4. Reactie rapport 'Het grote gevaar van de zorg'
Reactie rapport 'Het grote gevaar van de zorg'
Kamerstuk, 10 oktober 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA-CB-U-2878937
10 oktober 2008
De vaste Kamercommissie voor volksgezondheid heeft ons gevraagd om een
reactie op het rapport "Het grote gevaar van de zorg". Door middel van
deze brief geven wij invulling aan dit verzoek.
Het is van groot belang dat werknemers in de zorg hun werk goed kunnen
uitvoeren en dat arbeidsrisico's tot een minimum worden beperkt. In de
eerste plaats is dit van belang voor het goed kunnen uitoefenen van
het beroep en hiermee het leveren van goede zorg. Ook is het van
belang om het werkplezier en de aantrekkelijkheid van het werken in de
zorg op een hoog peil te houden, zeker in tijden van een krapper
wordende arbeidsmarkt. Met het laag houden van arbeidsrisico's wordt
ook uitval van personeel voorkomen. Om deze redenen hebben wij
besloten subsidie te verlenen voor dit onderzoek. Door een uitgebreide
inventarisatie te laten maken van de beschikbare maatregelen en
projecten op het terrein van het voorkomen van arbeidsrisico's, wordt
inzicht verschaft in wat er nu goed gaat en op welke punten er nog
verbeteringen mogelijk zijn. Bovendien kunnen op deze manier goede
voorbeelden op het terrein van het voorkomen van arbeidsrisico's
worden uitgewisseld.
De verantwoordelijkheid voor het bieden van goede
arbeidsomstandigheden ligt primair bij de werkgevers in de zorg. Het
onderzoek laat zien dat deze verantwoordelijkheid serieus wordt
genomen, gezien de vele maatregelen die er op het terrein van het
voorkomen van arbeidsrisico's in de verschillende zorgsectoren zijn.
De overheid heeft een verantwoordelijkheid vanuit het garanderen van
een kwalitatieve-, toegankelijke- en betaalbare zorg. Vanuit deze
verantwoordelijkheid zijn er vanuit de overheid ook diverse projecten
gericht op het voorkomen van tekorten op de arbeidsmarkt, waarbij
innovatie en inzetbaarheid van personeel maar ook fysieke belasting en
agressie betrokken worden. In deze brief zullen wij niet ingaan op
deze projecten. Voor een overzicht van deze projecten verwijzen wij u
naar onze brief van 24 september 2008 over het arbeidsmarktbeleid in
de zorgsector.
Het onderzoek laat een beeld zien hoe het is gesteld met de
blootstelling aan arbeidsrisico's en maatregelen voor de verschillende
zorgsectoren. Het onderzoek gaat in op de thema's fysieke belasting,
werkdruk, agressie en geweld, prikaccidenten en cytostatica. Op deze
thema's zullen wij nader ingaan.
Het werken in de zorg brengt met zich mee dat er ook vaak fysieke
inspanningen moeten worden geleverd. Vergeleken met ander sectoren is
de fysieke belasting in de zorg gemiddeld hoger. Het onderzoek laat
zien dat er om de blootstelling aan hoge fysieke belasting te
voorkomen zeer veel maatregelen mogelijk zijn. Het gebruik van
til-liften, hulpmiddelen om te bepalen of de fysieke belasting
toelaatbaar is, preventieprogramma's en richtlijnen zijn slechts een
greep uit de maatregelen die voorhanden zijn. Uiteraard is het van
groot belang dat deze maatregelen ook daadwerkelijk worden
geïmplementeerd. In veel gevallen gebeurt dit ook. Het project
`Ergocoaches' dat tot stand is gekomen door subsidiëring van het
ministerie van VWS en SZW draagt in belangrijke mate bij aan het
voorkomen van te grote fysieke belasting en richt zich op
daadwerkelijke implementatie bij zorginstellingen.
Mensen werken met plezier in de zorg, maar gezien de aard van het werk
kan het soms emotioneel ook zwaar zijn. Wij onderschrijven dat het van
belang is dat hieraan aandacht wordt besteed, zowel door directe
collega's als door het management. In het onderzoek wordt aangegeven
dat de werkdruk in de zorg gemiddeld hoger wordt ervaren dan in andere
sectoren. Er wordt echter niet ingegaan op de verschillen tussen
individuele instellingen en de verschillende goede voorbeelden die er
zijn om de werkdruk te verlichten. In het veld hebben wij gezien dat
er veel (innovatieve) initiatieven zijn gericht op het slim inzetten
van personeel en het anders organiseren van werk waardoor de werkdruk
kan dalen. Wij onderschrijven dan ook de aanbeveling van het onderzoek
om goede voorbeelden te verspreiden en naast bestaande maatregelen te
kijken naar nieuwe oplossingen om arbeidsrisico's omlaag te brengen.
In het Zorginnovatieplatform (Zip) krijgen de thema's inzetbaarheid
van personeel en arbeidsbesparende technologie prominent de aandacht
en worden goede voorbeelden actief verspreid. Hiernaast heeft VWS
verschillende pilots opgestart gericht op levensfasebewust
personeelsbeleid die ook een bijdrage leveren aan het verminderen van
de werkdruk.
Het is van groot belang dat werknemers in de zorg hun werk veilig
kunnen uitoefenen. Werknemers in de zorg kunnen te maken krijgen met
situaties waarin zij met agressie en heel soms met fysiek geweld
worden geconfronteerd. Agressie en geweld kunnen voortkomen uit het
werken met cliënten met bijvoorbeeld gedragsproblemen. Recente
gebeurtenissen laten ook zien dat er in uitzonderlijke gevallen ook
agressief wordt gereageerd tegen hulpverleners door omstanders,
bijvoorbeeld in de ambulancezorg. Agressie en geweld tegen
zorgverleners is in alle gevallen onacceptabel. Binnen de sectoren
zelf zijn veel instrumenten voorhanden voor het terugdringen van
agressie en geweld; het project Veiligezorg , specifieke trainingen,
het registreren van incidenten, de arbeidscatalogus agressie en geweld
etc. Ook het project Ergocoaches richt zich op het trainen van
medewerkers over hoe om te gaan met agressie. Op lokaal niveau zijn
vaak afspraken gemaakt tussen de verschillende betrokken partijen,
over hoe te handelen als er zich incidenten voordoen. Daarnaast is er
het programma Veilige Publieke Taak, dat onder regie wordt uitgevoerd
van het ministerie van BZK. Het programma kent een dadergerichte
aanpak en ondersteunt werkgevers door het aanbieden van instrumenten
en informatie, zodat werkgevers zelf een effectief veiligheidsbeleid
kunnen voeren. Het is hierbij van belang dat werkgevers altijd een
reactie geven naar de dader na een incident (informeel of
strafrechtelijk, afhankelijk van de ernst), het incident registreren
en de schade altijd verhalen op de dader. Training en nazorg zijn ook
belangrijke aandachtspunten. Binnen de sector zelf zijn verschillende
programma's in ontwikkeling. Bijvoorbeeld in de GGZ zal onder leiding
van GGZ-N de komende jaren worden gewerkt aan het terugdringen van
agressie. De vermindering van agressie tussen patiënten onderling
staat hier op de voorgrond, maar deze aanpak zal ook effect moeten
hebben voor de hulpverleners.
Tot slot wordt ingegaan op prikincidenten en het werken met
cytostatica. Ook hier geldt dat de sector zelf maatregelen heeft
genomen om er voor te zorgen dat arbeidsrisico's worden beperkt. Met
name binnen de ziekenhuissector is er sprake van richtlijnen en
protocollen. Wij onderschrijven het belang van de naleving hiervan.
Ook vinden wij het belangrijk dat de verschillende sectoren van elkaar
kunnen leren. Verder willen wij het inzicht in de kosten en baten van
het gebruik van veiligheidsmaatregelen vergroten. Hiertoe voeren wij
onder andere een onderzoek uit in samenwerking met V&VN en het
Nationaal Hepatitis Centrum.
Het onderzoek heeft het door ons gewenste inzicht gegeven in de
blootstelling aan arbeidsrisico's van verpleegkundigen en verzorgenden
in de zorg. Er zijn diverse instrumenten voorhanden en er is veel
kennis aanwezig. Projecten uit de sector zelf en projecten die mede
door VWS tot stand zijn gekomen dragen bij aan het voorkomen van
arbeidsrisico's. De verspreiding van de beschikbare kennis en het
gebruik van beschikbare instrumenten behoeft aandacht. Wij zullen
hierover in overleg treden met de betrokken partijen. Via het
Zorginnovatieplatform dragen wij zorg voor het verspreiden van kennis
op het terrein van innovaties. Personele inzet in alle sectoren, zowel
de cure als de care hebben hierbij de aandacht. Ook zullen wij met
betrokken partijen in overleg treden hoe succesvolle projecten verder
zijn uit te breiden en of er behoefte is aan nadere analyses. Door in
te zetten op de verspreiding van bestaande initiatieven, innovatie,
het stimuleren van nieuwe initiatieven en het ontplooien van projecten
samen met de sector leveren wij een bijdrage aan een gezonde sector om
in te werken.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
1. Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 29 282 nr. 71.
2. www.ergocoaches.nl
3. www.zorginnovatieplatform.nl
4. www.veiligezorg.nl
5. www.minbzk.nl
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport