Universiteit van Amsterdam

8 - 12 december 2008

Dit is een overzicht van promoties, oraties, afscheidscolleges en andere activiteiten aan de Universiteit van Amsterdam. Meer informatie over de items in deze agenda kunt u krijgen bij de afdeling Persvoorlichting, tel. 020 - 525 2695, e-mail: persvoorlichting@uva.nl. Met vragen over plechtigheden Geneeskunde kunt u contact opnemen met AMC Voorlichting, tel. 020 - 566 2929. Onder aan deze agenda vindt u de rubriek Hoogleraarsbenoemingen.

Een computersimulatie van 'plakkerige moleculen'

Promotie Scheikunde

dinsdag 9 december, 14.00 uur
Behnaz Bozorgui onderzocht het gebruik van computersimulaties bij colloïdale deeltjes. Deze deeltjes kunnen onderling meerdere bindingen aangaan door middel van hun ketenmoleculen met 'plakkerige' uiteinden. Deze telechelische ketens, een polymeer, kunnen zowel aan het oppervlak van de deeltjes als aan de complementaire ketenuiteinden van de overige deeltjes binden (voornamelijk in het geval van DNA). Berekeningen bleken echter lastig te zijn. Bozorgui beschreef een computersimulatietechniek voor polymeren op een rooster. Deze techniek is bij uitstek geschikt voor de simulatie van telechelische polymeren die een sterke interactie met oppervlaktes hebben. Daarnaast gebruikte Bozorgui een zogeheten GC-methode om een mix van gelijke hoeveelheid harde deeltjes met lange polymeerarmen met complementaire ssDNA-uiteinden te simuleren. Hierbij observeerde zij een gas-vloeistofovergang van de eerste orde, van een gas met lage dichtheid bestaande uit colloïdale dimeren (chemische verbinding bestaande uit twee eenheden) naar een vloeistoffase met hoge dichtheid. Mw. B. Bozorgui: Computational Methods to Study Strongly-Binding Polymer-Colloid Systems. Promotor is dhr. prof. dr. D. Frenkel.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Sociale processen begrenzen maakbaarheid van nieuwe Amsterdamse wijk
Promotie Sociale geografie / Stadssociologie

woensdag 10 december, 10.00 uur
Van nieuwe wijken wordt vaak verondersteld dat ze geen karakter hebben. Een nieuwe wijk heeft echter ook de associatie met sociale vernieuwing en niet zelden zijn de verwachtingen daarom hooggespannen. Dit roept de vraag op in hoeverre een nieuwe wijk maakbaar is en welke partijen en processen daar invloed op uitoefenen. Deze vraag staat centraal in het proefschrift van Tineke Lupi waarin zij de ontwikkeling van de nieuwe Amsterdamse wijk IJburg beschrijft. Ze analyseerde hoe de gemeente, woningcorporaties en projectontwikkelaars samen de aanleg van IJburg hebben proberen te sturen en hoe de eerste bewoners hun wijk in gebruik hebben genomen. De betrokken partijen doen hun uiterste best om uit te stijgen boven het gemiddelde nieuwbouwproject door IJburg neer te zetten als een unieke stedelijke buitenwijk aan het water. Lupi concludeert dat nieuwe wijken als IJburg in de eerste fase in hoge mate maakbaar zijn, specifiek wat betreft beeldvorming en uitstraling. Ze bevinden zich echter niet in een vacuüm, waardoor algemene sociale processen en structuren hen op den duur steeds meer beïnvloeden. Mw. T. Lupi: Buiten wonen in de stad. De place making van IJburg. Promotor is dhr. prof. dr. S. Musterd.
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Dynamieken in de IVF-praktijk

Promotie Medische antropologie

woensdag 10 december, 12.00 uur
Het is alom bekend dat veel paren met vruchtbaarheidsproblemen het moeilijk vinden te stoppen met voortplantingsbehandelingen zoals IVF (In-Vitro Fertilisatie). Dit terwijl deze behandelingen vaak als belastend worden ervaren, de slagingspercentages ervan relatief laag zijn, er enige risico's aan verbonden zijn en ze ethische bezwaren oproepen. Trudie Gerrits onderzocht hoe de dagelijkse praktijken in een kliniek de medicalisering van vruchtbaarheidsproblemen bij paren beïnvloeden. Om deze vraag te beantwoorden deed ze zowel onderzoek naar die dagelijkse praktijken in de Kliniek voor Voortplantingsgeneeskunde van het UMC St. Radboud in Nijmegen als naar de ervaringen van paren die deze kliniek bezoeken. In haar proefschrift plaatst Gerrits de praktijken in de onderzochte kliniek in de context van landelijk beleid en wetgeving op dit terrein. Ze constateert dat twee kenmerken van beleid en praktijk van grote invloed zijn op het gebruik van voortplantingsbehandelingen: de strikte grenzen die aan het gebruik ervan gesteld worden op grond van medisch-technische, ethische en financiële overwegingen, en de patiëntgerichte praktijken van de kliniek. Deze kenmerken beperken de medicalisering van vruchtbaarheidsproblemen, omdat mensen soms de toegang tot (verdere) behandeling wordt ontzegd. Ook empoweren ze de paren en versterken ze hierdoor processen van geïnformeerde besluitvorming. Paren raken hierdoor echter ook meer geneigd om te beginnen of door te gaan met behandelingen. Gerrits stelt dat deze verschillende en soms tegenstrijdige dynamieken van beleid en praktijk onderkend moeten worden om de complexiteit van processen van besluitvorming en medicalisering te begrijpen. Mw. G.J.E. Gerrits: Clinical Encounters. Dynamics of patient-centred practices in a Dutch fertility clinic. Promotoren zijn mw. prof. dr. A.P. Hardon en mw. prof. dr. D.D.M. Braat (RUN).
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Heiligdommen speelden voorname rol bij Romeinse verovering van Italië
Promotie Mediterrane Archeologie

woensdag 10 december, 14.00 uur
Heiligdommen vervulden een spilfunctie in de gemeenschappen van Italië in de Oudheid. Dit blijkt uit de grootschalige monumentalisering van cultusplaatsen gedurende de 3e tot 1e eeuw v. Chr. Het is ook in deze periode dat Rome geheel Italië verovert. Tesse Stek onderzocht de rol van heiligdommen in het licht van deze grote politieke en maatschappelijke veranderingen. Voor de inheemse, Italische bevolking bleken heiligdommen belangrijke plaatsen om de 'eigenheid' te benadrukken. In sommige tempels werd zelfs expliciet verwezen naar de eigen, Italische etnische identiteit. Dit gebeurde juist ná de Romeinse verovering, en kan als een reactie daarop gezien worden. Maar ook de nieuwe gemeenschappen die door de Romeinse expansie in Italië ontstonden, definieerden zichzelf door middel van rituelen en cultusplaatsen. Het idee dat Rome een beleid van religieuze tolerantie voerde, is daarom ten dele onjuist: de impact van Romeinse religie op de veroverde gebieden is duidelijk aantoonbaar. Heiligdommen en religie speelden dus een fundamentele rol in zowel de Romeinse incorporatie van Italië als in de reacties daarop van sommige Italische inwoners. Eerder dan van een tweedeling tussen de Italische bevolking versus een imperialistische Romeinse religieuze politiek, was er sprake van een cultureel-religieuze definiëring van verschillende nieuwe groepen die ontstonden in deze periode. Dhr. T.D. Stek: Sanctuary and Society in Central-Southern Italy (3rd to 1st centuries BC). A Study into Cult Places and Cultural Change after the Roman Conquest of Italy. Promotor is mw. prof. dr. M. Gnade.
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Bloedplaatjes reageren hyperreactief op bacteriën bij tandvleesontsteking
Promotie Tandheelkunde

donderdag 11 december, 10.00 uur
Parodontitis is een ontstekingsziekte aan tandvlees en kaakbot rondom de tanden en kiezen. De ontsteking ontstaat als lichaamsreactie op tandplaque, het kleverige laagje bacteriën dat op de tanden zit, en breidt zich bij een slechte mondhygiëne uit tot onder de tandvleesrand. Dan groeien ook de parodontitis-bacteriën verder uit. Dit brengt vervolgens een afweerreactie op gang, die gekenmerkt wordt door algemene en niet specifieke verdedigingsmechanismen. Parodontitis komt bij ongeveer tien procent van de bevolking voor. Onderzoek naar de oorzaak gaat vooral over de mechanismen van interactie tussen de ontstekingscellen (inclusief bloedplaatjes) met de bacteriën. Elena Nicu toont aan dat neutrofielen, monocyten en bloedplaatjes van patiënten hyperreactief reageren op de parodontitis-bacteriën. Deels lijkt dit te verklaren doordat deze cellen al in het bloed van de patiënt geactiveerd zijn door de parodontitis-bacteriën die regelmatig in de bloedbaan terecht komen. Daarnaast hebben sommige afweercellen van patiënten een aangeboren hyperactiviteit. Ze reageren heftiger op bacteriën omdat ze genetisch zo geprogrammeerd zijn. Ook laat Nicu zien dat geactiveerde bloedplaatjes binden aan monocyten en deze complexen kunnen andere ziekteprocessen in het lichaam misschien verergeren. Deze complexen worden op dit moment bijvoorbeeld beschouwd als belangrijke factoren in de ontwikkeling en progressie van aderverkalking en op die manier kan parodontitis mogelijk een van de factoren zijn voor een verhoogd risico voor hart- en vaatziekten. Behandeling van parodontitis is overigens goed mogelijk. Mw. E.A. Nicu: Reactivity of neutrophils, monocytes and platelets in periodontitis. Promotoren zijn dhr. prof. dr. B.G. Loos en dhr. prof. dr. U. van der Velden.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Een op twee ongewenst kinderloze stellen kampt met slecht zaad
Promotie Geneeskunde

donderdag 11 december, 12.00 uur
Henrike Westerveld zocht naar genetische defecten in een aantal kandidaatgenen die betrokken zijn bij de zaadproductie (spermatogenese). Bij ongeveer de helft van de ongewenst kinderloze stellen is er sprake van slecht zaad. Mutaties in twee genen op chromosoom 11 leiden mogelijk tot een verminderde spermatogenese terwijl een tweetal andere genen bij de mens geen rol lijken te spelen. Westerveld gebruikte een nieuwe methode om te kijken of bepaalde genetische varianten risicofactoren zijn voor het hebben van slecht zaad. Een variant op het Y-chromosoom, de gr/gr-deletie, blijkt inderdaad zo'n risicofactor. Mw. G.H. Westerveld: Unraveling the Genetics of Spermatogenic Failure. Promotoren zijn dhr. prof. dr. F. van der Veen en dhr. prof. dr. N.J. Leschot.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Docent gebruikt eigen regels om gezag op te bouwen
Promotie Rechtssociologie

donderdag 11 december, 14.00 uur
Bij zijn beslissingen en in zijn optreden hanteert een docent in het voortgezet onderwijs naast letterlijke regels en sociale regels ook 'eigen regels'. Damir Urem bestudeerde de docent, de omstandigheden die zijn beslissingen beïnvloeden en de actie die hij onderneemt als hij op school wordt geconfronteerd met het gedrag van een leerling, dat voortkomt uit een andere cultuur dan de Nederlandse. Hij stelt dat wederzijds begrip steeds opnieuw verworven moet worden op basis van discussie en overleg over ervaringen en voorbeelden uit het verleden. Sociale regels hebben geen betekenis 'vooraf' (ex ante) maar zijn meer reflexief , 'achteraf' (ex post) van betekenis. Eigen regels worden gezien als persoonlijke overwegingen van een docent over de wijze waarop bepaalde belangen en waarden van een groep kunnen worden bereikt. Volgens Urem worden eigen regels vooral gebruikt om beslissingen achteraf te rechtvaardigen, een bepaalde actie te legitimeren en gezag in de klas op te bouwen of te versterken. Dhr. D. Urem: Culturele misverstanden in het voortgezet onderwijs: waar een (distincte) cultuur de regel raakt. Promotor is dhr. prof. dr. A.J. Hoekema.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Islam in voormalige Sovjet-Unie: van zegen naar bedreiging
Oratie Oost-Europese studies

donderdag 11 december, 14.30 uur
Dhr. prof. dr. M. Kemper, hoogleraar Oost-Europese studies: Studying Islam in the Soviet Union. In de afgelopen jaren is het imago van de Islam, en daarmee ook ons begrip van Islam in de Sovjet-Unie en in de post-Sovjetrepublieken, sterk veranderd. Tijdens de jaren tachtig beschouwden veel westerse wetenschappers islamitische netwerken van Soefi's in de Caucasus en Centraal-Azië als een belangrijke politieke bedreiging voor Moskou. Michael Kemper stelt in zijn oratie dat dit een visie is die sterk was beïnvloed door het destijds positieve imago van de Mujahidin-strijders tegen de Sovjetbezetting van Afghanistan. Deze zogeheten mystieke groepen bleven echter passief tijdens het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Tegenwoordig zijn het niet de mystici, maar hun 'fundamentalistische' islamitische opponenten, vaak Wahhabis genoemd, die worden afgeschilderd als de belangrijkste bedreiging voor de seculiere post-Sovjetrepublieken. Toch vindt Kemper dat ook deze simplificatie moet worden bestreden. In zijn oratie zal hij zowel westerse als Sovjet-misvattingen over de Islam analyseren. Ook bekijkt hij de relatie tussen staat en Islam in de Sovjet en post-Sovjetperiode.
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Boskikker gevoelig voor boskwaliteit

Promotie Biologie

vrijdag 12 december, 10.00 uur
Annika Hillers onderzocht boskikkers die voorkomen in de West-Afrikaanse landen Guinea, Sierra Leone, Liberia, Ivoorkust, Ghana, Togo en Benin. Ze bestudeerde verschillende aspecten van hun ecologie, evolutie en bescherming. Hillers bekeek vooral de effecten van bosfragmentatie ('versplintering' van bossen) op kikkers die leven op de strooisellaag. Ook maakte ze een historische reconstructie van de verspreiding van de West-Afrikaanse bossen door middel van populatiegenetische patronen van de kikkers. Echte boskikkers bleken fragmentatie niet te overleven, terwijl secundaire bos- en savannesoorten juist deze bosfragmenten koloniseerden. De mate van bosdegradatie (afbraak van specifieke boselementen waardoor de boskwaliteit omlaag gaat) bleek van doorslaggevender belang voor de structurering van de kikkergemeenschap dan de mate van fragmentatie. Moleculaire genetische analyses van de kikkers toonden aan dat er meer gebieden zijn geweest waar bossen aanwezig bleven gedurende de ijstijden dan tot nu toe was aangenomen: de idee van één geïsoleerd bosrefugium - een locatie van een geïsoleerde populatie van een eens wijdverspreide diersoort - blijkt te simpel. Deze uitkomsten zijn belangrijk voor het stellen van prioriteiten met betrekking tot de bescherming van het resterende West-Afrikaanse regenwoud en daarvan afhankelijke organismen. Hillers bezocht gebieden waarin kikkers nog nooit eerder geïnventariseerd waren, waardoor nieuwe informatie over hun verspreiding beschikbaar is gekomen en een aantal nieuwe soorten voor de wetenschap zijn ontdekt. Mw. A.P. Hillers: West African Forest Frogs. Ecology, Evolution, and Conservation.
Promotor is dhr. prof. dr. S.B.J. Menken.

Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

De afweerreactie tegen gecitrullineerde eiwitten bij reumapatiënten
Promotie Geneeskunde

vrijdag 12 december, 12.00 uur
Tineke Cantaert onderzocht de afweerreactie tegen gecitrullineerde eiwitten bij patiënten met reumatoïde artritis. Deze eiwitten, waarbij het aminozuur arginine is vervangen door citrulline, ontstaan bijvoorbeeld bij het afsterven van een cel, zoals tijdens ontstekingsprocessen. Alleen patiënten met reumatoïde artritis maken antistoffen tegen deze gecitrullineerde eiwitten. Cantaert laat zien dat bij die afweerreactie onder meer specifieke eigenschappen van het antigeen en T-helpercellen een rol spelen. Mw. T. Cantaert: How is autoimmunity against citrullinated proteins regulated? Promotor is dhr. prof. dr. P.P. Tak.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Kind al vroeg bewust van keuze taalvorm

Promotie Taalwetenschap

vrijdag 12 december, 14.00 uur
Referentie is het verwijzen naar personen en objecten door middel van taal. Een referent kan meestal met verschillende taalvormen worden aangeduid (hij, de poes, een poes). Kinderen moeten dus niet alleen de juiste taalvorm leren, maar ook leren wanneer ze welke vorm moeten gebruiken. Factoren die een rol spelen in de keuze van taalvorm zijn onder andere of er naar een specificieke of niet-specifieke referent wordt verwezen, of de referent al eerder genoemd is in het gesprek en, voor referenten die nieuw zijn in het gesprek, of de referent bekend kan worden verondersteld bij de luisteraar. Margot Roozendaal bestudeerde de mate waarin kinderen vanaf het begin van taalproductie rekening houden met deze drie factoren. Het onderzoek deed ze bij Nederlandstalige, Engelstalige en Franstalige kinderen tussen de twee en drie jaar. Ook onderzocht Roozendaal het taalaanbod dat kinderen in deze talen ontvangen. Roozendaal concludeert dat kinderen al vroeg in staat zijn rekening te houden met bepaalde factoren die vormkeuze beïnvloeden. De verwerving is onder andere gerelateerd aan de snelheid waarmee kinderen de taalvormen verwerven. Er lijkt in verwerving dus een sterke koppeling te bestaan tussen de vorm en het (correcte) gebruik daarvan. Bovendien stelt Roozendaal dat frequentie en consistentie in het taalaanbod invloed heeft op de verwerving van referentie. Mw. M.I. Rozendaal: The acquisition of reference. A cross-linguistic study. Promotor is mw. prof. dr. A.E. Baker.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Wiskunde: toen en nu
Afscheidscollege Wiskunde

vrijdag 12 december, 15.00 uur
Dhr. prof. dr. T.H. Koornwinder, hoogleraar Analyse: De speciale functie van de wiskunde. Tom Koornwinder besteedt tijdens zijn afscheidscollege aandacht aan een aantal ontwikkelingen die zijn vakgebied heeft doorgemaakt in de ruim vijftien jaar sinds zijn oratie. Hij spreekt over het vakgebied van de speciale functies, een reeds lang bestaand maar nog zeer actief deelgebied van de wiskunde. Daarnaast stelt Koornwinder de speciale functie van de wiskunde ten opzichte van andere vakgebieden en de maatschappij aan de orde. Hij vindt dat de beroepspraktijk van de wiskundige en het publieke bereik van zijn vak zowel nationaal als internationaal in die vijftien jaar veel veranderingen heeft ondergaan.
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Hoogleraarsbenoemingen

Dr. P.J.M. Bakker (1948) is benoemd tot hoogleraar Procesinrichting en Procesinnovatie in de zorg aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (AMC-UvA).

De kwaliteit van de zorg staat momenteel volop in de maatschappelijke belangstelling. Een belangrijk knelpunt in veel gezondheidsorganisaties is dat de traditionele organisatieconcepten niet meer of onvoldoende aansluiten op medische en maatschappelijke ontwikkelingen. Piet Bakker zal zich in het bijzonder richten op de organisatie van de zorg om de kwaliteit van de patiëntenzorg te ondersteunen. Zijn onderwijs en onderzoek spitsen zich dan ook toe op inrichtingsvraagstukken en de toepassing van innovatieve technologie, en hun bijdrage aan het verbeteren van de efficiency, doelmatigheid en veiligheid van de zorg.

Bakker is sinds 1982 als stafmedewerker verbonden aan de afdeling Medische Oncologie van het Academisch Medisch Centrum (AMC). Daarnaast is Bakker sinds dit jaar directeur van de afdeling Kwaliteit en Proces Innovatie van het AMC, waar hij tevens lid is van het bestuur van de Polikliniek. Ook is hij hoofd van het programma ICT-patiëntenzorg van het AMC. Bakker was eerder hoofd van het Team Innovatie en Procesmanagement en chef de clinique van de afdeling Inwendige Geneeskunde aan het AMC. Verder is hij onder meer lid van de Nederlandse Borstkanker Onderzoek Groep, een initiatief van de Integrale Kanker Centra.

Dhr. dr. ir. W.H. Jansen (1948) is benoemd tot bijzonder hoogleraar Interlinguïstiek en Esperanto aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. De leerstoel is ingesteld vanwege de Stichting Internationaal Esperanto-Instituut.

Wim Jansen richt zich in onderwijs op de interlinguïstiek (de wetenschap van de kunstmatige talen) en de taalverwerving van Esperanto. Zijn onderzoek heeft zich tot nu toe geconcentreerd op de syntaxis en typologie van het Esperanto. In aanvulling hierop houdt Jansen zich tegenwoordig ook bezig met onderzoek naar leenwoorden en leenvertalingen uit het Nederlands die rechtstreeks of via andere talen in het Esperanto zijn terechtgekomen. In de komende tijd zal hij deze activiteiten uitbreiden met onderzoek op het terrein van het Europese taalbeleid, in het bijzonder naar de mogelijke effecten van werktalen of lingua franca's in de EU op corpus en status van de andere talen, en de rol die taalplanning hierin kan spelen.

Jansen studeerde af in de Vliegtuigbouwkunde in Delft (1970) én in de Vergelijkende taalwetenschappen, met als specialisatie Baskisch, in Leiden (1989). Na een loopbaan in de Europese ruimtevaart werd hij actief als publicist en taaldocent in het volwassenenonderwijs. Zo publiceerde hij het eerste Baskisch-Nederlandse woordenboekje. Sinds 2002 was Jansen als universitair docent Interlinguïstiek en Esperanto verbonden aan de afdeling Taal- en letterkunde van de UvA. Tegelijkertijd werkte hij aan een proefschrift over woordvolgorde in het Esperanto, waarop hij in 2007 aan de UvA promoveerde.