Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Antwoorden op de vragen van het Kamerlid Koser Kaya (D66) over de gebruikte cijfers tijdens de technische briefing over orgaandonatie op 23 september 2008

Antwoorden op de vragen van het Kamerlid Koser Kaya (D66) over de gebruikte cijfers tijdens de technische briefing over orgaandonatie op 23 september 2008

Kamerstuk, 10 december 2008

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

GMT-K-U-2894587

10 december 2008

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het kamer het Kamerlid Koser Kaya (D66) over de gebruikte cijfers tijdens de technische briefing over orgaandonatie op 23 september 2008 (2080905040).

Hoogachtend,

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Vraag 1

Op welke cijfers heeft u de technische briefing aan de Kamer over orgaandonatie op 23 september 2008 gebaseerd?

Antwoord 1

De cijfers over de effecten van de verschillende systemen zoals die zijn gepresenteerd tijdens de technische briefing over orgaandonatie op 23 september 2008, zijn gebaseerd op de onderzoeken die zijn uitgevoerd in het kader van het Masterplan orgaandonatie. Tijdens de presentatie is uitgelegd dat afgeronde getallen zijn gebruikt om de presentatie begrijpelijk te houden, zodat vooral de dynamiek van een systeemwijziging duidelijk zou worden. Uiteraard is bij de afweging van het ATS gebruik gemaakt van de exacte getallen.

Vraag 2

Waarom gebruikt u voor de onderbouwing van uw keuze voor het ATS systeem de cijfers die in het Masterplan Orgaandonatie horen bij het ADR variant 1) systeem?

Antwoord 2

Zoals is toegelicht tijdens de technische briefing is geen onderzoek gedaan naar het effect van het Activerende Toestemmings Systeem (ATS). Bij de technische briefing is duidelijk aangegeven dat voor de onderbouwing van het ATS primair gebruik gemaakt is van gegevens van vergelijkbare opties uit wel onderzochte systemen. De ADR-variant bevat ook de ja-mits optie en komt daarmee het dichtst bij het ATS.

Vraag 3

Waarom ontbreken in uw presentatie van het ATS systeem de cijfers over de effecten van de mensen die niet reageren, en dus worden geregistreerd met `mijn nabestaanden beslissen'?

Antwoord 3

De effecten van mensen die niet reageren en dus worden geregistreerd met `mijn nabestaanden beslissen', zijn wel meegenomen in de presentatie van het ATS. Bij die presentatie is primair uitgegaan van de gegevens die bekend waren over de ADR-variant. In het onderzoek naar die variant koos ruim 20% van de niet-geregistreerden voor de optie `mijn nabestaanden beslissen' en bijna 40% kwam uit bij de optie `Ja, mits mijn nabestaanden beslissen'. Deze percentages zijn weergegeven in de tabel `respons niet geregistreerden' waarin de respons tussen ADR en ATS (ADR variant) worden vergeleken. In de ADR-variant kwam een aanzienlijk deel van de 40% `Ja, mits'-registraties tot stand door niet te reageren. Daarbij werd overigens door de respondenten aangegeven dat ze niet reageerden, omdat een `Ja, mits'-registratie ook was wat ze echt wilden. In het ATS leidt niet reageren tot de registratie `Mijn nabestaanden beslissen'. We hebben ons afgevraagd of dat verschil met de ADR-variant tot wezenlijke andere conclusies zou leiden. Daarom zijn in een rekenmodel verschillende opties verkend door te variëren met het percentage niet-geregistreerden dat zal uitkomen bij de optie `mijn nabestaanden beslissen' in plaats van de `ja, mits-optie' van het ATS. Die uitkomsten zijn weegegeven in de tabel `effect van aanpassing assumpties' waarin het ATS met het ADR wordt vergeleken in verschillende scenario's. Conclusie is dat 10% verschuiving in de respons zal leiden tot ca. 3% minder donoren in totaal, maar dat nog steeds de conclusie gerechtvaardigd is dat het ATS tot tenminste evenveel donoren kan leiden als het ADR.

Vraag 4

Waarom gebruikt u voor het berekenen van de opbrengst van het ADR systeem een afronding van de onderzoekscijfers van 87% naar 80% (toestemming van nabestaanden van ja-geregistreerden) en 40% in plaats van 67% (toestemming van `mijn nabestaanden beslissen' geregistreerden), die beide in het nadeel van de opbrengst van het ADR systeem uitvalt?

Antwoord 4

In het Masterplan zijn verschillende systemen met elkaar vergeleken. Alvorens tot een vergelijk over te gaan zijn de uitkomsten van alle onderzoeken door de Coördinatiegroep gecorrigeerd voor sociaal wenselijke antwoorden. Daarvoor is gebruik gemaakt van uitkomsten van het onderzoek naar het huidige systeem en van de beschikbare gegevens over werkelijke toestemmingspercentages met het huidige systeem, zoals die door de Nederlands Transplantatie Stichting (NTS) worden verzameld. Deze correctie is vervolgens op alle onderzochte systemen toegepast en er zijn dus op meerdere plaatsen andere getallen gebruikt dan de exacte getallen uit de onderzoeken. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat de Coördinatiegroep heeft geconstateerd dat een verschil van ca. 15% te verwachten is tussen ADR en huidig systeem, terwijl de onderzoekers geen verschil vonden. Die werkwijze vind ik terecht en is dus ook toegepast bij mijn berekeningen voor het ATS. Dat verklaart waarom er ook in de presentatie over het ADR en ATS andere getallen zijn gebruikt dan in het onderzoek gevonden.

Vraag 5

Staat u nog steeds achter de cijfers die tijdens deze briefing zijn gebruikt om uw keuzes voor het ATS systeem te onderbouwen?

Antwoord 5

Ja, ik sta nog steeds achter de cijfers die tijdens de briefing zijn gebruikt om het effect van het ATS zo goed mogelijk in te schatten. Overigens heb ik uw Kamer tijdens het algemeen overleg toegezegd om de effecten van het ATS alsnog te onderzoeken op een manier die vergelijkbaar is met de onderzoeken zoals die in het kader van het Masterplan zijn uitgevoerd.

Vraag 6

Bent u bereid in een brief aan de Kamer deze foutieve informatie te corrigeren en de Kamer een nieuwe vergelijking van de onderzochte systemen, gebaseerd op correcte informatie, toe te sturen?

Antwoord 6

Er is tijdens de technische briefing geen foutieve informatie gepresenteerd. Wel zal ik de toezegging nakomen om onderzoek uit te voeren naar de effecten van het ATS.


1) De onderzochte ADR variant in het Masterplan betekende: aan de bestaande 4 registratie-opties wordt een 5e keuze toegevoed: Ja, mits mijn nabestaanden instemmen. Deze keuze was tevens de registratie als mensen niet op de brief reageerden.