Bijdrage aan sterkere Chinese rechtsstaat
Nieuwsbericht | 28-10-2008
China is de afgelopen dertig jaar ver gekomen. Tot 1978 was er nog
sprake van 'rule without law', zei minister-president Balkenende.
Nederland helpt China bij het versterken van de rechtsstaat.
Dit zei minister-president Balkenende op 27 oktober 2008 tijdens een
toespraak aan de Bei Da universiteit in Peking.
Deze universiteit speelt volgens de minister-president een leidende
intellectuele rol, sinds dertig jaar geleden de beslissing werd
genomen China open te stellen naar de wereld.
Balkenende ging in op het toekomstbeeld van de Chinese leiders van een
'harmonious society' voor China. Zij willen hiermee een balans vinden
tussen de belangen van verschillende groepen in de samenleving,
conflicten vermijden en ervoor zorgen dat mensen veilig en gelukkig
leven.
Een van de kenmerken van deze samenleving is de 'rule of law'. Volgens
de minister-president is China de afgelopen dertig jaar op dit gebied
ver gekomen: 'Tot 1978 was er in dit land nog sprake van "rule without
law".'
Aan deze wetteloosheid is een einde gekomen, aldus Balkenende. 'Nu
staat in de Chinese grondwet dat de overheid de rechten van de mens
respecteert en beschermt.'
Samenwerking
Volgens Balkenende realiseren de leiders zich dat de rechtsstaat in
China nog verder verankerd en uitgebouwd moet worden. Nederland levert
hieraan een bijdrage. 'We delen onze ervaringen zodat u de
nagestreefde "harmonious society" dichterbij kunt brengen.'
Zo hebben Nederland en China een juridisch samenwerkingsprogramma.
Daarin staat de verdere professionalisering van justitie, politie en
gevangenissen centraal. Nederland draagt bijvoorbeeld bij aan de
opleiding van strafrechtadvocaten.
Ook zijn er projecten om de civil society te versterken. Zo zal
Balkenende tijdens het bezoek aan China een rechtscentrum voor
arbeiders in Shanghai openen.
Mensenrechtendialoog
Cruciaal voor een goed functionerende democratische rechtsstaat is het
erkennen en respecteren van de mensenrechten, zei Balkenende.
Nederland voert regelmatig overleg met de Chinese overheid over de
mensenrechten. 'Omdat we een goede relatie hebben, is het ook mogelijk
in alle openheid te spreken over gevoeliger onderwerpen als deze'.
Zo hoopt Nederland dat China snel het internationale convenant over
Burgerlijke en Politieke rechten ratificeert, zei Balkenende. Ook
dringt Nederland er bij China op aan dat in VN-verband kritischer kan
worden gesproken over mensenrechtenschendingen in andere landen.
Een staat behoort zijn eigen burgers te beschermen. 'Maar als een
staat dit niet kan of - erger nog - niet wil, dan mag de
internationale gemeenschap niet blijven toekijken', aldus Balkenende.
Hij noemde de situatie in landen als Birma of Soedan als voorbeeld.
'De Mensenrechtenraad in de VN zou effectiever moeten kunnen
optreden', zei Balkenende. 'Een land als China, als responsible
stakeholder van het internationaal systeem, heeft daarbij een
bijzondere verantwoordelijkheid.
Ministerie van Algemene Zaken