Emotieclip verhoogt leerprestatie

17/10/2008 16:00

Universiteit Twente

Affectieve videoclips doen ertoe in het onderwijs. Onze stemming beïnvloedt nu eenmaal hoe wij presteren. Aldus onderwijskundige Ria Verleur, die op vrijdag 17 oktober 2008 aan de Universiteit Twente promoveert.

In reclame of verkiezingstijd is het bestaande praktijk: wil een commercieel of politiek product aanslaan, dan moet het publiek - door het opwekken van een geluksgevoel of bange vrees - in de juiste stemming komen. In een educatieve setting is het niet gebruikelijk om bijvoorbeeld een verdrietig filmpje voor te schotelen 'om de geest alvast te scherpen'. Toch is het denkbaar dat het beïnvloeden van leerlingen met affectieve video educatief rendement oplevert.

Tegen de achtergrond van verschuivingen van woord- naar beeld- én emotiecultuur heeft Ria Verleur onderzoek gedaan naar toepassingen van affectieve video in webgebaseerde leeromgevingen. Hoe de emotionele respons op een video uitwerkt op onze taakuitvoering, ging zij na in met studenten uitgevoerde experimenten. Presentatievariabelen waren: videoweergave (medium, beeldgrootte), video-inhoud (positief, negatief) en videovormgeving (audiovisuele ontwerpvariabelen).

Het zien van een negatieve clip verbetert, het zien van een positieve clip verslechtert de prestatie, zo bleek bij een inzichttaak. Werden proefpersonen aan een divergente taak gezet, dan maakte het voor de score weinig uit of een willekeurige videoclip hen in een de creativiteit bevorderende mood en mindset had gebracht. In een ander experiment moesten studenten een in een videoclip uitgebeelde conflictsituatie beoordelen. Afhankelijk van de videovormgeving, zoals gebruikte beelduitsnede of camerahoek vonden ze de hoofdpersoon meer of minder emotioneel. Wat weer doorwerkte in hun beoordeling van de andere persoon in de clip, ook al werd voor die de beelduitsnede gelijk gehouden.

Omdat het onderwijs doorgaans de mediatrends volgt, zullen net als in het dagelijkse leven ook daar de videoschermen zowel veel groter (digibord) als veel kleiner worden, zoals iPod-achtige toepassingen, mobiele telefoons of mini-tv's. Hoewel ook deze kleinere schermen in staat blijken om een affectieve respons op te roepen, doen Verleurs bevindingen vermoeden dat grote schermen meer uithalen dan kleine.

Als naast cognitieve ook affectieve elementen het leerproces sturen, kan de ethische vraag rijzen welke middelen toegestaan zijn om onderwijsdoelen te bereiken. Verleurs verkennende studie geeft op dergelijke grote vragen geen antwoord. Maar die affectieve processen en leereffecten zijn er wel. Het komt erop aan hoe ze te onderkennen en uit te buiten, aldus de Twentse onderwijskundige.








Universiteit Twente