Datum: 8 december 2008
Tijdens de persconferentie van maandag 8 december, van 13.30 tot 16.00
uur, informatie verkrijgbaar bij Henk Kranendonk (tel. 070-3383406)
Nederlandse economie krimpt volgend jaar ¾%; licht herstel in 2010
De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische
bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig
niet is voorgekomen. Volgend jaar krimpt de Nederlandse economie naar
verwachting met ¾%. Vooral het exporterende bedrijfsleven ondervindt
de gevolgen van de internationale economische malaise. Opdrogende
financieringsbronnen en de terugval van de productie ontmoedigen
bovendien de investeringen. In de huidige raming ligt besloten dat de
wereldhandel en de kredietverlening in de loop van volgend jaar
enigszins herstellen. De Nederlandse economische groei trekt hierdoor
aan, zodat deze 1% bedraagt in de prognose voor 2010. De onzekerheden
rondom de timing van dit herstel zijn echter groot.
Door de terugval van de economie loopt de werkloosheid de komende twee
jaar sterk op, tot 6½% in 2010. Lagere grondstof- en energieprijzen
drukken de inflatie, wat de ontwikkeling van de koopkracht ten goede
komt.
De ongunstige economische situatie komt ook in de overheidsfinanciën
tot uiting. Het begrotingsoverschot van dit jaar slaat om in een
tekort van 2,4% BBP in 2010. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door
lagere ontvangsten uit belasting- en premieheffing en aardgas en door
hogere uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen.
Dit zijn de hoofdlijnen uit de vandaag gepresenteerde Decemberraming
2008. Door de kredietcrisis is er sprake van een uitzonderlijke
economische situatie. Daarom presenteert het Centraal Planbureau in
deze Decemberraming 2008 niet alleen analyses en prognoses voor de
Nederlandse en voor de wereldeconomie in het huidige en het komende
jaar, 2008 en 2009, maar ook voor 2010. Een apart document gaat dieper
in op de oorzaken van de kredietcrisis en de mogelijke consequenties
voor het economische beleid.
Wereldhandelsvolume neemt volgend jaar af
De toch al aanzienlijke problemen op de internationale financiële
markten zijn sinds het faillissement van Lehman Brothers op 15
september alleen maar toegenomen. Voor nagenoeg alle westerse
economieën is het beeld voor volgend jaar dan ook somber. Zowel in de
Verenigde Staten als in het eurogebied krimpt de economie. Ook
opkomende economieën blijven niet buiten schot, al blijft de
economische groei in China hoog vergeleken met die in de rijke landen.
In 2010 volgt een beperkt herstel in de Verenigde Staten en het
eurogebied. Het expansieve monetaire en begrotingsbeleid in de
verschillende westerse landen draagt hieraan bij.
Door de mondiale recessie neemt het volume van de voor Nederland
relevante wereldhandel in 2009 naar verwachting af met 2¾%. Met deze
raming onderscheidt het CPB zich van andere ramingsinstituten, die
voor komend jaar nog uitgaan van een geringe stijging van de
wereldhandel. Sinds 1975 is de relevante wereldhandel niet meer
gedaald. In 2010 is in de prognose sprake van een bescheiden groei van
3% door het beperkte economische herstel in de Verenigde Staten en het
eurogebied.
Onzekerheden ongekend groot
De ramingen van de Nederlandse economie zijn met grote onzekerheden
omgeven. Van belang is vooral hoe lang en in welke mate de financiële
markten nog in de greep blijven van de economische crisis. De
neerwaartse risico's zijn aanzienlijk. Vooral de doorwerking van de
financiële crisis op de reële sector kan ernstiger zijn dan nu in de
ramingen wordt verondersteld. Onderzoek naar eerdere financiële crises
in Spanje, Zweden, Noorwegen, Finland en Japan laat zien dat
dergelijke financiële crises meestel langer duren dan een gewone
conjuncturele inzinking. De huidige crisis is bovendien wereldwijd. Er
is een variant berekend waarin wordt uitgegaan van een lagere
wereldhandelsgroei om rekening te houden met deze negatieve risico's.
Werkloosheid loopt sterk op
Dit jaar komt een einde aan een periode van drie jaar waarin de
werkloosheid daalde. De arbeidsmarkt reageert vertraagd op de terugval
van de productie. Hoewel naar verwachting ook volgend jaar de
werkloosheid al toeneemt, zal de werkloosheid echter vooral in 2010
stijgen. Volgend jaar is naar verwachting 4½% van de beroepsbevolking
werkloos, terwijl in 2010 dit percentage 6½ is. Het gemiddelde aantal
werkloze personen in dat jaar is bijna 200 000 hoger dan in 2008.
Daarmee is de daling van de afgelopen drie jaar ongedaan gemaakt.
Inflatie en loonstijging gematigd
Door de wereldwijd afnemende economische bedrijvigheid zijn met name
de olieprijzen de afgelopen maanden flink gedaald. In de raming wordt
gerekend met een olieprijs van 50 dollar per vat Brent in de komende
twee jaar, vrijwel een halvering ten opzichte van de 98 dollar die dit
jaar gemiddeld voor een vat Brent moest worden neergeteld. Dit
vermindert de inflatie. De geraamde stijging van de
consumentenprijsindex is 1½% in 2009 en 1% in 2010, tegenover 2½% in
2008. De lagere inflatie heeft een drukkend effect op de
loonontwikkeling, net als de verslechterde situatie op de
arbeidsmarkt. De loonstijging in de cao's wordt geraamd op 3% in 2009
en 1½% in 2010.
Vermogensverliezen temperen consumptiegroei
De consumptieve bestedingen van gezinnen groeien dit jaar nog met 2%,
maar volgend jaar is naar verwachting sprake van een nulgroei.
Opmerkelijk genoeg stijgt het reëel beschikbaar gezinsinkomen dan
juist iets harder dan in 2008, vooral door de lagere inflatie. Dit
wordt echter volledig tenietgedaan door de effecten van de opgetreden
vermogensverliezen. De AEX-index lag ultimo november bijna 50% lager
dan eind 2007. Dit werkt sterk door in de consumptiegroei van volgend
jaar. Verondersteld wordt dat in 2010 geen verdere vermogensverliezen
worden geleden. Omdat bovendien sprake is van een bescheiden
inkomensverbetering, consumeren huishoudens in 2010 naar verwachting
1½% meer.
Koopkracht verbetert in 2009 en 2010
De statische koopkracht - die geen rekening houdt met individuele
veranderingen zoals promotie, werkloosheid, samenwonen of scheiden -
neemt in 2009 in doorsnee met 1¾% toe. De koopkracht verbetert sterk
t.o.v. de raming in de Macro Economische Verkenning van september jl.
doordat de inflatie snel afneemt vanwege de daling van de olieprijs.
De inkomensstijging is in 2009 nog vrij hoog, mede doordat bij de
afsluiting van cao's nog werd gerekend op een hoge inflatie en een
lage werkloosheid. Werknemers houden bovendien netto meer over,
doordat zij vanaf 2009 geen WW-premie meer hoeven te betalen. De
koopkracht van 65-plussers neemt in veel gevallen nog toe, ondanks de
achterblijvende indexatie van de aanvullende pensioenen. 65-plussers
met individuele inkomens boven 34 000 euro gaan er dikwijls in
koopkracht op achteruit, doordat zij niet profiteren van de verhoging
van de ouderenkorting.
Bedrijven investeren minder
Het volume van de investeringen van bedrijven neemt in de prognose de
komende twee jaar af. Er is gezien de zwakke vraag weinig noodzaak te
investeren in nieuwe machines. Bovendien daalt het rendement op
investeringen door lagere winsten. De kredietcrisis leidt daarnaast
tot hogere rentes op leningen, wat investeringen duurder maakt. Ten
slotte hebben banken de kredietvoorwaarden voor bedrijven
aangescherpt, zodat de financiering van de investeringen moeilijker is
geworden.
Internationale malaise treft uitvoer
De verslechterde internationale economische situatie zorgt naar
verwachting in 2009 voor een daling van de uitvoer van fabrikaten met
2¼%. De prijsconcurrentie verbetert door de recentelijk goedkoper
geworden euro, maar dit biedt geen soelaas. Zowel de binnenslands
geproduceerde uitvoer als de wederuitvoer dalen. Het is naar
verwachting vooral de wederuitvoer die harde klappen krijgt. De
wederuitvoer bestaat voor een relatief groot deel uit goederen die
conjunctuurgevoeliger zijn. In 2010 trekt de wereldhandel weer iets
aan. In navolging daarvan neemt ook de uitvoer toe. Vooral de
wederuitvoer kan dan profiteren.
Overheidsfinanciën
De snel verslechterende economische vooruitzichten komen ook bij de
overheidsfinanciën tot uiting. Het begrotingsoverschot van 1,3% BBP
dit jaar slaat om in een tekort van naar verwachting 1,2% BBP in 2009
en 2,4% BBP in 2010. De economische tegenwind uit zich bij de
collectieve financiën in aanzienlijk lagere ontvangsten uit belasting-
en premieheffing en in hogere uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen.
Bovendien ondersteunt het kabinet de conjunctuur door
lastenverlichting te geven. Naast de lastenverlichting die al was
opgenomen in de begroting voor volgend jaar, worden de lasten verder
verlaagd door versnelde fiscale afschrijving op investeringen toe te
staan. De EMU-schuld neemt als gevolg van de interventies van het rijk
in de financiële sector aanzienlijk toe. Daartegenover staan meer
bezittingen, zodat de netto vermogenspositie in eerste instantie niet
verandert. Het effect op het EMU-saldo van deze interventies is
beperkt, omdat tegenover hogere rentebetalingen hogere dividenden en
renteontvangsten staan.
Het CPB brengt vandaag de volgende artikelen rond de kredietcrisis
naar buiten:
* Zwaar weer op komst: artikel over de ontwikkeling van de
Nederlandse economie en de wereldeconomie in de jaren 2008-2010
(zie ook hierboven)
* De kredietcrisis en de Nederlandse economie in acht Frequently
Asked Questions: gaat in op de oorzaken van de crisis en de
maatregelen die nodig zijn in reactie hierop; zie verder
hieronder.
* Pensioenspaarpot verdampt: dit artikel gaat in op de gevolgen van
de kredietcrisis voor de pensioenfondsen
* Gooi het kind niet weg met het badwater: column van Coen Teulings
over de kredietcrisis.
Alle artikelen zijn geschreven voor de CPB Nieuwsbrief 2008/4, die
donderdag 18 december 2008 zal verschijnen.
Grote veranderingen nodig in financiële sector en toezicht hierop
De kredietcrisis zal leiden tot aanpassingen in het toezicht. In de
afgelopen jaren is wereldwijd te veel krediet verstrekt als gevolg van
financiële innovaties, te optimistische verwachtingen en gaten in de
regulering. Vorig jaar ging het mis bij de hypotheken die zijn
verstrekt aan weinig kredietwaardige Amerikaanse huizenbezitters, met
forse verliezen voor banken tot gevolg. Daarna leden banken ook flinke
verliezen op andere activa, waardoor hun kredietcapaciteit sterk
verminderde. Bovendien ontstond wantrouwen tussen banken onderling en
onrust bij hun klanten. Overheden grepen terecht in om te voorkomen
dat banken massaal zouden omvallen. Zo'n golf aan bankfaillissementen
zou, net als in de jaren dertig, tot een diepe recessie en
massawerkloosheid leiden. De Nederlandse staat verschafte tot nu toe
voor 30 mld euro aan kapitaal aan banken, zegde 200 mld euro aan
kredietgaranties toe en breidde de depositiegarantieregeling sterk
uit.
De crisis zal leiden tot grote veranderingen in de financiële sector
en het toezicht daarop. Bij nieuwe regelgeving dient gewaakt te worden
tegen doorschieten, want goed functionerende financiële markten
stimuleren investeringen en innovatie. Het recente overheidsingrijpen
bij de Nederlandse banken was noodzakelijk, maar het is gewenst dat de
staat zijn belangen zo snel als mogelijk is afbouwt om nadelige
economische effecten te vermijden.
Voornoemde publicaties zijn gratis beschikbaar als PDF-file op de
website van het Centraal Planbureau (www.cpb.nl):
CPB Memorandum 209, Decemberraming 2008: Zwaar weer op komst
CPB Memorandum 210, De kredietcrisis en de Nederlandse economie in
acht Frequently Asked Questions
CPB Memorandum 211, Pensioenspaarpot verdampt
Column Coen Teulings, Gooi het kind niet weg met het badwater
Inlichtingen bij: Jacqueline Timmerhuis (tel. 070-3383477), Mark Roscam Abbing (tel. 070-3383301), Johan Verbruggen (tel. 070-3383404), Wim Suyker (tel. 070-3383456) en Michiel Bijlsma (tel. 070-3383490)