Universiteit Leiden

Het recht op slaafvrije chocolade

Wat hebben de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het burgerlijk recht, de `waardencatalogus' van minister Guusje ter Horst, en maatschappelijk ondernemen met elkaar te maken? Alles, meent Alex Geert Castermans, hoogleraar Burgerlijk recht. Vrijdag 28 november houdt hij zijn oratie.

Hagelslag
Zal de Nederlandse burger in de toekomst niet alleen de vrijheid hebben te kiezen voor hagelslag die maatschappelijk verantwoord is geproduceerd, maar daarop ook in rechte aanspraak kunnen maken? Hoogleraar Burgerlijk recht Alex Geert Castermans sluit niet uit dat dit nu al het geval is. Hij signaleert - en omarmt - belangrijke nieuwe ontwikkelingen in het burgerlijk recht, onder invloed van verschuivende maatstaven en afspraken over maatschappelijk verantwoord produceren en inkopen bij ondernemingen en overheden. De Nederlandse gezamenlijke overheden willen bijvoorbeeld onder leiding van VROM de markt voor duurzame producten stimuleren door het goede voorbeeld te geven en zelf duurzame producten te kopen.

Handvest verantwoordelijk burgerschap
Het evenwicht tussen rechten en plichten van de burger is zoek, en een fatsoensoffensief is nodig, zo vindt onze regering. Minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst werkt daarom aan een Handvest verantwoordelijk burgerschap, een `waardencatalogus'. Want, zo zegt de Troonrede van 2008, waarin het Handvest werd aangekondigd: `Alle inwoners van ons land dienen doordrongen te blijven van de democratische waarden en verantwoordelijkheden die het fundament vormen van de Nederlandse samenleving.'

Juridisch relevant
De reacties zijn zoals gebruikelijk verdeeld, van `hoog tijd', via `loffelijk maar vrijblijvend', tot `ja hoor, weer die spruitjeslucht'. Castermans vindt de overheidsfocus op de balans tussen rechten en plichten van burgers wel zinvol en bovendien juridisch relevant. `Het gaat over wat burgers van elkaar mogen verwachten. En daarmee zit je middenin het burgerlijk recht. Hoewel ik van harte hoop dat het over meer zal gaan dan uit autoraampjes gegooide verlopen parkeerbonnetjes.' Minister ter Horst noemde dit als voorbeeld van onverantwoordelijk burgerschap in een interview met de Volkskrant van 18 november.

Verklaring Rechten van de Mens
`Het Handvest verantwoordelijk burgerschap vraagt precies hetzelfde van ons als de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens', zegt Castermans. 10 december is het 60 jaar geleden dat die door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties werd aangenomen. `Bij mensenrechten denken we traditioneel aan de positie van burgers ten opzichte van overheden. Aan het recht op privacy, het recht om niet te worden gemarteld, etcetera. Maar de Universele Verklaring van de Rechten voor de Mens richt zich wel degelijk ook tot de burger. In artikel één ervan wordt ieder individu aangesproken. Als individu heb je de plicht tegenover de gemeenschap om de mensenrechten in de samenleving te verwezenlijken.'

Afbeelding: De verpakking van chocoladeletter A biedt geen informatie over de omstandigheden waaronder de grondstof, cacao, is geproduceerd. Chocoladeletter G draagt het Fair Trade keurmerk, en is gemaakt van gegarandeerd slaafvrij geproduceerde cacao. De keuze voor een van de twee is vrij. Maar heeft de consument ook recht op een chocoladeletter die niet door kinderen is gemaakt? Zelfs als die garantie niet op de verpakking staat?

Multinationals
De plicht van de burger - of rechtspersoon - om de mensenrechten te verwezenlijken heeft in het Nederlandse burgerlijk recht door allerlei factoren echter nauwelijks handen en voeten - ofwel rechtsgevolg - gekregen. Castermans: `Maar daarin is nu juist een kentering gekomen. De laatste tien jaar zie je in toenemende mate dat ondernemingen, van kleine bedrijven tot multinationals, hun productieketen op orde gaan brengen, en daarbij verwijzen naar de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Ook zijn ondernemingen daar in internationaal verband en in samenwerking met de VN afspraken over gaan maken, bijvoorbeeld door zich te verplichten aan ISO-normen voor maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen. Dat heeft allemaal te maken met bijvoorbeeld contractenrecht, arbeidsrecht of aansprakelijkheidsrecht. Je ziet hetzelfde proces bij overheden. De Nederlandse overheid heeft dit jaar ook aangekondigd maatschappelijk verantwoord te gaan inkopen.'

Recht volgt maatschappelijke ontwikkelingen
`Of ze nageleefd worden of niet, doordat op grote schaal afspraken van deze aard worden gemaakt en de Universele Verklaring meer en meer onderdeel wordt van de corporate values, ontstaat nieuw recht waarin de mensenrechten effect krijgen. Daar kan een rechter iets mee, als een onderneming voor hem is gesleept, met een beroep op de mensenrechten, omdat die onderneming autobanden verkoopt die zijn geproduceerd op een rubberplantage in Liberia onder mens- en kindonwaardige omstandigheden. Daarmee krijg je rechtsontwikkeling. Recht komt niet uit de lucht vallen. Normen en maatstaven veranderen, en het recht volgt. Een volgende stap is dan: mag je als burger, als consument, dan ook - voor de rechter - eisen dat het product dat je in de supermarkt koopt maatschappelijk verantwoord is geproduceerd? Als het er expliciet op staat? En ook als het er niet op staat? En ben je als consument ook zelf verantwoordelijk voor de werkomstandigheden op een rubber- of cacaoplantage? Hoort die maatschappelijk zuivere productieketen bij de eigenschappen die dat product volgens de koopovereenkomst heeft? Dat levert nu al interessante juridische discussies op.'

Goedkope winterbanden
Aan maatschappelijk verantwoord en duurzaam geproduceerde producten als norm hangt een prijskaartje. Zal iedereen dit kunnen betalen? `De prijsontwikkeling zal anders zijn dan nu, omdat stunten met verdacht goedkope winterbanden lastig zal worden, maar we zullen inderdaad minder kunnen kopen dan we gewend zijn. Kinderen zullen het ook maar moeten leren en moeten misschien wat minder hagelslag morsen naast de boterham. We moeten de lat hoog leggen. In 1948 werd de lat ook hoog gelegd.

Alex Geert Castermans werd in 2007 benoemd tot hoogleraar Burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden. Van 2004 tot 2008 was hij voorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling. Daarvoor was hij vanaf 1992 advocaat en sinds 1998 partner bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn in Den Haag, het kantoor van de landsadvocaat, in de secties arbeids- en ambtenarenrecht, en cassatie.

Oratie prof.mr. A.G. Castermans
Titel: De burger in het burgerlijk recht Vrijdag 28 november, 16.00 uur
Academiegebouw, Rapenburg 73 te Leiden
Aanmelden