Rijk en regio besluiten over invulling MobiliteitsAanpak

Dit najaar hebben minister Eurlings (Verkeer en Waterstaat), minister Cramer (VROM) en staatssecretaris Huizinga (Verkeer en Waterstaat) samen met de decentrale overheden weer jaarlijkse afspraken gemaakt over ruimtelijke investeringen. In acht overleggen is er per landsdeel gesproken over het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT), de invulling van de MobiliteitsAanpak, spoorwegen en vaarwegen en over de voorbereiding van de verstedelijkingsafspraken 2010 - 2020. Deze overleggen mondden uit in tientallen afspraken per regio over hoe Nederland op het gebied van infrastructuur en ruimte de komende jaren wordt ingevuld.

Zoals aangekondigd in de MobiliteitsAanpak werken minister Eurlings en staatssecretaris Huizinga aan een robuust mobiliteitssysteem waardoor Nederland vlot en veilig van deur tot deur kan reizen. Met de regio's zijn afspraken gemaakt over de aanpak van:
* het knooppunt Gouwe (het Rijk en de regio investeren ieder 100 miljoen);
* de flessenhals A12 (het Rijk investeert 45 miljoen);
* de N35 Zwolle-Wierden (het Rijk investeert 22,1 miljoen; de regio 30 miljoen);
* A1 Apeldoorn-Deventer Oost (het Rijk investeert circa 35 miljoen; de regio 5,1 miljoen).

Voor de korte termijn geeft het Actieplan Wegen invulling aan de 200 miljoen euro die het Rijk beschikbaar heeft voor de betere benutting van wegen. Doel is om de file top-50 van Nederland aan te pakken en aansluitingen tussen rijkswegen en regionale wegen te verbeteren. Enkele voorbeelden: de aansluitingen van de N205 en N207 met de A4 wordt verbeterd waardoor deze wegen een goed alternatief vormen voor de A4 bij Burgerveen (12 miljoen euro van het Rijk). Rondom de vier grote steden wordt de uitwisseling met de omliggende rijkswegen verbeterd. Dit gebeurt bijvoorbeeld door beter verkeersmanagement en route-informatie op de ring A10 rond Amsterdam (33 miljoen euro van het Rijk). In Zeeland en Brabant worden aansluitingen geoptimaliseerd (22 miljoen van het Rijk). Daarnaast wordt geïnvesteerd in verkeerscentrales en incidentmanagement om verstoringen snel te verhelpen (28 miljoen euro van het Rijk).

Voor het actieprogramma regionaal OV zijn voor totaal ruim 1 miljard euro afspraken gemaakt. Het Rijk en de regio delen dit bedrag. Daarmee kunnen capaciteitsknelpunten worden opgeheven en ontbrekende verbindingen en snelheids- en frequentieverhogingen worden gerealiseerd. Voorbeelden zijn: 60 miljoen voor het verbeteren van de westelijke tramlijnen in Amsterdam, goed voor 1,5 miljoen extra reizigers, 19 miljoen voor uitbreiding van frequenties en infrastructuur voor het stadsnet in Zwolle dat 1 miljoen extra reizigers oplevert, 2,5 miljoen euro voor een ontbrekende schakel in de stad Groningen, waar 400.000 nieuwe reizigers op afkomen en 43 miljoen voor verbetering van de Rotterdamse tramdiensten voor 4,5 miljoen nieuwe reizigers. Met Oost- en Noord-Nederland en Limburg zijn 13 regionale treindiensten besproken waarvoor het Rijk in deze kabinetsperiode 90 miljoen euro beschikbaar stelt.

Tijdens de overleggen zijn afspraken gemaakt voor 34 quick wins vaarwegen en binnenhavens; het Rijk heeft in deze eerste tranche 35 van de 62 miljoen euro die hiervoor beschikbaar is toegezegd; de regio's dragen tenminste eenzelfde bedrag bij. Voorbeelden van projecten zijn het herstel van een kadeterrein in de gemeente Echt-Susteren, uitbreiding van de containerterminal in Hengelo en baggerwerkzaamheden in de haven van Veghel.

Rijk en regio gaan ten behoeve van het MIRT gezamenlijk gebiedsagenda's ontwikkelen voor de lange termijn waarin ruimtelijke ambities, verstedelijkingsafspraken en mobiliteitsprogramma's van verschillende overheidslagen samenkomen. Dit zal onderwerp blijven van de MIRT gesprekken.

Zie de bijlagen voor de afspraken die tussen het Rijk en de regio's zijn gemaakt en de Gebiedsgerichte uitwerking MobiliteitsAanpak.

Noot aan redacties (