Ingezonden persbericht


Persbericht

Den Haag, 27 november 2008

Tritonkabinet
Paul-Armand Gette en Niele Toroni
6 december 2008 t/m 5 april 2009
Gemeentemuseum Den Haag

De één is een minimalistische schilder, die het schilderen heeft teruggebracht tot herhaalde afdrukken van kwast n° 50 op regelmatige afstand van elkaar. De ander is een conceptuele kunstenaar die ooit is begonnen als wetenschapper. Niele Toroni (Muralto, Zwitserland, 1938) en Paul-Armand Gette (Lyon, Frankrijk, 1927) bundelen voor het Gemeentemuseum Den Haag hun krachten om samen in het Tritonkabinet een kunstwerk tot stand te brengen. Zij hebben elkaar gevonden in een voor de hand liggend thema: de erotiek van het vrouwelijk lichaam.

De titel en inspiratie van hun tentoonstelling staat al boven de zaal waar Gette en Toroni aan de slag zullen gaan, zo ontdekten zij bij een bezoek aan het Gemeentemuseum: Tritonkabinet. In de Griekse mythologie is Triton een zeegoddelijkheid, de zoon van Poseidon. In de beeldende kunst worden tritonen vaak als begeleiders van hun vader en zeenimfen voorgesteld. Maar de gedachten van de kunstenaars voerden hen ook naar de Triturus, een klein soort salamander, en via de waternimfen naar de Nymphaea alba, de witte waterlelie die in de vijver voor het Gemeentemuseum voorkomt.

Als één van de oprichters van de Parijse avantgardegroep BMPT (Buren, Mosset, Parmentier en Toroni) brak Niele Toroni in de jaren 70 snel door in de internationale kunstwereld, die in die tijd sterk op het minimalisme was gericht. Momenteel is hij hiervan één van de beroemdste vertegenwoordigers, hoewel hij zich nooit volledig met deze stroming heeft geïdentificeerd. Anders dan veel andere minimalisten heeft Toroni namelijk nooit de schilderkunst afgezworen - integendeel: hij is een schilder in de meest pure vorm. Steeds weer past hij dezelfde methode toe: afdrukken van kwast no. 50 op regelmatige afstand van 30 cm. van elkaar. Het kunstwerk ontstaat door de toepassing van deze methode op een specifieke situatie in een specifieke plaats. Voor het Gemeentemuseum, waar hij in 1993 een overzichtstentoonstelling had, maakte hij eerder het werk empreintes de pinceau n°50 répétées à intervalles réguliers de 30 cm Omaggiodat nog steeds in één van de trappenhuizen van het museum is te zien.

Paul-Armand Gette wordt regelmatig als conceptueel kunstenaar gezien, maar in zijn werk staat niet zozeer het terugbrengen van het kunstwerk tot een concept centraal, maar vooral de verbinding tussen kunst en wetenschap. Van huis uit is hij bioloog en geoloog en hij begon zijn carrière veelbelovend als directeur van een natuurwetenschappelijk laboratorium. De wetenschap begon hem echter langzaam maar zeker te benauwen; het was te beperkt. Om zich te kunnen richten op het poëtische gehalte van de wetenschap maakte hij de overstap naar de kunst. Zijn fascinatie met de natuur is nog steeds duidelijk terug te vinden in zijn kunstwerken, waarin hij uiteenlopende elementen uit de wetenschap, beeldende kunst en literatuur combineert.

Dit is de derde keer dat Paul-Armand Gette en Niele Toroni gezamenlijk aan een installatie werken. Eerder deden zij dat in galerie Sollertis in Toulouse en in het Musée des Beaux-Arts te Nantes.