Ingezonden persbericht


Persbericht

Den Haag, 24 september 2008

XXste Eeuw
8 november 2008 t/m 1 maart 2009
Gemeentemuseum Den Haag

Het Gemeentemuseum presenteert voor het eerst in zijn geschiedenis een indrukwekkende opstelling moderne en hedendaagse kunst in een tentoonstelling die maar liefst twee verdiepingen beslaat, getiteld XXste Eeuw. Grote gebeurtenissen als de beurskrach van 1929 en de Russische Revolutie, maar ook kleine, zoals de komst van de stoomtrein naar Walcheren, zullen helpen het landschap te schetsen waarin onvermoeibaar artistiek experiment de beeldende kunst steeds een nieuw gezicht geeft. De tentoonstelling laat aan de hand van topwerken van onder meer Mesdag, Toorop, Van Doesburg, Picasso, Constant, Mondriaan, Lewitt, Bacon, Merz, Lüpertz en Baselitz een wereld zien die aan het begin van de eeuw nog in zichzelf gekeerd is, maar gaandeweg meer en meer nieuwe mogelijkheden daarbuiten vindt.

De rode draad in XXste Eeuw is het telkens 'anders kijken' naar de werkelijkheid, door individuen en door groepen. Kunstenaars raken zich bewust van het feit dat waarneming per persoon en collectief varieert en zoeken naar manieren om deze verscheidenheid aan benaderingen weer te geven. Goed voorbeeld is het luministische Vuurtoren te Westkapelle uit 1909 van Piet Mondriaan, waarmee de tentoonstelling opent. In dit optimistische werk, opgezet in een pointillistische stijl, probeert de schilder middels kleurtoetsen op het doek de werking van licht te vangen. De werkelijkheid ontwikkelt zich in de loop van de tijd langzaam maar zeker tot een nog meer divers en persoonlijker begrip. Het expressionisme van Egon Schiele, het magisch realisme van kunstenaars als Carel Willink, het kubisme van Pablo Picasso, de abstractie van De Stijl, Andy Warhol en zijn Pop Art, de Minimal Art van Donald Judd, Dan Flavin en Sol Lewitt, de conceptuele kunst van Joseph Beuys en Bruce Naumann; allemaal streven ze ernaar vat krijgen op dat grillige begrip realiteit. Aan het eind van de eeuw kiezen kunstenaars hun eigen versie van de werkelijkheid en hun eigen benadering hiervan. Daniël Richter bijvoorbeeld gebruikt elementen uit de (kunst)geschiedenis, massamedia en fantasie die hij verbindt in een geheel eigen inventieve schilderkunst. Jörg Immendorff - nauwelijks een generatie eerder - is van mening dat schilderkunst door kunstenaars gebruikt moet worden om een politieke boodschap over te brengen. En hoe verhoudt de kunstenaar zich tot politiek en maatschappij? Moet hij zich hier juist vanaf keren of kan die afzondering juist engagement betekenen? De expositie XXste Eeuw laat zien dat in elke nieuwe fase van de twintigste eeuw massa versus individualiteit en burgerlijkheid versus vooruitstrevendheid de polen zijn waartussen continu bewogen en gekozen wordt. Niet alleen door kunstenaars, ook door andere mensen. Hoewel de kunstgeschiedenis altijd voorgesteld wordt als een rechte lijn waarin stromingen elkaar chronologisch opvolgen, is dit niet het geval. De tentoonstelling kent zes ankerpunten in de vorm van audiovisuele presentaties, die bewijzen dat het bombardement aan ontwikkelingen in de twintigste eeuw niet los te zien is van grote gebeurtenissen als de twee wereldoorlogen, de revolutie van de jaren 60, de Koude Oorlog en economische crises. De twintigste eeuw is niet alleen een eeuw van avontuur en experiment, het is ook een eeuw van verbindingen en continuïteit. De negentiende eeuw zal daarom ook nadrukkelijk aanwezig zijn binnen de tentoonstelling XXste Eeuw. Deze eeuw werd immers pas ontdekt en waargenomen in de twintigste eeuw. Bij de tentoonstelling verschijnt een gelijknamige rijk geïllustreerde catalogus met bijdragen van Kader Abdolah, Frits Abrahams, Abdelkader Benali, Aaf Brandt Corstius, Jan Paul Bresser, Remco Campert, Adriaan van Dis, Elsbeth Etty, J.L. Heldring, Kees 't Hart, H.J.A. Hofland, Tracy Metz, Max Pam Simon Vinkenoog, Michaël Zeeman en Joost Zwagerman (E29,95, Waanders). De tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met Spaarnestad Photo te Haarlem, het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum, de NOS en het Haags Gemeentearchief.