Politie Amsterdam-Amstelland



Hooligans financieel aangepakt / Amsterdam-Amstelland (13/11/08)

Zestien verdachten van de rellen die na afloop van de voetbalwedstrijd Ajax-NEC op 20 oktober 2007 plaatsvonden, zijn hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die de groep waartoe zij behoorden heeft aangericht. Zij betalen per persoon een vergoeding van 2700 euro, ongeacht de schade die zij individueel hebben veroorzaakt. Het schadebedrag bedraagt enige tienduizenden euroâs. De politie Amsterdam-Amstelland, Ajax en de gemeente Amsterdam, waaronder stadsdeel Zuidoost, zijn samen opgetrokken om de relschoppers vanwege de door hen aangerichte schade civielrechtelijk aan te pakken. Inmiddels hebben alle verdachten de schadevergoeding betaald of een betalingsregeling getroffen. De verdachten zijn of worden strafrechterlijk vervolgd en daarbij zijn tot nu toe taakstraffen, voorwaardelijke gevangenisstraffen en stadionverboden uitgedeeld. De collectieve civielrechtelijke aanpak heeft ertoe geleid dat alle relschoppers inmiddels zijn ingegaan op het aanbod de zaak tegen betaling af te doen. Als zij het aanbod niet hadden aanvaard, of als zij zich niet houden aan de afbetalingsregeling, dan worden zij gedagvaard voor het aanzienlijk hogere bedrag van het onbetaald gebleven deel van de schade. Een grote groep Ajax-supporters was ontevreden over de prestaties van de club en wilde verhaal halen bij het hoofdbestuur. Bij de hoofdingang van de Amsterdam ArenA keerde de agressie zich tegen de politie. De bereden politie, supporterbegeleiders en de ME werden bekogeld met bakstenen, blikjes, pijpen, flessen en andere voorwerpen. Agenten en paarden liepen letsel op, hetgeen niet alleen voor verwondingen zorgde, maar ook immateriële schade tot gevolg had. De politie moest zes gewonde paarden door een dierenarts laten behandelen. Ook werd voor tienduizenden euro's schade aangericht aan politievoertuigen, ramen van de hoofdingang van de ArenA en straatmeubilair. De Ajax fanshop liep door het geweld omzet mis. Dankzij camerabeelden is de politie in staat geweest de verdachten aan te houden. Foto's van relschoppers die niet door de politie werden herkend, zijn getoond in de tv-programmaâs Opsporing Verzocht van de AVRO en Ter Plaatse van RTV Noord-Holland. Uiteindelijk zijn zestien mannen, in de leeftijd van 19 tot 42 jaar oud, aangehouden. Tien van de zestien relschoppers waren in het bezit van een Ajax-seizoenkaart. In de toekomst kunnen eventuele relschoppers erop rekenen dat deze civielrechtelijke aanpak vaker wordt ingezet.

Noot aan de redacties: onderstaande quotes kunnen worden overgenomen: Burgemeester Cohen: 'Het is een sterk signaal dat Ajax, politie en gemeente op deze manier samen een vuist maken tegen voetbalgeweld. We zien dat voetbalhooligans regelmatig uit zijn op confrontaties met elkaar en de politie en dat zij zich schuldig maken aan vernieling en geweld. Doordat we de schade nu direct op de betrokken personen verhalen, treffen we hen flink in de portemonnee. Daar gaat een enorme waarschuwing van uit'. Jeroen Slop, financieel directeur van Ajax: "Het feit dat dit een gezamenlijke actie is met het gewenste resultaat, daar zijn we erg blij mee. Het is een signaal en tevens voor ons het bewijs dat, mocht iets vergelijkbaars onverhoopt nog eens gebeuren, we vergelijkbaar kunnen optreden. Het is niet meer dan terecht dat daders zelf de schade moeten betalen. De beelden waren gruwelijk om te zien. Met name het mishandelen van politiepaarden staat me nog helder voor de geest." Hoofdcommissaris Welten van de politie Amsterdam-Amstelland: âDe gezamenlijke civielrechterlijke aanpak is een fantastisch middel in de strijd tegen voetbal gerelateerd geweld. Wij pakken samen met de gemeente, stadsdeel Zuidoost en Ajax de relschoppers financieel stevig aan om de veroorzaakte schade te verhalen. Deze groepsaansprakelijkheid blijkt dus een krachtig wapen. Daar zal een grote preventieve werking van uitgaan. Bedacht moet worden dat we steeds vaker de beschikking krijgen over bruikbare videobeelden, ook van omstanders met een gsm. Daarmee kunnen, soms maanden later nog, relschoppers worden herkend en aangehouden. Zowel voor de strafzaak als voor het verhalen van de schade is dat van belangâ.