Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid

Antwoord op Kamervraag over legbatterijeieren in scharreleisalade
10 oktober 2008 - kamerstuk

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 22 september 2008 2008Z02837/ VD. 2008/2010 10 oktober 2008 onderwerp 2080900520 bijlagen Kamervragen over legbatterijeieren in scharreleisalade
Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u het antwoord op de vraag van het Kamerlid Thieme (PvdD) over leg- batterijeieren in scharreleisalade.


1
Kent u het bericht "legbatterijei in scharreleisalade toegestaan"?

Ja.


2
Bent u van mening dat consumenten van scharreleisalade erop zouden moeten kunnen vertrouwen louter scharreleieren in deze salade aan te treffen, en zeker geen delen van batterijeieren? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze en termijn bent u voornemens consumenten deze zekerheid te bieden?

Ik ben van mening dat consumenten er te allen tijde op moeten kunnen vertrouwen dat louter scharreleieren in een scharreleisalade zijn verwerkt. De verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie bij het bedrijfsleven om de betrouwbaarheid van de eigen producten hoog te houden. Ook NGO's, consumenten en andere maatschappelijke partijen kunnen het bedrijfsleven hierop wijzen. Dat is ook in dit geval gebeurd. Uit de reactie van C1000 en Johma, die beide voor hun product bij de Reclame Code Commissie (RCC) waren aange- klaagd, blijkt dat men dit soort signalen serieus neemt. Ondanks het feit dat de Commissie niet vindt dat bij hun producten sprake is van een misleidende claim op de verpakking, hebben beide ondernemingen laten weten op korte termijn over te zullen schakelen naar scharreleisalade met 100% scharreleieren. Daarmee laat het bedrijfsleven zien dat men maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus neemt. Uiteraard juich ik deze stap van het bedrijfsleven toe. Het uitgangspunt is dat het bedrijfsleven zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van zijn producten (zelfregulering). De overheid zet zich, waar nodig, actief in voor regels voor etikettering (volksgezondheid en voedselveiligheid), maar in het algemeen geldt dat vrijwillige etikettering veel effectiever werkt. In dit geval heeft de RCC het etiket getoetst aan het Warenwetbesluit Etikettering van Levensmiddelen en er is geconstateerd dat het etiket voldoet aan de wettelijke eisen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 oktober 2008 VD. 2008/2010 2


3
Deelt u de mening dat, analoog aan bijvoorbeeld de regelgeving rond biologische producten, consumenten zekerheid moeten kunnen hebben omtrent het 100% voldoen aan het gevoerde keurmerk van het aangeschafte product? Zo neen, waarom niet?

Ik ben van mening dat consumenten zekerheid moeten kunnen hebben dat het aan- geschafte product voldoet aan datgene wat het etiket vermeldt. In dit geval gaat het niet om een keurmerk, zoals bij biologische producten die via regelgeving een beschermde status kennen. Ook voor tafeleieren gelden er wel regels met betrekking tot de herkomst (houderijsysteem). Zo geldt er in de Europese Unie een verplichte codering voor tafel- eieren die verwijst naar het houderijsysteem. Deze codering is niet verplicht voor eieren in samengestelde producten, zoals in eiersalades. In dat geval moet de consument kunnen vertrouwen op de informatie die op het etiket is vermeld. De VWA ziet erop toe dat bij deze etikettering geen sprake is van misleiding. Indien de benaming scharrelei wordt gebruikt bij de verkoop van een samengesteld product, dan moet de consument erop kunnen vertrouwen dat het hoofdingrediënt van het product bestaat uit eieren die van scharrelkippen afkomstig zijn. Dit is overeenkomstig de bepalingen in het Warenwet- besluit Etikettering Levensmiddelen die de RCC ook heeft toegepast bij de toetsing van de klacht van Wakker Dier.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --