28-11-2008 |
Kamerbrief inzake geannoteerde agenda RAZEB 8 en 9 december 2009
Graag bieden wij u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene
Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 8 en 9 december 2008.
De minister van Buitenlandse Zaken, De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen Drs. F.C.G.M. Timmermans
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen (RAZEB) van 8 en 9 december.
Algemene Zaken
Voorbereiding Europese Raad
De Raad zal zich ter voorbereiding op de Europese Raad van 11-12 december
buigen over het goedkeuringsproces van het Verdrag van Lissabon, het klimaat en
energie pakket, de economische en financiële situatie en het EVDB.
Het Voorzitterschap wil tijdens de ER van december voortgang boeken met de
afronding van het ratificatieproces van het Verdrag van Lissabon op basis van de
elementen die de Ierse regering daarvoor zal aandragen.
Verder zal de Europese Raad tot een akkoord op politieke hoofdlijnen moeten
komen over de klimaat- en energievoorstellen. Naar verwachting is er een aantal
zaken dat nog door de lidstaten besproken zal moeten worden, zoals de vraag hoe
de veilingregimes voor de verschillende sectoren onder het Europese
emissiehandelsysteem vorm te geven.
Ook zal de ER spreken over het Economic Recovery Plan dat de
Europese Commissie op 26 november publiceerde. Nederland zal daarbij aandacht
vragen voor de volgende
parameters:
Wat betreft EVDB streeft het Voorzitterschap naar aanvaarding van een bijlage
bij de Veiligheidsstrategie (zie hieronder).
Uitbreiding
De Raad zal conclusies aannemen over het jaarlijkse uitbreidingspakket van de
Commissie, dat dit jaar bestaat uit een strategiedocument en de acht reguliere
voortgangsrapportages. Hierin geeft de Commissie haar oordeel over de
vorderingen die zijn geboekt in het pre-accessietraject van de
kandidaat-lidstaten (Turkije, Kroatië en Macedonië) en de overige landen met
toetredingsperspectief (Albanië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro, Servië en
Kosovo). Een uitgebreide appreciatie van de regering over het uitbreidingspakket
ging uw Kamer reeds op 21 november toe. Hierover is gesproken tijdens een
algemeen overleg op 27 november jl. Nederland constateert dat de bevindingen en
conclusies van de Commissie in hoofdlijnen overeenkomen met de Nederlandse
visie. Nederland is echter kritisch over het door de Commissie genoemde jaartal
2009 voor nieuwe stappen in het toenaderingsproces van Kroatië en Servië.
Nederland is van oordeel dat, conform de afspraken die zijn neergelegd in de EU
uitbreidingsstrategie van 2006, het tempo van toenadering afhankelijk is van de
mate waarin de noodzakelijke hervormingen in de individuele landen worden
doorgevoerd. Daarbij wordt ieder land op zijn eigen merites beoordeeld.
Nederland zal zich er dan ook voor inzetten dat in de conclusies niet naar deze
data wordt verwezen. Daarnaast zal Nederland waar nodig het belang van volledige
samenwerking met het Joegoslavië Tribunaal blijven benadrukken.
Externe Betrekkingen
WTO/Doha
De G-20 bijeenkomst van 15 november gaf een sterk politiek signaal af over
het belang van het spoedig bereiken van overeenstemming in de WTO/Doha-ronde. De
technische onderhandelingen in Genève zijn daarop geïntensiveerd. DG WTO, Pascal
Lamy, zal op korte termijn besluiten of er medio december een nieuwe
ministeriële bijeenkomst zal plaatsvinden. Als hij inderdaad een ministerieel
overleg bijeenroept, zal de RAZEB daarover spreken. Nederland is voorstander van
snelle politieke besluitvorming in de Doha-ronde, op basis van de resultaten die
bij de vorige ministeriële bijeenkomst (juli jl.) zijn bereikt. Nederland zal in
de Raad benadrukken dat de welvaartseffecten van verdere handelsliberalisatie in
WTO kader, zowel voor ontwikkelde landen als de ontwikkelingslanden, juist nu
van belang zijn omdat de financiële crisis gevolgen heeft voor de reële
(wereld)economie. Voorts zal Nederland ervoor pleiten dat de EU als eenheid naar
buiten treedt om de onderhandelingspositie van de EU te versterken en de
Europese Commissie te steunen in diens rol van constructieve onderhandelaar.
Westelijke Balkan
Op het moment van schrijven van deze geannoteerde agenda is de verwachting
dat de Raad zijn bespreking zal richten op Kosovo en specifiek zal ingaan op de
ontplooiing van de EU rule of law missie EULEX in geheel Kosovo.
Nederland is er voorstander van dat ontplooiing van EULEX Kosovo, ook in de
etnisch Servische gebieden, vanaf begin december zijn beslag krijgt.
Op 24 november stuurde de SGVN zijn rapport over de VN-missie in Kosovo,
UNMIK, aan de VN-Veiligheidsraad. Hij licht daarin de reconfiguratie van UNMIK
toe en noemt de ontplooiing van EULEX. Daarnaast bevat het rapport tijdelijke
voorzieningen voor de etnisch Servische gebieden in Kosovo op een zestal
terreinen (politie, douane, justitie, transport/infrastructuur, grenzen en
cultureel erfgoed), hetgeen het 'zespuntenplan' is gaan heten. Dit plan is het
produkt van besprekingen tussen de VN en Servië, in vervolg op een brief die
SGVN Ban Ki-Moon op 12 juni jl. aan president Tadic zond. De Kosovaarse regering
heeft het plan evenwel afgewezen.
Op 26 november nam de VN-Veiligheidsraad het rapport unaniem aan. In het
rapport is tevens opgenomen dat de dialoog met Servië en Kosovo wordt voortgezet
t.a.v. de arrangementen voor de etnisch Servische gebieden in Kosovo.
Pakistan
De Raad zal spreken over intensivering van de relatie EU-Pakistan. Sinds de
bespreking van de situatie in Pakistan tijdens de Raad in april j.l. heeft zich
een aantal belangrijke ontwikkelingen in Pakistan voorgedaan. Zo is de transitie
naar een civiel bestuur met de verkiezing van President Zardari afgerond. Ook
heeft de nieuwe regering, met steun van het parlement, de strijd tegen het
oprukkende terrorisme in eigen land opgevoerd. De economische crisis in Pakistan
heeft zeer ernstige vormen aangenomen; Pakistan was derhalve genoodzaakt een
IMF-lening van 7,6 mld USD aan te gaan.
Evenals andere lidstaten onderschrijft Nederland het belang van verdere
intensivering van de relaties met het strategisch belangrijke Pakistan, teneinde
de civiele regering te ondersteunen bij het bestrijden van de veiligheids- en
economische crises. De EU streeft naar nauwere politieke samenwerking; onder
meer op het gebied van de interculturele dialoog, mensenrechten,
contra-terrorisme, non-proliferatie en drugsbestrijding. Daarbij dient de
regionale dimensie (Afghanistan, India) niet uit het oog te worden verloren.
Voorts wil de EU de handels- en ontwikkelingsrelatie met Pakistan verder
ontwikkelen. De EU beantwoordt hiermee aan het Pakistaanse verlangen tot nauwere
politieke en handelsbanden met de EU.
MOVP
De Raad zal spreken over de stand van zaken in de onderhandelingen tussen
Israël en de Palestijnen en over de actualisering van de Midden-Oosten
Actiestrategie, die dateert uit 2007.
Tijdens de Kwartetbijeenkomt in Sharm el-Sheikh op 9 november 2009, waaraan
voor het eerst ook de Palestijnse president Abbas en de Israëlische minister van
Buitenlandse Zaken Livni deelnamen, hebben de onderhandelaars opnieuw bevestigd
te willen komen tot een vredesverdrag dat alle nog uitstaande kwesties regelt,
inclusief core issues als de status van Jeruzalem, het lot van de
vluchtelingen en de toekomst van de nederzettingen. Voorts onderstreepten zij de
kwaliteit en de ernst van hun besprekingen.
Nederland meent dat de EU, mede in haar kwaliteit als kwartetlid, het
onderhandelingsproces krachtig moet ondersteunen. De actualisering van de
Actiestrategie geeft ruimte om deze ondersteuning nader te preciseren, op die
terreinen waar de EU een toegevoegde waarde heeft. Nederland hecht m.n. aan een
voortgaande EU-rol in de opbouw van Palestijnse instituties en aan ondersteuning
van activiteiten die kunnen bijdragen aan uitvoering van een uiteindelijk
vredesakkoord, m.n. elementen die betrekking hebben op finale-statuskwesties als
vluchtelingen en water.
DRC
Sinds de afkondiging van een staakt-het-vuren op 16 november jl. zijn er in
Oost-Congo geen nieuwe gevechten uitgebroken tussen het CNDP van de dissidente
generaal Nkunda en het Congolese leger FARDC. Wel wordt nog gevochten tussen het
CNDP en verschillende, aan de Congolese overheid gelieerde, milities. De
humanitaire en veiligheidssituatie in Oost-Congo blijft bijzonder fragiel.
Volgens de Europese Commissie zijn inmiddels voldoende humanitaire goederen
beschikbaar om de bevolking in ieder geval tot begin januari van voedsel te
voorzien. Bepaalde delen van Noord-Kivu zijn echter moeilijk te bereiken door
slechte infrastructuur in combinatie met hevige regenval en de onveiligheid.
Nederland is van mening dat er een politieke oplossing gevonden moet worden
voor het conflict. Hiertoe dienen spoedig onderhandelingen tussen de Congolese
autoriteiten en CNDP plaats te vinden. Minister Koenders heeft tijdens zijn
bezoek aan Oost-Congo bij de verschillende partijen hierop aangedrongen. Ook
pleit Nederland voor spoedige uitvoering van het disengagement-plan van
de VN-vredesmacht in DR Congo (MONUC). Dit plan ziet toe op het terugtrekken van
de strijdende partijen en het creëren van bufferzones. MONUC zal deze
bufferzones moeten handhaven.
De VN-veiligheidsraad heeft op 20 november jl. ingestemd met het versterken
van MONUC met ruim 3000 man. Het is nog niet bekend welke landen deze troepen
zullen leveren en op welke termijn. Nederland zal zich inspannen voor een
militaire bijdrage van EU-lidstaten aan MONUC. Nederland zal 10 miljoen USD
bijdragen aan de financiering van luchttransport voor MONUC-troepen.
EVDB
De ministers zullen spreken over civiele en militaire capaciteitsversterking
en de Europese Veiligheidsstrategie. Frankrijk streeft er naar de doelen die de
EU zich heeft gesteld in de Headline Goal 2010 voor militaire capaciteiten te
herbevestigen. Zoals aangegeven in de Kamerbrief over appreciatie van de plannen
voor het Franse Voorzitterschap (28 augustus 2008), wil het Voorzitterschap de
Europese militaire capaciteiten versterken aan de hand van concrete projecten en
door bevordering van internationale samenwerking. Nederland hecht eraan dat
samenwerkingsinitiatieven zich richten op de Europese prioriteiten en open staan
voor alle lidstaten.
Ook zal er aandacht worden besteed aan versterking van de civiele
capaciteiten. Nederland maakt zich daarbij vooral sterk voor verbetering van de
civiel-militaire samenwerking. In dat kader stelt het Voorzitterschap voor om,
binnen het EU Raadsecretariaat, de directies die verantwoordelijk zijn voor
civiele en militaire strategische planning samen te voegen. Hierdoor zal bij de
eerste fase van het plannen van een missie beter gebruik kunnen worden gemaakt
van de kennis die aan beide kanten aanwezig is. Dit zal er voor zorgen dat de
uitvoeringsfase van een missie beter verloopt. Nederland pleit al lange tijd
voor betere civiel-militaire samenwerking binnen de EU en ondersteunt dit Franse
voorstel op hoofdlijnen. Nederland zal onder meer benadrukken dat dit voorstel
niet ten koste mag gaan van de operationele planning en aansturing van civiele
missies.
De Europese Veiligheidsstrategie dateert van 2003. SG/HV Solana heeft tijdens
de Europese Raad van 14 december 2007 opdracht gekregen de strategie tegen het
licht te houden. Het Voorzitterschap streeft naar aanvaarding tijdens de
Europese Raad van december 2008 van een bijlage bij de Europese
Veiligheidsstrategie met verbeteringen en aanvullingen. Tijdens de RAZEB zullen
de evaluatie en de aanvullingen worden besproken. De inzet van Nederland richt
zich vooral op verbetering van de coherentie (van alle instrumenten die de EU
ter beschikking staan, van de civiele en militaire instrumenten van het EVDB en
coherentie in optreden met andere partners zoals de NAVO). Daarnaast zet
Nederland zich in voor meer aandacht in de Europese Veiligheidsstrategie voor
thema's als klimaatverandering, energiezekerheid, mensenrechten, gender
en kinderen in gewapend conflict en non-proliferatie. Tot slot acht Nederland
het van belang dat in de strategie meer aandacht uitgaat naar een grotere
betrokkenheid van de EU met de nabuurschapslanden.
Ministerie van Buitenlandse Zaken