Ministerraad
Rijksministerraad stemt in met Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Persbericht | 05-12-2008
De Rijksministerraad heeft ingestemd met een voorstel van Rijkswet dat
de organisatie van de rechtspraak regelt voor Curaçao, Aruba, Sint
Maarten en voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba met ingang van het
moment waarop de staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk zijn
gewijzigd (Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie). De landen
binnen het Koninkrijk zullen samenwerken in één rechtelijke
organisatie die sterke overeenkomsten vertoont met de huidige
rechterlijke organisatie van de Nederlandse Antillen en Aruba.
Onder de nieuwe staatkundige verhoudingen zullen Curaçao en Sint
Maarten een zelfstandig land binnen het Koninkrijk vormen en zullen
Bonaire, Sint Eustatius en Saba voortaan onderdeel van Nederland zijn.
In de nieuwe situatie zal er, net als nu op de Nederlandse Antillen en
Aruba het geval is, sprake zijn van één Gemeenschappelijk Hof van
Justitie.
Onder het Hof zullen Gerechten in eerste aanleg ressorteren. Ieder
land krijgt een Gerecht in eerste aanleg. Dat betekent dat er vier
Gerechten in eerste aanleg komen: één van Curaçao, één van Aruba, één
van Sint Maarten en één van Nederland ten behoeve van de rechtspraak
op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het Hof en de Gerechten vormen één
organisatie. De Hoge Raad der Nederlanden blijft cassatierechter.
Het Hof krijgt een bestuur dat is belast met het dagelijks beheer en
de bedrijfsvoering. Nieuw ten opzichte van de huidige situatie is de
instelling van een Beheerraad. De Beheerraad voert overleg met de vier
ministers van Justitie over de begroting van de rechterlijke
organisatie, houdt toezicht op het beheer door het bestuur van het Hof
en legt over het gevoerde beheer verantwoording af aan de ministers
van Justitie. De Beheerraad is vergelijkbaar met de Raad voor de
Rechtspraak die in Nederland fungeert als liaison tussen de politiek
en de rechterlijke macht.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State van het Koninkrijk zal worden gezonden. De tekst
van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State van het
Koninkrijk worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer en
toezending aan de Staten van de Nederlandse Antillen en Aruba.
Het wetsvoorstel berust op consensus tussen Nederland en de
Nederlandse Antillen in verband met de nieuwe staatkundige
verhoudingen. Ten aanzien van Aruba berust het op de bevoegdheid bij
Rijkswet regels te stellen ter waarborging van de rechtszekerheid.
Daarvoor is immers het Gemeenschappelijk Hof van Justitie onmisbaar.