Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid


10 okt 2008

Deradicalisering onderzocht

De Tweede Kamer kreeg gisteren het onderzoeksrapport 'Teruggang en Uittreding. Processen van deradicalisering ontleed' aangeboden. Het rapport geeft antwoord geeft op vragen als: 'wat maakt dat radicale bewegingen afbrokkelen?' en 'hoe komt het dat een gewelddadige koers op een gegeven moment wordt afgezworen?'

Het onderzoek is in opdracht van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding uitgevoerd door het Instituut voor Migratie en Etnische studies van de UvA. De aanbevelingen richten zich expliciet op geradicaliseerde islamistische personen maar zijn ook goed bruikbaar bij andere groepen zoals extreemrechtse radicalen.

Factoren
Op individueel niveau verwachten de onderzoekers dat radicale islamisten veelal zullen deradicaliseren door de afname van hun ideologische betrokkenheid. Naast het individuele niveau spelen in meer algemene zin nog vier andere factoren een rol. De eerste factor is een falende strategie. Wanneer er meer gewelddadige acties plaatsvinden vanuit radicaal islamistische hoek, is de verwachting dat veel geradicaliseerden zich zullen afkeren van deze beweging.

De tweede factor is het onvoldoende tot stand komen van nieuwe aanwas. De derde factor betreft de publieke opinie: als de polariserende sfeer in de samenleving minder wordt, zullen moslims zich minder vaak buitengesloten voelen en minder ontvankelijk zijn voor radicalisering. Ook is er dan meer ruimte binnen de moslimsgemeenschap voor een tegengeluid. Als laatste factor wordt de ontwikkeling van een aantrekkelijk alternatief voor het radicale gedachtegoed dat ook tegemoet komt aan de behoeften van jonge moslims genoemd.