Voortzetting voorlopige getuigenverhoren Hirsi Ali op 10 en 18
december 2008
Den Haag, 5 december 2008 - Op woensdag 10 december en donderdag 18
december a.s. worden in de rechtbank 's-Gravenhage de voorlopige
getuigenverhoren voortgezet die plaatsvinden op verzoek van mevrouw
Ayaan Hirsi Ali.
De getuigen worden gehoord met het oog op een mogelijke civiele
rechtszaak van Hirsi Ali tegen de Staat. Door middel van het horen van
getuigen wil Hirsi Ali bewijzen dat de Staat aan haar heeft toegezegd
verantwoordelijk te zijn en te blijven voor haar beveiliging.
De rechtbank heeft bij beschikking van 22 juli 2008 (LJN: BD8670) het
verzoek van Hirsi Ali tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor
toegewezen. De rechtbank heeft daarbij beslist dat in eerste instantie
vijf getuigen gehoord zouden mogen worden.
Op woensdag 24 september 2008 is de eerste van de vijf getuigen
gehoord. Dit was mevrouw I. van den Berg, voormalig persoonlijk
medewerker van Hirsi Ali. Zowel op 10 december als op 18 december
worden twee getuigen gehoord.
Woensdag 10 december 2008
10.00 uur - de heer G. Zalm (destijds minister van Financiën en
tevens vice-premier)
14.00 uur - de heer T. Joustra (Nationaal Coördinator
Terrorismebestijding)
Donderdag 18 december 2008
10.00 uur
- de heer A. Jonge Vos (Coördinator Bewaking en Beveiliging van NCTb)
en
- de heer A. Visser (Coördinerend Senior Adviseur van de EBB van de
NCTb).
De verhoren vinden plaats ten overstaan van een rechter-commissaris
uit de civiele sector van de rechtbank, mr. D.M. Thierry.
De advocaat van Hirsi Ali is mevr. mr. B. Böhler in Amsterdam. Hirsi
Ali zal zelf niet aanwezig zijn bij het getuigenverhoor.
Adres
- Paleis van Justitie, Prins Clauslaan 60, 2595 AJ Den Haag
- Zittingszaal H1 (tweede verdieping)
Getuigenverhoren openbaar
De getuigenverhoren zijn openbaar en toegankelijk voor pers en
publiek.
Audio-visuele opnamen
- Er is geen geen toestemming om audio-visuele opnamen van het
getuigenverhoor te maken.
- Er kunnen voor aanvang van het getuigenverhoor uitsluitend beelden
opgenomen worden van de rechtbank.
Toelichting voorlopig getuigenverhoor
Verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor
Een voorlopig getuigenverhoor is een middel om meer duidelijkheid te
verkrijgen als men, alvorens een civiele procedure te beginnen,
tevoren zijn kansen daarin wil inschatten.
Men kan de rechtbank dan verzoeken over te gaan tot het horen van
getuigen die kunnen verklaren over feiten en/of omstandigheden die
voor de (eventuele) rechtszaak van belang zijn.
Voordat de rechtbank een beslissing neemt op een verzoek tot een
voorlopig getuigenverhoor stelt de rechtbank de wederpartij in de
gelegenheid verweer te voeren tegen dat verzoek. Doet de wederpartij
dat, dan zal de rechtbank na een mondelinge behandeling een beslissing
op het verzoek nemen.
Aantal getuigen en welke getuigen
De rechtbank 's-Gravenhage staat in de regel in eerste instantie bij
een voorlopig getuigenverhoor maximaal 5 getuigen toe. Een verzoeker
kan na het verhoor van die 5 getuigen een aanvullend verzoek doen tot
het horen van nog meer getuigen.
Als de rechtbank een verzoek tot het horen van getuigen inwilligt, is
het in beginsel aan de verzoeker om te bepalen welke van de door hem
in zijn verzoek genoemde getuigen hij wil doen horen. De verzoeker zal
die getuigen moeten oproepen.
Voorlopig tegengetuigenverhoor
Nadat de getuigen die verzoeker heeft opgeroepen zijn verhoord krijgt
de wederpartij de gelegenheid van haar kant getuigen op te roepen (het
zogenaamde voorlopig tegengetuigenverhoor).
Rechter-commissaris uit civiele sector
De verhoren worden afgenomen door een rechter (-commissaris) uit de
civiele sector van de rechtbank. De getuigen worden onder ede gehoord.
De rechter stelt als eerste zijn vragen, daarna krijgen de advocaat
van verzoeker en de advocaat van de wederpartij de gelegenheid vragen
te stellen.
Processen-verbaal van de verhoren
Van elk verhoor wordt een proces-verbaal opgemaakt. De
processen-verbaal van de verhoren kunnen door partijen worden
ingebracht in een bodemprocedure. Partijen kunnen hun feitelijke en
juridische stellingen met die processen-verbaal, maar ook met
bijvoorbeeld andere bewijsmiddelen, onderbouwen en de stellingen van
de wederpartij daarmee betwisten. Het is in de eerste plaats aan
partijen om conclusies te verbinden aan de verhoren en de overige
stukken in het dossier.
Geen uitspraak van de rechtbank over de verhoren
De rechtbank geeft in dit stadium geen oordeel over de verhoren en het
overige bewijsmateriaal in het dossier. De rechtbank zal pas vonnis
wijzen in een eventuele civiele bodemprocedure, als partijen de
rechtbank daarom vragen na uitwisseling van hun schriftelijke
conclusies.
De rechtbank zal pas dan een oordeel geven over de juridische en
feitelijke stellingen van partijen.
Voor informatie over dit bericht kunt u contact opnemen met de
afdeling Voorlichting van de rechtbank 's-Gravenhage, tel. 070 381
1943.
LJ Nummer
BD8670
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 5 december 2008
Rechtbank 's-Gravenhage