Ministerie van Buitenlandse Zaken

23-10-2008

Kamerbrief inzake ondersteuning aan ondernemers in ontwikkelingslanden bij uitfasering van hun activiteiten

Samenvatting:

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ferrier, Waalkens en Voordewind over Ondersteuning aan ondernemers in ontwikkelingslanden bij uitfasering van hun activiteiten. Deze vragen werden ingezonden op 13 oktober 2008 met kenmerk 2008Z04266 / 2080902550.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de
leden Ferrier, Waalkens en Voordewind
(CDA, PvdA, Christenunie) over
Ondersteuning aan ondernemers in ontwikkelingslanden bij uitfasering van hun activiteiten.

Vraag 1

Bent u bekend met het PUM-rapport 'Sher Ethiopia Hospital, 27 augustus ­ 7 september 2008'?

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Deelt u het belang van het werk van (Nederlandse) ondernemers in Ethiopië en andere ontwikkelingslanden, die tijdelijk en vaak op uitnodiging van de regering van het betreffende land bedrijven opzetten gericht op inkomsten genererende arbeid en tegelijkertijd een sociale structuur opzetten van bijvoorbeeld ziekenhuizen en scholen?

Antwoord

Ja.

Vraag 3
Deelt u de mening dat continuïteit van initiatieven gericht op structurele veranderingen, zoals scholen en ziekenhuizen, gewaarborgd zou moeten blijven en dat gekeken zou moeten worden op welke wijze deze activiteiten door de lokale autoriteiten en de regering op termijn overgenomen kunnen worden?

Antwoord

Ja, verankering van dergelijke projecten, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, in de institutionele context van het betreffende land is belangrijk. Dit vereist nauwe samenwerking tussen het particuliere initiatief en lokale autoriteiten gedurende het gehele traject.

Vraag 4
Zo ja, bent u bereid door inzet van ambassades ter plekke deze ondernemers te ondersteunen en te faciliteren in gesprekken met de betreffende regering, op wiens uitnodiging ze dikwijls investeren in hun land, om een overgangs- / uitfaseringstraject uit te werken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Ik juich goede particuliere initiatieven uiteraard toe en ben zeker bereid, door de inzet van ambassades, het gesprek te faciliteren tussen ondernemers en lokale autoriteiten om vanaf het begin nauw met elkaar samen te werken en publieke en private inspanningen op elkaar aan te laten sluiten. Het uitwerken van een mogelijk overgangs- of uitfaseringstraject is vervolgens aan de betrokken partijen zelf.

Vraag 5

Bent u bereid hierop beleid te maken en indien nodig daarvoor middelen ter beschikking te stellen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Hier is geen nieuw beleid voor nodig. Binnen het bestaande beleid wordt aangedrongen op een goede samenwerking tussen publieke en private initiatieven gericht op verbeterde dienstverlening en daarmee op het helpen bereiken van de MDG's.

Vraag 6

Kunt u tevens bij de Ethiopische autoriteiten de importbelemmeringen ten aanzien van onder andere medicijnen, machines en hulpstoffen, aan de orde stellen en hiertoe de ambassades de nodige steun te geven?

Antwoord

In dit specifieke geval heeft de ambassade in Ethiopië al contact tot stand gebracht tussen het bedrijf en de Ethiopische overheid om een oplossing te vinden voor het feit dat het bedrijf invoerrechten moest betalen over de medicijnen, machines en hulpstoffen voor het ziekenhuisproject. De Ethiopische overheid heeft zich vervolgens in principe bereid verklaard mee te willen werken aan een oplossing. De ambassade blijft ook in de toekomst bereid de nodige steun te verlenen.