Ingezonden persbericht
NP3rsbericht
tentoonstellingstitel: 'voorstel'
kunstenaar: Anno Dijkstra
tentoonstellingsperiode: 18 november 2008 t/m 18 januari 2009
vernissage: vrijdag 19 december vanaf 20.00 uur
openingstijden: 24 uur per dag zichtbaar vanaf de St. Walburgstraat
en tot 21 december van donderdag t/m zondag van 14.00 tot 18.00 uur in het
pand aan de Hofstraat 21
Sinds 18 november wordt de voorbijganger die NP3's tentoonstellingsetalage DISplay passeert
geconfronteerd met de tot iconen uitgegroeide mediabeelden uit de geschiedenis. Levensgrote
doordringende beelden die ons ooggetuige maken van de misstanden en het onrecht in de wereld en die
tegelijkertijd de kracht van mens en maatschappij tentoonstellen. Wie herinnert zich niet de beelden van de
atoombom, of de foto die symbool stond voor de wrede oorlog in Vietnam? In 1972 fotografeerde Nick Ut het
negenjarige meisje Kim Phuc Phan Thi dat naakt in de richting van de camera vlucht, na een napalmaanval
dichtbij Trang Bang in Vietnam. De kleding die ze droeg is van haar lijf gebrand, net als delen van haar huid.
Maar ook de wereldberoemde foto van Malcolm W. Browne uit 1963 van de monnik, Thich Quang Duc, die
zichzelf in protest tegen de beweerde religieuze vervolgingen door de Zuid Vietnamese regering in brand
stak.
Het zijn allemaal beelden die op ons netvlies staan gebrand en ons, ook al is het maar voor een seconde,
deelgenoot maken van de wreedheid van de wereld. In DISplay zijn ze vanuit een ander perspectief te zien.
Het gaat hier niet om kiekjes, of vastgelegde nieuwsmomenten met tussenkomst van de lens of het
fotopapier. Deze keer mist de gepaste afstand die ons afschermt van de realiteit. In DISplay sta je oog in oog
met de anatomische 'replica's' van een verdronken man, een uitgehongerd biafra kindje en een aan aids
overleden uitgemergelde man. Je kunt de beelden in de ogen kijken, zorgvuldig van alle kanten observeren,
analyseren, aanraken en geraakt worden. Tegenover DISplay, in het gebouw van KAW architecten bevinden
zich vier kleinere beelden. Het zijn vergelijkbare beelden maar dan van kleiner formaat. De beelden zijn als
brocante beelden geplaatst in de vensterbanken waardoor de mediabeelden op een andere manier de
huiskamer binnendringen. Alle beelden zijn replica's in plasticine, confronterende mediabeelden die met zorg
en aandacht handmatig zijn gemaakt door de kunstenaar Anno Dijkstra.
Zoals duidelijk mag zijn speelt televisie voor Anno een grote rol in de bewustwording en beeldvorming van de
wereld. Televisiebeelden uit het verleden plaatsen Anno Dijkstra naar eigen zeggen in de positie van
passieve observator, hij kan onmogelijk ingrijpen. Hoe vrijblijvend is het zien? Ontstaat er een schuldvraag
door het getuige zijn? - Je wist het, maar hebt niets gedaan.
Voorstel is een poging om de passieve positie van de toeschouwer te doorbreken. In plasticine, een
industriële klei die gebruikt wordt om prototypes (bv van auto's) mee te maken, boetseert Anno Dijkstra
vanuit zijn herinneringen aan schrikbarende televisiebeelden. Het gaat om beelden die toen hij kind was niet
tot hem doordrongen maar toch een onuitwisbare indruk op hem hebben gemaakt. Het zijn
televisiemomenten waar hij zich als kijker niet onmiddellijk bij betrokken voelde: een beeld dat als een flits
aan je voorbij schiet, immaterieel, ongrijpbaar, zonder locatie, zwevend door de ether. In het werkproces zet
Anno Dijkstra de beelden letterlijk voor zich neer waardoor er een fysieke relatie ontstaat in een 1 op 1
verhouding tussen zijn lichaam en het mediale lichaam of object. De plasticine geeft aan de beelden een
voorlopige sfeer mee net als de presentatie in DISplay. De beelden lijken te zijn geplaatst in het atelier van
de kunstenaar. De menselijke hand en de mogelijkheid van het menselijke ingrijpen is voelbaar. Het zijn
beelden in wording, er moet nog iets mee gebeuren. Het publiek treft ze op een kwetsbaar moment en wordt
daardoor met de mogelijkheid geconfronteerd om het beeld nog te veranderen of vernietigen. Maar zet
tegelijkertijd vraagtekens bij de maakbaarheid van de maatschappij. In hoeverre is de mens een passieve
observator?