Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
---
Datum Bijlage(n) 8 december 2008 - Ons kenmerk Uw kenmerk VenW/DGW-2008/2038 2008ZO7012/2080905510 Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hiermee beantwoord ik de vragen van het lid Neppérus (VVD) over de verschillen in waterschapsbelasting. (Ingezonden op 18 november 2008)


1. Bent u bekend met het artikel `Rekenkamer moet op waterschappen letten'1?


1. Ja.


2. Wat vindt u van de verschillen in de waterschapsbelasting die de verschillende waterschappen opleggen? Zijn deze verschillen te verdedigen?


3. Bent u van plan om de kostenefficiëntie van de waterschappen te onderzoeken?


4. Bent u van plan maatregelen te nemen om deze tarieven te harmoniseren?


2, 3 en 4.
Het vaststellen van de hoogte van de waterschapsbelasting is een autonome bevoegdheid van de waterschappen. Die autonomie is wettelijk verankerd en recent in de Wet modernisering waterschapbestel (Staatsblad 2007, 208) bevestigd. Binnen de waterschappen zijn het de algemeen besturen die de hoogte van de tarieven vaststellen, de tariefontwikkeling in het oog houden en nagaan in hoeverre de bestedingen op een kostenefficiëntie wijze plaatsvinden. In deze democratisch verkozen besturen zijn de personen en bedrijven die de belasting betalen vertegenwoordigd. Zij praten rechtstreeks


1 De Telegraaf, 13 november 2008
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VenW/DGW 2008/2038

mee over de hoogte en besteding van de belastinggelden (uitmondend in de vaststelling van de begroting en de belastingtarieven) en kunnen tijdens en na afloop van het jaar (via tussentijdse rapportages en jaarrekening) controleren of de belastinggelden doeltreffend en doelmatig worden besteed.
Voorts geldt dat de vergaderingen en stukken van het algemeen bestuur van een waterschap openbaar en voor een ieder toegankelijk en beschikbaar zijn. Daarnaast oefent de provincie het bestuurlijk toezicht op de waterschappen uit en ziet langs die lijn toe op de hoogte van de belasting en de efficiënte besteding daarvan. De verschillen in hoogte van de belasting zijn verklaarbaar uit de verschillen in lokale omstandigheden en gemaakte bestuurlijke keuzes door de waterschappen.

Overigens is door de Unie van Waterschappen is een korte analyse uitgevoerd naar de totstandkoming van de getallen die in het artikel staan. Hieruit komt naar voren dat er feitelijke onjuistheden worden gepresenteerd. Zo is bijvoorbeeld het laagste bedrag dat in het artikel genoemd wordt een factor 3 te laag. Hierdoor komt het beeld dat uit de getallen naar voren komt in een ander perspectief staan. Voor een correct beeld van de verschillen in waterschapsbelasting verwijs ik naar het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen. Het COELO biedt jaarlijks een compleet overzicht van de ontwikkeling van de lokale lasten inclusief die van de waterschappen. Daarin wordt ook aandacht besteed aan de verschillen in belastingen en heffingen die bij de verschillende decentrale overheden optreden.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa

---