Gerechtshof Arnhem
Officier van Justitie niet ontvankelijk in hoger beroep zaak dn Anwas
Het gerechtshof Arnhem heeft in de zaak van de
Beleggingssociëteit/Beleggerssociëteit dân Anwas uit Doetinchem het
openbaar ministerie (OM) niet-ontvankelijk verklaard in het hoger
beroep. In de periode van eind 1995 tot 1998 zouden beleggers van dân
Anwas zijn benadeeld door de verdachten.
De reden voor de niet-ontvankelijkverklaring is dat het OM niet binnen
de wettelijke termijn ter griffie van de rechtbank hoger beroep heeft
ingesteld door het indienen van een schriftuur en dat verzuim ook niet
nadien heeft hersteld. Daarbij komt dat het OM de verdachten ook niet
in de periode van ruim negen maanden tussen het instellen van het
hoger beroep (op 18 februari 2008) en de behandeling ter
terechtzitting (op 24 november 2008) heeft geïnformeerd over de reden
van het hoger beroep.
Bij de rechtbank
De rechtbank Zutphen had het OM al op 5 februari 2008
niet-ontvankelijk verklaard in de strafvervolging wegens
overschrijding van de redelijke termijn waarbinnen de zaak behandeld
had moeten zijn.
Het hoger beroep
Het OM had hiertegen geappelleerd, maar het hof is aan de beoordeling
van die beslissing van de rechtbank niet toegekomen, omdat het OM op
onjuiste wijze heeft geappelleerd.
Bij de belangenafweging tussen het wel of niet laten doorgaan van het
hoger beroep is voor het hof doorslaggevend geweest dat er bij de
rechtbank al een zeer grote vertraging in de behandeling is geweest
als gevolg van inactiviteit van het OM en dat bij het instellen van
het hoger beroep het OM wederom op aanmerkelijk onzorgvuldige wijze is
omgesprongen met de rechten en belangen van de verdachten.
LJ Nummer
BG6126
Bron: Gerechtshof Arnhem
Datum actualiteit: 8 december 2008 Naar boven