Verhouding zoek tussen economische vooruitgang en zorg voor milieu

17/10/2008 14:57

Ernst & Young

"Verhouding zoek tussen economische vooruitgang en zorg voor milieu "

Rotterdamse wethouder harbers op ernst & young havenavond

Rotterdam, 17 oktober 2008 - "De verhouding tussen economische ontwikkeling en de zorg voor de natuurlijke omgeving is helemaal zoek. Daarin zijn we doorgeslagen. Gemiddeld gaat er elf jaar overheen voordat we in Nederland de besluitvorming rond een infrastructuurproject hebben afgerond. Dat strooit gewoon zand in de radaren van onze vooruitgang." Dat stelde de Rotterdamse havenwethouder Mark Harbers tijdens de Zevende Ernst & Young Havenavond die dit jaar in het teken stond van 'Mobiliteit'. "Als wethouder van economie, haven en milieu meen ik dat een omslag in het denken nodig is", aldus Harbers.

De wethouder verwees met zijn opmerkingen naar de procedure van ruim tien jaar die nodig was om groen licht te krijgen alvorens de ontwikkeling van de Tweede Maasvlakte (in september 2008) van start kon gaan. Het geheel van bezwaar- en inspraakdocumenten omvat 28 boeken met een totaal van 6350 pagina's. Als oplossing voor de toekomst noemde de wethouder het eerder dit jaar door de Commissie Elverding gepresenteerde rapport, waarin werd geconcludeerd dat de besluitvorming rondom infrastructurele projecten met de helft bekort kan worden. Harbers: "Ik ben een groot voorstander van een brede verkenningsfase waarin alle betrokkenen en hun belangen aan bod komen, zodat in een vroeg stadium de juiste afweging kan worden gemaakt. We moeten af van de situatie waarin kleine groepjes met een soms gering belang in staat zijn om belangrijke projecten eindeloos op te houden. Elk groot infrastructureel project vraagt naast een goede analyse van de effecten voor milieu en gezondheid, ook om daadkracht van bestuurders." Een voorbeeld van doorgeschoten regeldrift is volgens Harbers het feit dat de 750 hectare gebiedsontwikkeling ter compensatie van de Tweede Maasvlakte onderwerp is van een Milieu Effect Rapportage. "Terwijl het hier nota bene de ontwikkeling van een natuurgebied betreft.", aldus Harbers.

Ronald Paul, directeur Projectorganisatie Maasvlakte 2, benadrukte in zijn inleiding dat het gebied qua duurzaamheid zijn gelijke niet kent. "We hebben echt onze nek uitgestoken, dit is nog nergens gebeurd. Het is onze overtuiging dat duurzaamheid voor de toekomst je license to operate is." Ook Paul hekelde de trage besluitvorming die zich onder andere voordeed in een stagnatie van twintig maanden, toen bleek dat nader onderzoek naar slib- en larvetransport nodig bleek. Paul: "Noem mij een beestje en het is wel beschermd in Brussel. Bovendien is hier werkelijk alles onderzocht. Zelfs de mate waarin het baggeren hinderlijk is voor het gehoor van bruinvis en kabeljauw."

Directeur Cees Tommel van Keyrail, verantwoordelijk voor beheer en exploitatie van de Betuweroute, liet in zijn inleiding weten op tal van punten tegenwerking te hebben gevoeld. Van tal van commissies die zich ermee bemoeiden, de bouwfraude die bepaald niet meehielp net zomin als de beeldvorming in de media. "Maar in 2009 rijden er gemiddeld 120 treinen per dag op de Betuwelijn", aldus Tommel die aanvoerde dat de Rotterdamse haven ervoor moet waken zich de rol van 'parkeerplaats van Europa' te laten opdringen. Daarom wordt nu gewerkt aan een systeem van beprijzing. Tommel: "Dat is nieuw en revolutionair, maar wel nodig."

In zijn slotwoord stelde voorzitter Pieter Hofstra, lid van de Eerste Kamer voor de VVD: "We krijgen dus niet een Tweede Maasvlakte dankzij de regels, maar eigenlijk veel meer ondanks de regels."