FNV Sport

Hoofdkantoor

Bezoekadres Postadres Postbus 8456, 1005 AL Amsterdam Naritaweg 10 1043 BX Amsterdam

Aan de minister van Sociale Zaken
Postadres en Werkgelegenheid Postbus 8456 De heer J.P.H. Donner 1005 AL Amsterdam

Postbus 90801
T 0900 330 0300 2509 LV Den Haag F 020 68 44 541 I www.fnv.nl

Bank 63 50 33 178

Datum Uw kenmerk 13 oktober 2008 ARBO/A&V/2008/11441 Ons kenmerk Telefoonnr.
+31 20 58 16 562 Onderwerp E-mail Recht werknemers kennis te kunnen nemen Rik.vanSteenbergen@vc.fnv.nl van de risico-inventarisatie en -evaluatie

Geachte heer Donner,

Uit uw brief van 29 april 2008 over het recht van werknemers kennis te kunnen nemen van de risico-inventarisatie en -evaluatie (ri&e) en de daarop gegeven toelichting in het algemeen overleg arbozaken van 19 juni 2008 meen ik het volgende antwoord te kunnen afleiden op de brief van de FNV van 31 maart 2008:

Op grond van artikel 5 lid 5 Arbowet 1998 had de werkgever een zorgplicht die inhield dat iedere werknemer kennis kon nemen van de ri&e. De werkgever kon aan die zorgplicht op verschillende manieren invulling geven. Eén van die manieren was het aan het initiatief van de werknemer over te laten om de ri&e op te vragen bij de ondernemingsraad (of de personeelsvertegenwoordiging), aangezien die krachtens artikel 27 lid 1 onder d instemmingsrecht heeft ten aanzien van de ri&e en aldus de beschikking krijgt over het document en ook overigens het recht heeft om die ri&e van de werkgever op te vragen. Een rechtstreeks recht van kennisname had de werknemer niet, dit in tegenstelling tot zijn collega, die als uitzendkracht werkzaam is in hetzelfde bedrijf, welke uitzendkracht het recht heeft te beschikken over dat deel van de ri&e, dat de gevaren en risicobeperkende maatregelen en de risico's voor hem op de in te nemen arbeidsplaats beschrijft.

De FNV concludeert op grond van uw antwoord dat artikel 5 lid 5 Arbowet 1998 in uw visie geen zelfstandige betekenis had naast al bestaande bepalingen als artikel 8 Arbowet en derhalve kon worden geschrapt.

In reactie daarop merk ik het volgende op.
In de visie van de FNV had artikel 5 lid 5 Arbowet 1998 wel degelijk zelfstandige betekenis. De zorgplicht van de werkgever hield in onze visie in dat de werkgever weliswaar de vrijheid had om te bepalen hoe iedere werknemer kennis kon nemen van de ri&e als hij er maar voor zorgde dat iedere werknemer daarvan kennis kon nemen. Een werknemer die kennis wil nemen van de ri&e (althans van dat deel van de ri&e, dat de gevaren en risicobeperkende maatregelen en de risico's voor hem in zijn arbeidsplaats beschrijft) moet daarover de beschikking kunnen krijgen. Daarbij is

Datum

13 oktober 2008
Ons kenmerk

Pagina('s)
2 van 3
van secundair belang of hij die gevraagd of ongevraagd krijgt uitgereikt of toegezonden dan wel bijvoorbeeld zelf moet downloaden van intranet. In onze brief van 31 maart 2008 wezen wij al op wat de toelichting op artikel 5 lid 5 (destijds lid 4) Arbowet 1998 hierover zegt: `Gezien het belang van de risico-inventarisatie en -evaluatie voor de gehele organisatie is in het vierde lid bepaald dat iedere werknemer van dit document kennis moet kunnen nemen.'1

Belangrijker dan de interpretatie van het geschrapte artikel 5 lid 5 is de kwestie of er inhoudelijke argumenten zijn om de huidige wetgeving aan te passen. De FNV meent dat dit, mede gelet op bedoeld verschil in uitleg, wel degelijk het geval is. Zoals wij in onze eerdere brief hebben uiteengezet acht de FNV het van belang dat de werknemer ­ en niet alleen de uitzendkracht ­ zich bewust is van de risico's die het werk met zich meebrengt en de daarbij behorende risicobeperkende maatregelen en dat hij daarop zo nodig zijn werkgever kan aanspreken. Indien de werknemer daarbij niet uitsluitend behoeft af te gaan op wat de werkgever aan hem kwijt wil aan informatie, maar ook zelfstandig informatie, die hij relevant of mogelijk relevant acht, kan opvragen, kan hij bovendien beter handen en voeten geven aan zijn wettelijke verplichting om in verband met de arbeid de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen en naar vermogen zorg te dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van andere personen (artikel 11 Arbowet). Dat past voorts beter bij de meer actieve, participerende rol van de werknemer, die naar het oordeel van de FNV voortvloeit uit de bepaling dat de werkgever en werknemers bij de uitvoering van het arbeidsomstandighedenbeleid moeten samenwerken (artikel 12 lid 1 Arbowet).
De FNV is van oordeel dat tenminste wettelijk gewaarborgd moet zijn dat iedere werknemer desgewenst de beschikking krijgt over de beschrijving uit de ri&e van de gevaren en risicobeperkende maatregelen en van de risico's voor hem op diens arbeidsplaats. Die waarborg is er thans niet.
Voorts meent de FNV dat de verantwoordelijkheid voor het verstrekken van bedoeld document bij de werkgever berust en behoort te berusten. Ook als de ri&e bijvoorbeeld opvraagbaar is via de ondernemingsraad, blijft het naar onze mening de verantwoordelijkheid van de werkgever te waarborgen dat een verzoek om dat document wordt gehonoreerd. Hoewel de FNV van oordeel is dat er geen goede inhoudelijke grond is om op dit punt onderscheid te maken tussen de ingeleende werknemers en de reguliere werknemers ­ ten nadele van de laatstgenoemde categorie ­, achten wij het niet nodig dat de werkgever aan iedere werknemer ongevraagd een ri&e doet toekomen. In plaats daarvan verzoeken wij u in artikel 5 Arbowet een bepaling op te nemen die ongeveer luidt als volgt: `De werkgever zorgt ervoor dat iedere werknemer kan beschikken over een beschrijving uit de risico-inventarisatie en -evaluatie van de gevaren en risicobeperkende maatregelen en van de risico's voor hem op diens arbeidsplaats.' De strekking van deze bepaling is te waarborgen dat iedere werknemer desgewenst over bedoeld document kan beschikken. De werkgever kan aan deze zorgplicht op verschillende manieren uitvoering geven, maar dient tenminste gehoor te geven aan een daartoe strekkend verzoek van een werknemer.


1 Memorie van Toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 1997-1998, 25 879, nr. 3, p. 39. Overigens is het niet juist dat in de toelichting op artikel 5 lid 5 Arbowet 1998 is gesteld dat de werkgever niet verplicht is om een exemplaar van de ri&e aan iedere werknemer te doen toekomen. Wel kon de werkgever volgens de toelichting op artikel 5 lid 3 van de eerste Arbowet, die dateert van vóór de vaststelling van de Europese Kaderrichtlijn 89/391/EEG (12 juni 1989) en die nog geen ri&e kende, maar een veiligheidsplan, zijn werknemers op verschillende manieren in de gelegenheid stellen om van dat veiligheidsplan kennis te nemen: door verspreiding van dat plan onder de werknemers of, bijvoorbeeld, door één of meer exemplaren van dat plan op een geschikte plaats ter inzage te leggen (Memorie van Toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 1976-1977, 14 497, nr. 3, p. 24).

Datum

13 oktober 2008
Ons kenmerk

Pagina('s)
3 van 3

Een afschrift van deze brief gaat naar de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Hoogachtend,

Leo Hartveld,
Federatiebestuurder FNV