Raad van State
9 uitspraken gevonden
1. 200706330/1
datum van uitspraak: woensdag 10 december 2008
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Vee en andere dieren
(Milieuvergunning voor nertsenhouderij Okkenbroekstraat Nieuw-Heeten)
Uitspraak over de milieuvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Raalte heeft verleend voor een nertsenhouderij aan de
Okkenbroekstraat in Nieuw Heeten. De Stichting VMDLT, de Stichting
Omgevingsrecht, de Stichting Bont voor Dieren en aantal omwonenden
zijn het niet eens met de verleende vergunning en zijn in beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij
vrezen voor stank- en geluidsoverlast, toename van ammoniakuitstoot en
bodemverontreiniging. De zaak is op 17 juli jl. inhoudelijk behandeld.
Op 23 oktober jl. is in deze zaak nog een tweede zitting gehouden. Die
ging alleen nog om de vraag of de Stichting Omgevingsrecht en de
Stichting VMDLT wel als belanghebbende kunnen worden aangemerkt in
deze zaak. Dit naar aanleiding van recente uitspraken van de Raad van
State over de Stichting Openbare Ruimte (van 1 oktober jl.) en over de
Stichting Omgevingsrecht (van 15 oktober jl.) over het hebben van een
rechtstreeks belang bij een juridische procedure en de
ontvankelijkheid. De uitspraken over de Stichting Openbare Ruimte
hebben de afgelopen maanden regelmatig aandacht van de media gekregen.
Deze uitspraken met onder meer zaaknummer 200801150/1 zijn te vinden
op deze site. Het persbericht dat de Raad van State bij die uitspraken
heeft uitgebracht, is eveneens op deze website te lezen via 'PERS' en
'PERSBERICHTEN'.
2. 200708944/1
datum van uitspraak: woensdag 10 december 2008
(Wijziging milieuvergunning energiecentrales van Chemelot in
Sittard-Geleen en Stein)
Uitspraak over de wijziging door het college van gedeputeerde staten
van Limburg van de milieuvergunning van het chemisch bedrijf van
Chemelot Site Permit B.V. Het bedrijf ligt op een groot
industrieterrein in de gemeenten Sittard-Geleen en Stein. Het college
heeft voor de energiecentrales strengere eisen voor de uitstoot van
stikstofoxiden in de vergunning opgenomen en heeft het bedrijf enkele
jaren de tijd gegeven om de benodigde maatregelen te treffen om aan
die eisen te kunnen voldoen. In de tussentijd gelden normen die minder
streng zijn dan de normen waaraan het bedrijf uiteindelijk moet
voldoen. De stichting Natuur en Milieu vindt die tijdelijke normen
niet streng genoeg. Ook had een kortere termijn voor het treffen van
maatregelen aan de vergunning moeten worden verbonden, aldus de
stichting. De zaak is op 11 november jl. op zitting behandeld.
3. 200708945/1 en 200708948/1
datum van uitspraak: woensdag 10 december 2008
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Overige
inhoudsindicatie:
(Wijziging milieuvergunning naftakrakers van Chemelot in
Sittard-Geleen en Stein)
Uitspraak over de wijziging door het college van gedeputeerde staten
van Limburg van de milieuvergunning van het chemisch bedrijf van
Chemelot Site Permit B.V. Het bedrijf ligt op een groot
industrieterrein in de gemeenten Sittard-Geleen en Stein. Het college
heeft voor de Naftakraker 3 en de Naftakraker 4 strengere eisen voor
de uitstoot van stikstofoxiden in de vergunningen opgenomen en heeft
het bedrijf enkele jaren de tijd gegeven om de benodigde maatregelen
te treffen om aan die eisen te kunnen voldoen. In de tussentijd gelden
normen die minder streng zijn dan de normen waaraan het bedrijf
uiteindelijk moet voldoen. De stichting Natuur en Milieu vindt die
tijdelijke normen niet streng genoeg. Ook had een kortere termijn voor
het treffen van maatregelen aan de vergunning moeten worden verbonden,
aldus de stichting. Chemelot vindt de termijn waarbinnen voor beide
naftakrakers aan de nieuwe emissie-eisen moet worden voldaan juist te
kort. Verder zijn de nieuwe eisen volgens het bedrijf niet naleefbaar.
De zaak is op 11 november jl. op zitting behandeld.
4. 200801184/1
datum van uitspraak: woensdag 10 december 2008
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:
(Afwijzing aanspraak Werkgeversvereniging WENb op restant
IZA-regeling)
Uitspraak over de afwijzing door het Instituut Zorgverzekering voor
Ambtenaren Nederland van een verzoek van Werkgeversvereniging WENb en
haar leden om aanspraak te maken op de verdeling van het restant uit
de zogenoemde IZA-regeling. De WENb is de werkgeversvereniging voor de
energie-, afval & milieu- en kabel & telecombedrijven. De IZA-regeling
bestaat uit een fonds waarin gemeenten en provincies, maar ook in de
betreffende sectoren werkzame bedrijven, premies storten. Het fonds
keert ziektekosten uit bij ziekte van werknemers in die sectoren. De
regeling is in 2006, in verband met de inwerkingtreding van de nieuwe
Zorgverzekeringswet, beëindigd. De WENb en haar leden vinden dat zij
recht hebben op een evenredige uitkering van het overgebleven geld in
het fonds. Dit is door het instituut afgewezen, omdat zij volgens hem
geen zogenoemde 'deelnemende lichamen' aan de regeling zijn. Op basis
van dat criterium maken volgens het instituut alleen de gemeenten en
provincies aanspraak op evenredige uitkering. Zowel de WENb als 77 van
haar leden verzetten zich tegen de afwijzing en zijn in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Een
eerder beroep is door de rechtbank in Utrecht ongegrond verklaard. De
zaak is op 5 september jl. op zitting behandeld.
5. 200801295/1
datum van uitspraak: woensdag 10 december 2008
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Geldzaken
(Weigering subsidie Stichting Plan Nederland door minister voor
Ontwikkelingssamenwerking)
Uitspraak over de weigering door de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking om aan de stichting Plan Nederland (voorheen
Foster Parents Plan) subsidie te verlenen in het kader van het
Medefinancieringsstelsel. De stichting zet zich in voor een beter
leven voor kinderen in ontwikkelingslanden. De minister heeft het
verzoek om subsidie afgewezen, omdat het partnerbeleid van Plan
Nederland niet voldoet aan zijn beleid. Volgens het nieuwe beleid
streeft de minister naar meer zelfstandigheid van de
partnerorganisaties in de ontwikkelingslanden. Volgens Plan Nederland
heeft de minister zijn beleid met betrekking tot de partnerrelaties
gedurende de procedure gewijzigd. Eerder verstrekte de minister de
stichting juist nog vanwege haar organisatiestructuur wèl subsidie,
aldus Plan Nederland. Plan Nederland vindt verder dat de minister had
moeten nagaan of het advies van de Adviescommissie
Medefinancieringsstelsel waarop de weigering is gebaseerd zorgvuldig
tot stand is gekomen. De zaak is op 5 september jl. op zitting
behandeld.
6. 200801706/1
datum van uitspraak: woensdag 10 december 2008
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
(Kimswerd niet in verzorgingsgebied van huisartsen uit Witmarsum en
Britswerd)
Uitspraak over de zogenoemde medevergunningen die de Commissie voor
gebiedsaanwijzing in de provincie Friesland (Cogeba) heeft verleend
aan drie huisartsen uit Witmarsum en Britswerd. De vergunningen zijn
verleend op grond van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (WOG). De
wet regelt dat een huisarts in het belang van de volksgezondheid
medicijnen aan een patiënt mag verstrekken als de patiënt op meer dan
4,5 kilometer van een apotheek woont. De Cogeba heeft de plaats
Kimswerd niet vergund, omdat deze plaats tot het verzorgingsgebied van
apotheken uit Harlingen behoort. Dit heeft tot gevolg dat de
huisartsen geen medicijnen mogen verstrekken aan patiënten uit
Kimswerd. De huisartsen zijn het hier niet mee eens. Een vierde
huisarts - met wie zij gezamenlijk een praktijk voeren - heeft
namelijk van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een
hoofdvergunning op grond van de WOG gekregen waarin is bepaald dat zij
wél aan patiënten uit Kimswerd medicijnen mag verstrekken ondanks het
feit dat de patiënten minder dan 4,5 kilometer van een apotheek wonen.
Volgens de minister was er namelijk sprake van een 'uitzonderlijke
situatie die verschilt van andere situaties op het Nederlandse
platteland'. De huisartsen vinden dat de Cogeba de lijn van de
minister had moeten volgen. De rechtbank in Leeuwarden verklaarde in
januari 2008 een eerder beroep van de drie huisartsen ongegrond. De
zaak is op 22 oktober jl. op zitting behandeld.
7. 200801719/1
datum van uitspraak: woensdag 10 december 2008
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:
(Kimswerd niet in verzorgingsgebied van huisarts uit Witmarsum)
Uitspraak over de hoofdvergunning die de minister heeft verleend aan
een huisarts uit Witmarsum. De vergunning is verleend op grond van de
Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (WOG). Deze wet regelt dat een
huisarts in het belang van de volksgezondheid medicijnen aan een
patiënt mag verstrekken als hij op meer dan 4,5 kilometer van een
apotheek woont. De vergunning maakt het mogelijk dat de huisarts
medicijnen verstrekt aan patiënten uit Kimswerd, ondanks het feit dat
deze plaats op minder dan 4,5 kilometer van haar praktijk ligt.
Volgens de minister is er in dit geval namelijk sprake van een
'uitzonderlijke situatie die verschilt van andere situaties op het
Nederlandse platteland'. De rechtbank in Leeuwarden heeft in januari
van dit jaar bepaald dat de plaats Kimswerd alsnog moet worden
uitgezonderd van het verzorgingsgebied van de huisarts, omdat de
minister niet goed heeft gemotiveerd wat die uitzonderlijke situatie
is. Drie apothekers uit Harlingen hadden de rechtbank hierom verzocht.
De huisarts en drie andere huisartsen uit Witmarsum en Britswert met
wie zij een gezamenlijke praktijk voert en die medevergunningen hebben
voor hetzelfde verzorgingsgebied, zijn het er niet mee eens dat de
hoofdvergunning de verstrekking van medicijnen aan patiënten in
Kimswerd niet meer mogelijk maakt. Daarom komen de huisartsen in hoger
beroep. De zaak is op 22 oktober jl. op zitting behandeld.
8. 200801823/1
datum van uitspraak: woensdag 10 december 2008
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Bouw- en kapvergunning voor nieuwe woningen op voormalig Nuon-terrein
in Eerbeek)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Brummen heeft verleend voor 44 woningen op het
voormalige Nuon-terrein in Eerbeek. Het college heeft eveneens een
kapvergunning voor de kap van 43 bomen op hetzelfde terrein verleend.
Een aantal omwonenden is het met beide vergunningen niet eens en is
daarom in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van
de Raad van State. Zij vinden onder meer dat de woningen vanwege het
aantal en hun hoogte niet in de omgeving passen. Ook had volgens hen
beter onderzoek moeten worden gedaan naar de gevolgen voor de
luchtkwaliteit en vrezen zij voor verkeers- en geluidsoverlast. Ten
aanzien van de kap van de bomen vinden de omwonenden dat die afbreuk
doet aan de leefbaarheid en het groene karakter van de wijk. In een
eerder beroep zijn zij in maart 2008 door de rechtbank in Zutphen in
het ongelijk gesteld. De zaak is op 31 oktober jl. op zitting
behandeld.
9. 200805249/1
datum van uitspraak: woensdag 10 december 2008
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Vrijstelling bestemmingsplan
gebruik
(Vrijstelling voor sportcomplex voetbalvereniging SV Donk in Gouda)
Uitspraak over de vrijstelling die het college van burgemeester en
wethouders van Gouda heeft verleend om een sportcomplex te realiseren
voor de plaatselijke voetbalvereniging SV Donk. Op de plaats waar de
vereniging haar velden had liggen wordt een verbindingsweg, de
Zuidwestelijke Randweg, gerealiseerd. De voetbalvereniging moest
daarom haar accommodatie verplaatsen naar de Oostpolder in Gouda. Het
gemeentebestuur heeft hiervoor een zogenoemd vrijstellingsbesluit
genomen. Meerdere omwonenden zijn het met dat besluit niet eens. Zij
vinden onder meer dat de verkeersontsluiting bij het nieuwe sportpark
onvoldoende is geregeld. Verder vrezen zij overlast van het licht
afkomstig van het complex en vinden ze dat onderzoek had moeten worden
gedaan naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit. Bovendien bestaan
volgens de omwonenden ook alternatieve locaties voor het sportcomplex,
zoals het gebied naast de Oostpolder, in de Westergouwe. De rechtbank
in Den Haag heeft in juni 2008 het beroep van de omwonenden tegen de
vrijstelling gegrond verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank is
niet de juiste vrijstellingsprocedure gevolgd. Het gemeentebestuur is
het niet eens met die uitspraak en is in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak is op 24
november jl. op zitting behandeld.