Waterschap Aa en Maas

Kostentoedelingsverordening aan

Waterschap neemt nieuwe Kostentoedelingsverordening aan

Het voorstel van het Dagelijks Bestuur van waterschap Aa en Maas voor de nieuwe Kostentoedelingsverordening is door het Algemeen Bestuur aangenomen met uitzondering van 1 stem. De categorie Ongebouwd diende twee wijzigingsvoorstellen in waarmee zij beoogden steun te krijgen voor een andere verdeling van de kosten. De portefeuillehouder Financiën, Harry Brugmans, verdedigde het standpunt van het Dagelijks Bestuur: "Een verschuiving in de kostentoedeling die nog hogere lasten voor de inwoners betekent, is onwenselijk." Na een pittige discussie werden beide wijzigingsvoorstellen bij hoofdelijke stemming met 21 tegen 16 verworpen. Het oorspronkelijk voorstel voor de nieuwe Kostentoedelingsverordening werd aangenomen.

De Kostentoedelingsverordening regelt wat burgers, agrariërs, eigenaren van natuurterreinen en eigenaren van gebouwen moeten bijdragen in de kosten van zowel het watersysteembeheer (het op peil houden van het water in sloten en beken, maatregelen om overlast van hoogwater te voorkomen en voorkoming van verdroging) als het zuiveren van het afvalwater. Er moet een nieuwe kostentoedeling komen omdat in 2009 een nieuwe waterschapswet in werking treedt.

De discussie in de vergadering van het Algemeen Bestuur ging over twee wijzigingsvoorstellen. Het eerste wijzigingsvoorstel spitste zich toe op een herverdeling van de kosten voor het watersysteembeheer. In het voorliggende voorstel zouden de eigenaren van ongebouwde grond, niet zijnde natuur, 11,7% van de totale kosten moeten gaan betalen. Het wijzigingsvoorstel stelde een verlaging voor naar 10,73%. In het wijzigingsvoorstel werd ook een verlaging voor de eigenaren van gebouwde grond bepleit, van 59,2 % naar 54,15%. De ingezetenen van het gebied zouden er in het wijzigingsvoorstel op achteruit gaan. Zij zouden geen 29% van de totale lasten moeten betalen, maar 35%. Het tweede wijzigingsvoorstel betrof het voorstel om de tariefdifferentiatie voor de verharde wegen toe te passen. Bij het bepalen van de waarde van de ongebouwde grond (niet natuur) zijn de kosten van verharde wegen meegenomen. De agrariërs zijn van mening dat zij niet voor die kosten op hoeven te draaien en dat deze wegen uit het aandeel geschrapt dienen te worden. De categorie Ingezetenen was verdeeld. Sommigen konden zich vinden in het standpunt van de categorie Ongebouwd, anderen waren van mening dat de inwoner niet nog meer belast mag worden. Als de kosten voor de wegen uit het aandeel Ongebouwd worden gehaald, zullen ze door gemeentelijke- en andere belastingen toch weer bij de burger terecht komen.

De portefeuillehouder Financiën, Harry Brugmans, achtte het onwenselijk dat de burger nog meer belast zou gaan worden. Bij hoofdelijke stemming werden beide wijzigingsvoorstellen verworpen, waarna het oorspronkelijke voorstel voor de kostentoedeling werd aangenomen. Eén lid bracht een stemverklaring uit tegen het voorstel, omdat hij problemen heeft met de wet die als basis geldt voor de nieuwe verdeling.

De Kostentoedelingsverordening is de basis voor de vaststelling van de belastingtarieven voor 2009. In de vergadering van 28 november aanstaande, bij het vaststellen van de Begroting 2009, zullen de tarieven worden vastgesteld.

De ontwerp-Kostentoedelingsverordening heeft voor inspraak voorgelegen en zo'n 600 reacties opgeleverd. Vooral van de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO) en haar leden. In de reacties werd gevraagd een andere verdeling aan te brengen die minder kosten voor agrariërs met zich mee zou brengen. Er werd vooral bezwaar gemaakt tegen de invloed die de waarde van de verharde wegen heeft op de bijdrage van de grondeigenaren. Een deel van de agrariërs krijgt een lagere aanslag volgend jaar, maar een deel ook een hogere aanslag. De totale bijdrage voor de eigenaren van ongebouwde grond, niet natuur, wordt overigens 15% lager dan in 2008.

Het Dagelijks Bestuur van waterschap Aa en Maas oordeelde op basis van de inspraakreacties dat deze onvoldoende argumenten bevatten om de gevraagde wijzigingen aan te brengen. Naar de mening van het Dagelijks bestuur was de voorgestelde tariefsdifferentiatie onwenselijk gezien de lastenverschuiving naar ingezetenen en het beperkte effect. De Kostentoedelingsverordening werd dan ook op 3 oktober ongewijzigd aan het Algemeen Bestuur voorgelegd. Het Algemeen Bestuur volgde uiteindelijk dus de lijn van het Dagelijks Bestuur en nam de Kostentoedelingsverordening ongewijzigd aan.