOP 1
In 2007 verscheen het eerste gedeelte van het rapport Toezicht
Operatief Proces (TOP 1) van de IGZ. Dit gedeelte betrof het
preoperatieve traject waarin werd vastgesteld dat er veel verbeterd
kon worden, onder meer op het gebied van standaardisatie van
informatievoorziening, de overdracht van informatie, de samenwerking
tussen alle zorgverleners, de communicatie met de patiënt,
dossiervoering en verslaglegging. De Inspectie kwam tot de conclusie
dat de patiënt onvoldoende centraal staat.
Veldpartijen hebben in antwoord daarop de richtlijn `preoperatief
traject' ontwikkeld. In deze richtlijn is vastgelegd wat er in het
preoperatief proces geregeld dient te worden, welke informatie
preoperatief moet zijn uitgevraagd, gedeeld en/of worden vastgelegd om
de veiligheid van de patiënt op de OK en na de OK te bewaken. Centraal
in de richtlijn staat het regelen van en zichtbaar maken wie waarvoor
verantwoordelijk is. Inmiddels is de conceptrichtlijn beschikbaar. In
5 ziekenhuizen (Bernhoven Ziekenhuis Oss & Veghel, Elizabeth
ziekenhuis Tilburg, MC Leeuwarden, UMC St Radboud Nijmegen en Atrium
ziekenhuis Heerlen) worden patiënten gedurende de maanden september en
oktober 2008 volgens de richtlijn, met behulp van een speciaal
ontwikkelde digitale checklist, naar hun operatie begeleid. Na analyse
van de gegevens en evaluatie van deze praktijktest zal de richtlijn
worden aangepast en in december 2008 aan ZonMw worden aangeboden.
Hiermee wordt ook aan het gewenste tijdpad van IGZ voldaan. Met IGZ is
afgesproken dat de richtlijn na aanbieding eind 2008 nog enige ruimte
laat voor aanpassingen.
TOP 3
Na de IGZ-onderzoeken naar het pre- (TOP 1) en peroperatieve (TOP 2)
traject zal ook een rapport over het postoperatieve traject (TOP 3)
volgen. Aangezien ook dit rapport implicaties zal hebben voor de
werkwijze en afstemming rondom de operatiepatiënt, houden partijen
hiermee vast rekening in de maatregelen die zij treffen. Uiteindelijk
willen betrokken medisch specialisten een landelijke richtlijn
perioperatief proces ontwikkelen en implementeren met als doel de
veiligheid voor de operatiepatiënt in Nederland te optimaliseren.