Gemeente Bedum
Verklaring wethouder Stoffer Jan Haan
11 november 2008
Wethouder Stoffer Jan Haan heeft 11 december j.l. in de gemeenteraad
een verklaring afgelegd waarin hij in gaat op de actie die de
Belastingdienst en de Arbeidsinspectie vorige week maandag hielden op
het bedrijf waarvan hij mede-eigenaar is. De verklaring kunt u hier
lezen. De wethouder gaf die verklaring voorafgaand aan de behandeling
van de begroting voor 2009. De beelden hiervan - en van die van de
begrotingsbehandeling door de raad - zijn te raadplegen op
www.bedum.nl/ris
De verklaring:
Geachte leden van de raad,
De vorige week kwam ik op een wijze in de publiciteit die mij, dat
zult u begrijpen, niet in de koude kleren is gaan zitten. Naar
aanleiding van die publiciteit is mijn integriteit in het geding. Ik
betreur dat in hoge mate. Nog meer betreur ik het echter dat hierdoor
ook de beeldvorming over de gemeente Bedum - waarvoor ik mij sinds zes
jaar als wethouder en daarvoor gedurende 12 jaren als raadslid, heb
ingezet, negatief wordt beïnvloed. Dat doet pijn.
De discussie over mijn integriteit volgt op een politiebericht en de
naar aanleiding daarvan verschenen artikelen in de regionale pers. Dat
ligt voor de hand. Ik maak vanavond graag van de gelegenheid gebruik
om in aanvulling op deze publicaties in grote lijnen te schetsen hoe
de maatschap die ik met mijn twee broers vorm, handelt in de
noodzakelijke werving van tijdelijke oogstmedewerkers.
In 2003 zijn bij een controle illegale werknemers op ons bedrijf
aangetroffen. Naar aanleiding daarvan hebben wij geconstateerd dat de
manier waarop wij personeel selecteren hiaten vertoont. Om herhaling
te voorkomen heb ik dit deel van de bedrijfsvoering nadrukkelijk naar
mij toegetrokken. Ik ben verantwoordelijk voor de tweede check op de
intake. Ik was én ben van mening dat die selectie elke toets van
kritiek moet kunnen doorstaan. Dat betekent in mijn optiek: datgene
controleren wat redelijkerwijs, op basis van overgelegde documenten,
kán en mag worden gecontroleerd. Niet meer, maar zeker niet minder.
Die handelwijze is sindsdien consequent gevolgd; die handelwijze is
ook gevolgd ten aanzien van alle werknemers die vorige week maandag op
het bedrijf werkzaam waren. Die werknemers, die weliswaar van
buitenlandse afkomst zijn , maar die beschikken over die papieren die
voor legale arbeid in loondienst nodig zijn, werden in augustus en
september van dit jaar door ons benaderd. Zij verrichten
oogstwerkzaamheden voor de maatschap. Alle werknemers zijn door ons
uitvoerig gescreend. Die screening bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Het overleggen en controleren van een geldig Nederlands
identiteitsbewijs of een regulier verblijfsdocument. Hieruit blijkt of
de houder gerechtigd is om zonder Tijdelijke Werkvergunning vrij
arbeid te verrichten.
Kopieën van deze documenten blijven in meervoud achter.
2. Controle van de bankrekening. Dit gebeurt door stortingen op die
rekening om na te gaan of naam en nummer overeenkomen .
3. Bij twijfel, extra controle van het huisadres. Dit gebeurt door het
verzenden van een poststuk naar het door de werknemer opgegeven adres.
4. Op het moment dat de bewuste werknemers op het bedrijf aan het werk
komen,
worden namen nogmaals gecontroleerd door de personen bij naam aan te
spreken.
Op deze wijze meen ik dat alle mogelijkheden die ons ten dienste
staan, ten volle worden benut. Enkele dagen voor de aanvang van de
werkzaamheden wordt de Eerste Dag Melding (EDM) van alle medewerkers
gedaan, aan de belastingdienst. Vervolgens wordt de UWV-melding
dienstverband, loonheffingverklaring en oproepovereenkomst
gelegenheidswerk open teelten tuinbouw door allen ondertekend en
verwerkt.
Tijdens de controle van de Arbeidsinspectie en de Belastingdienst op
maandag 3 november jongstleden bleek dat een tweetal werknemers zich
kennelijk hebben bediend van valse of vervalste identiteitspapieren.
Tijdens de screening-vooraf is ons van onregelmatigheden helemaal niks
gebleken. Dat kon naar mijn mening ook niet: uit de overgelegde
identiteitspapieren kon ik op geen enkele wijze waarnemen, dat er
sprake was van vervalsing of onjuistheden. Twee andere werknemers
worden, volgens berichten in media, door de Arbeidsinspectie en de
Belastingdienst als illegale werknemers aangemerkt. In deze twee
gevallen sta ik voor een raadsel. Beide werknemers beschikken over
geldige ID-kaarten en dus een sofinummer, een gecontroleerde
bankrekening en een gecontroleerd huisadres. Het is mijn vaste
overtuiging dat er in deze twee gevallen sprake is van werknemers die
hun werkzaamheden op volstrekt legale wijze konden en mochten
verrichten. Alle papieren klopten; de achtergronden waren uit en te na
gecheckt. Met de vier overige medewerkers was overigens niks aan de
hand. Met betrekking tot die twee werknemers die na controle door de
instanties illegaal in Nederland bleken te verblijven, benadruk ik
nogmaals dat op basis van de overgelegde documenten geen aanleiding
bestond ook maar het geringste vermoeden van vals spel te hebben. Naar
mijn oordeel is het met de middelen die ons ten dienste staan
kennelijk niet goed mogelijk om vooraf vast te stellen dat de
werknemers niet legaal mochten werken.
Ik wil er zijdelings op wijzen dat bij het benaderen van mogelijke
tijdelijke werknemers in augustus/september van dit jaar er in de door
ons gehouden controleronde, die zich volgens de al eerder geschetste
lijnen voltrok, meerdere personen afvielen. In die controle bleken
gegevens niet te kloppen. Van de diensten van deze personen is toen
zeer welbewust afgezien. Daarnaast wijs ik erop dat bij controles
tussen 2003 en 2008 geen onregelmatigheden aan het licht zijn gekomen.
Ik hoop met het voorgaande te hebben aangegeven dat ik bij de werving
van tijdelijk personeel voor de maatschap uiterste zorgvuldigheid heb
betracht. Ik betreur het in hoge mate dat nu blijkt, dat die
zorgvuldigheid niet alle risico's uitsluit. Ik heb mij verlaten op een
systeem dat in theorie voor een werkgever het maximaal haalbare is;
dat het meest waterdicht lijkt te zijn. De praktijk blijkt, en dat
spijt mij, weerbarstiger. Ik houd echter staande volkomen te goeder
trouw én naar eer en geweten te hebben gehandeld.
Ik vind het van groot belang dat uw raad en dat de Bedumer bevolking
zich kan verlaten op bestuurders waarvan de integriteit boven elke
twijfel verheven is. Met deze verklaring hoop ik mogelijke twijfel op
dat punt te hebben weggenomen. Mocht er echter binnen uw raad ook maar
de geringste twijfel blijven bestaan over mijn handelen in deze, dan
ben ik graag bereid om op elke door u gewenste wijze nader inzicht te
verschaffen. Daarnaast zal ik u op de hoogte houden van de resultaten
en eventuele gevolgen van het nader onderzoek door de inspectie en
mijn reactie daarop. Tenslotte: ik dien de Bedumer gemeenschap nu zes
jaar als wethouder. Ik doe dat vanuit de overtuiging iets voor die
gemeenschap te kunnen betekenen. Daarom blijf ik die gemeenschap graag
met toewijding dienen.