ChristenUnie


Wetenschappelijk Instituut

ABC van mediatrends

KC13 ka maandag 08 december 2008 08:34
Rob Nijhoff heeft een media-ABC
opgesteld voor een publicatie over media en opvoeding. "Ouders van nu met kinderen van nu. En opvoeden maar - tussen de media van nu. Terwijl die van morgen eraan komen. Een ABC voor ouders die het jargon
- en hun kinderen - nog een beetje willen bijbenen (zie D).", aldus Rob Nijhoff in de inleiding van zijn ABC.

Een ABC van Mediatrends

Door Rob Nijhoff

A is van Aandacht. Dat elk mediakanaal zoekt. Jouw aandacht. Die je maar één keer kunt uitgeven. Net als je geld en je tijd. Zijn jongeren tegenwoordig dan niet multi-tasking (zie M)? Ja, tot op zekere hoogte. Want teveel wordt ook een multi-tasker teveel. Emotionele boodschappen moet je toch verwerken. En als iets of iemand je echt interesseert, geef je vanzelf je volle aandacht.

B is van Beeldcultuur. Gaan woorden verdwijnen (zie Ontlezing)? Dat plaatjes meer zeggen dan duizend woorden, is geen nieuws. De trend naar `meer zichtbaar' kenmerkt onze cultuur: Alles moet transparant. En de gevoeligheid dan welke dingen je beter niet of indirect kunt laten zien of benoemen? Die moet je soms even wakker kietelen.

C is van Cracker, een erg fout figuur. Deze `kraker' is een hacker met boze bedoelingen (een black hat). Ook `goedwillende' hackers (white hats) proberen onder andere, als sport, in te breken in computernetwerken van overheden of bedrijven, maar melden dan welk lek ze in de beveiliging gevonden hebben.

D is van Dummy, dat komt van `dumb' (engels). Net als `stom' in het Nederlands, vergleed de oorspronkelijke betekenis van `niet kunnen praten' naar `onintelligent, dom'; `dumb' leek immers op het duitse `dumm'. Daarom ligt voor digibeten in de winkel bijvoorbeeld `Chatten voor Dummies'. Daarmee leer je hoe jongeren van nu hun huiswerk maken: al MSN-end, dus via MicroSoft Network of een vergelijkbaar programma, onderling aan de klets (=chat).

E is van Electronica. Opeens was het overal. Via electronische schakelingen kon je allerlei snufjes in je wasmachine of auto bedienen. Inmiddels is er `electronisch papier': een soort flinterdun beeldscherm dat leesbaar blijft als je het meeneemt als een los stuk papier. Alleen het verversen van het beeld kost stroom.

F is van Fundi. Een fundamentalist. Etiket voor de meer orthodoxe, strikte aanhangers van religies. Ondanks het achterlijke imago van fundi's, komt de combinatie met moderne techniek vaak voor. In Nederland was het softwarebedrijf van de gebroeders Baan typerend voor deze technische alertheid van de Bible Belt. Zie ook Q...

G is van Glasvezelnetwerk. Daarin gaat licht heen en weer. Omdat lichtsignalen veel sneller zijn dan elektrische signalen, kun je veel meer `overseinen' per seconde. Mooi - maar het raakt weer verstopt door HD (High Density)-beeldschermen die voor elke beeldopbouw veel meer signalen gebruiken.

H is van Hyves, maar iets was er eerst: HTML. HTML staat voor hypertext markup language, de taal (codes) waarmee een `webontwikkelaar' een internetpagina kan opmaken, zodat alles goed op het beeldscherm komt. Op Hyves plak je gewoon zelf jouw tekst, beeld of geluid in elkaar: de onderliggende Hyves-software maakt daar dan de codes van, waarmee overal ter wereld PC's je Hyve-stek op het scherm kunnen toveren.

I is van Internet, een netwerk van computernetwerken. Zo'n netwerkstructuur stelt men vaak tegenover een hiërarchische structuur: in een netwerk staat elk knooppunt op hetzelfde niveau. Maar dat hoeft niet. Ook op internet zijn sommige knooppunten `meer gelijk' dan andere. Voor Nederland ligt in Amsterdam de belangrijkste. Ook deze digitale `democratische revolutie' (net als het alfabet, zie L) kent dus nieuwe machtsconcentraties.

J is van Jeugdcultuur. `De jeugd' is zo snel. Dat is ook zo, geachte ouders. Bevraag `ze' daarom gerust: Hoe doe je dit? Waarom is dat zo populair? Vragen staat vrij. Tegelijk bent u onomkeerbaar ouder. Alleen al in leeftijd - u kent meer hoeken en gaten van Real Life (zie R), en beter de gezonde proporties. Maar ook als gezagsdrager. U bepaalt hoeveel experimenteerruimte u binnen uw blikveld geeft en daarbuiten bevraagt. U hebt uw mening. Toch?

K is van Kunst. Kunstmatig of echt? Kunstmatige Intelligentie (Artificial Intelligence) omvat vormen van technisch functioneren waarmee men `echte' menselijke intelligentie wil nabootsen of in elk geval bestuderen. Zoals een schaakprogramma. Maar je kunt met nieuwe media ook nieuwe, `echte' kunst maken. Je kunt bijvoorbeeld bewegende `Eschers' programmeren. Sommige kunstenaars leggen zich daarop toe.

L is van Letter. Daar begon het alfabet mee. In de regio Phoenicië-Israël (!) kwam men op het idee om - in plaats van honderden spijkertekens voor hele lettergrepen - ruwweg voor elke klank een letter te reserveren. Zo ontstond ons alfabet: zo'n twee dozijn tekens was genoeg. Daardoor konden steeds meer mensen leren schrijven. Een `democratische revolutie', net als de boekdrukkunst en inmiddels internet (zie I).

M is van Multi-tasking. `Veeltakerij'. Een computer lijkt tig taken tegelijk te doen. In werkelijkheid worden de microseconden processortijd achter elkaar verdeeld over die taken, zodat ze allemaal steeds een beetje opschieten. De vraag is: kunnen ook mensen tegenwoordig beter multitasken dan vroeger? Zie A.

N is van Nano. Dat is heel erg klein. `Nanos' is Grieks voor `dwerg'. Nano is ook `tien tot de min negende': een nanometer dus een miljoenste millimeter. Dat is de grootte van grote atomen. Zo kan de mens met nanotechnologie manipuleren met losse atomen. Dat betekent voor computers, netwerkverkeer en medialand nieuwe ontwikkelingen.

O is van Ontlezing. Wie leest immers nog? In elk geval u of jij nu. En Harry Potter mag ook niet klagen over zijn `belezenheid'. Lezen blijft wel, in welke vorm ook, wellicht via electronisch papier (zie E). Maar het zal wel moeten concurreren met ander en vaak visueler aanbod.

P is van Publieke Omroep. En van Pluriform. Het Nederlandse omroepstelsel geeft ruimte om een commerciële omroep te beginnen, maar daarnaast om met overheidsfinanciering professioneel in de samenleving allerlei geluiden publiek te maken. Vroeger begonnen verschillende `zuilen' (zie Z) omroepen, nu schuiven ook diverse specifieke doelgroepen aan, zoals de jongerenomroep BNN.

Q is van al-Qa'idah - wat arabisch is. Te vertalen als: `het fundament'. Een fundamentalist (zie F), een orthodox gelovige en een terrorist zien sommige westerse atheïsme-gelovigen dan ook als één pot nat. Al Qaida voert intussen een westerse mediaoorlog, en bestrijdt het westen dankzij rijke Osama's en hoogopgeleide ingenieurs met vluchtsimulators, Boeings, internetfilms, mediagenieke timing en GSM-bedienbare ontstekingen.

R is van Real Life. De werkelijkheid zelf. Te onderscheiden van bijvoorbeeld Second Life (zie S) of andere Virtual Reality (zie V). Nuchter-kritische argwaan wordt steeds nutttiger, nu niet alleen je oren (bij een hoorspel), maar ook je andere Real Life zintuigen bedrogen kunnen worden met digitale illusie (hoe zijn nieuwsbeelden bewerkt?).

S is van Second, als in Second Life. Een collectieve Virtual Reality (zie V) waarin elke deelnemers alle fraais en grofs uit de `echte' werkelijkheid kan inbrengen en uitproberen. Virtueel geld binnen Second Life (`Linden Dollars') wisselt men tegen euro's uit Real Life (zie R), en andersom. Virtueel pesten is zelfs real life pesten.

T is van Touch screen. Die raken meer in. Wanneer een scherm de plek van aanraking (met pen of vinger) kan doorgeven aan de computer, krijgt de gebruiker een directer contact dan via toetsenbord of muis. Ook stuurknuppels, de wii-stick en datahandschoenen geven `tactiel' contact door.

U is van UFO. Flying Objects, die zelden lang Unknown blijven. Maar 30 oktober 1938 berichtte de radio in de VS over een invasie vanuit Mars. Burgers vluchtten in paniek uit huis. Loos alarm: de uitzending betrof het boek War of the Worlds van H.G. Wells, als hoorspel. Hoe snel begreep u dat de TV-beelden van 11 september 2001 bij Real Life (zie R) hoorden?

V is van Virtual, maar is dat onecht? Virtual Reality, zoals die van lift- of vluchtsimulatoren, of het Wii-en voor een TV-scherm in de woonkamer, is een realiteit die je oproept en ondergaat binnen je vertrouwde werkelijkheid. De illusie is zo echt dat je de blijvende real life zomaar vergeet (zie R en S).

W is van Wikipedia, dat razendsnel groeit. `Wiki' is dan ook Hawaiiaans voor `snel'. In deze internet-encyclopaedieën kan elke gebruiker onmiddellijk wijzigingen doorvoeren; geregistreerde gebruikers mogen ook nieuwe artikelen toevoegen. Uitgangspunt is dat wereldwijde onderlinge controle redelijke betrouwbaarheid oplevert, al blijven vormen van extra bewaking aandacht vragen.

X is van XML, een technische taal. XML staat voor "eXtensible Markup Language" en is dus een jonger, maar slimmer broertje van HTML (zie H). Wordt steeds meer gebruikt als een soort Esperanto tussen computerprogramma's onderling. Op die manier halen professionele websites allerlei gegevens op die vervolgens op het scherm te zien zijn.

Y is van YouTube, voor wie wel eens filmt. Op deze manier kan iedereen die enige westerse attributen heeft (digitale camera, mobieltje, PC) en enige knowhow, zelf wereldwijd films uitzenden. Wie `ontdekt' wordt, en zo een `hype', is onvoorspelbaar.

Z is van Zuil. Verzuiling klinkt oud. Zuilen zijn levensbeschouwelijk georganiseerde segmenten in de samenleving. Inmiddels zijn sommige zuilen verbrokkeld en is er veel onderling verkeer. Toch biedt de Publieke Omroep (zie P) en het meerpartijenstelsel in Nederland nog altijd een unieke vrijheid van meningsuiting. Een vrijheid die andere mogelijkheden biedt dan individuele uitingsvrijheid via internet.

Personalia

Drs. ir. Rob A. Nijhoff is beleidsmedewerker bij het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. Hij schreef daar het Kort Commentaar Maatschappelijk relevante media (2007), en bij het Instituut voor Cultuurethiek het rapport Identiteit onder invloed. School blijven met ICT en media (2004; te bestellen via info@cultuurethiek.nl).