Rechtbank 's-Gravenhage

Zitting in zaak tegen drie verdachten tulpenbollenfraude geschorst tot 5 maart 2009

Den Haag, 8 december 2008 - De rechtbank 's-Gravenhage heeft vrijdag 5 december 2008 het onderzoek ter zitting in de zaken tegen drie verdachten die betrokken zouden zijn bij de zogenoemde tulpenbollenfraude, geschorst tot 5 maart 2009. De voorzitter heeft dit meegedeeld tijdens de zitting die gehouden is op vrijdag 5 december en volgde op de regiezitting van 21 november jl.

Ontvankelijkheid OM
De officier van justitie had de rechtbank tijdens de regiezitting van 21 november 2008 verzocht ambtshalve een beslissing te nemen over de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, nu er zich in het dossier geheimhouderstukken (waaronder telefoontaps tussen verdachten en advocaten en faxberichten van advocaten aan verdachten) bevinden en deze niet conform artikel 126aa van het Wetboek van Strafvordering zijn vernietigd.
De raadsvrouw had onder meer om die reden het preliminaire verweer gevoerd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

Tijdens de beraadslaging is de rechtbank met betrekking tot dit verweer tot het oordeel gekomen dat het onderzoek niet volledig is geweest. Voordat de rechtbank een beslissing neemt ten aanzien van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie acht de rechtbank het noodzakelijk dat de officier van justitie de rechtbank antwoord op een aantal vragen van de rechtbank die betrekking hebben op geheimhoudersstukken in het dossier.

Zitting 5 maart 2009
Op de terechtzitting van 5 maart 2009 zal de rechtbank, zo mogelijk, en nadat het Openbaar Ministerie en de verdachten daarover hun respectieve standpunten kenbaar hebben gemaakt, over de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie beslissen. Op voorhand kan de rechtbank uiteraard niet uitsluiten dat zij ter terechtzitting zal beslissen dat verder onderzoek naar de ontvankelijkheid nodig is. Mocht de rechtbank ter terechtzitting van 5 maart 2009 tot het oordeel komen dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is, dan zal zij vervolgens op die terechtzitting tot de behandeling van de onderzoekswensen van verdachten overgaan.

Verdachten
De drie verdachten zijn twee voormalige directeuren van het SBC (Sierteel Bemiddelings Centrum) en een zwager van één van hen.


Bron: Rechtbank 's-Gravenhage Datum actualiteit: 8 december 2008