4. Stand van zaken Orgaandonatie
Stand van zaken Orgaandonatie
Kamerstuk, 10 december 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT/IB/2897078
10 december 2008
Geachte voorzitter,
Door middel van deze brief doe ik verschillende toezeggingen aan de
Tweede Kamer gestand zoals besproken in de eerste en tweede termijn
van het Algemeen Overleg over Orgaandonatie op respectievelijk 8 en 21
oktober 2008.
Orgaan- en bloeddonatie en homoseksualiteit
Het lid Van Miltenburg vroeg naar de verschillen tussen de regels die
worden gehanteerd voor orgaan- en weefseldonatie enerzijds en
bloeddonatie anderzijds door homoseksuelen. Hieronder zet ik deze
verschillen uiteen en geef vervolgens aan waarom ik niet wil overgaan
tot een gelijkschakeling.
Bloeddonatie
In de Richtlijn Donorkeuring van Sanquin worden maatregelen genomen
ter preventie van de overdracht van bacteriële, parasitaire, virus en
prion infecties op de ontvangers van het bloed. Omwille van de
bescherming van de ontvangers van bloed en bloedproducten zijn daarom
bepaalde groepen mensen uitgesloten van bloeddonatie. Homoseksualiteit
is een standaard leefvorm in Nederland en geldt dan ook niet als
uitsluitingsgrond voor bloeddonatie. Risicovol seksueel gedrag is dat
wel. Wetenschappelijk is aangetoond dat bepaalde (infectie)ziekten
onder de groep mannen die seksueel verkeer hebben (gehad) met mannen
vaker voorkomen. Dat levert een gevaar op voor ontvangers van bloed.
Vanwege dezelfde risico's worden ook andere groepen uitgesloten van
bloeddonatie zoals mensen die uit een bepaalde regio komen, mensen die
(kort) verbleven in een bepaalde regio en mensen die eerder zelf een
bloedtransfusie ontvingen.
De commissie Gelijke Behandeling (CGB) heeft in 2007 geoordeeld dat
bij het uitsluiten van mannen die seksuele contacten hebben (gehad)
met ander mannen als bloeddonor sprake is van direct onderscheid en
dus sprake is van discriminatie. Echter, de CGB heeft daarbij
aangegeven, dat er vanuit het oogpunt van de volksgezondheid goede
redenen zijn om dit onderscheid toelaatbaar te achten.
Donatie bij leven
Over mijn voornemens rondom het wegnemen van belemmeringen voor
diegenen die overwegen om bij leven een orgaan te doneren, zal ik uw
Kamer in het voorjaar van 2009 per brief informeren. Over enkele
maanden kan ik u inhoudelijk op de hoogte brengen van de vorderingen
op de verschillende maatregelen die inmiddels zijn opgestart.
In het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor VWS van 8 en 21
oktober 2008 heb ik u toegezegd om de volgende zaken nader te
onderzoeken of te regelen:
- Een regeling waarin de kosten die de donor maakt voor het bij leven
ter beschikking stellen van een orgaan, van overheidswege vergoed
worden.
- De inkomstenderving van zelfstandigen zal in dezelfde regeling
opgenomen worden of separaat geregeld worden. Hiermee geef ik
uitvoering aan de motie van het lid Van Gerven (Kamerstukken II
2008-2009, 28 140, nr. 55)
- Medische kosten die de donor maakt die direct het gevolg zijn van de
donatie uitzonderen van het verplichte eigen risico van de
zorgverzekering van de donor. Verlenging van de periode na de donatie,
waarin de medische kosten ten laste komen aan de zorgverzekeraar van
de ontvanger.
- Het op orde brengen van de indicatiestelling voor huishoudelijke en
gezinshulp, zodat hulp tijdig verleend wordt.
Verder heb ik toegezegd de Tweede Kamer nader te informeren over de
bestaande complicatieverzekering die de transplantatiecentra hebben
afgesloten bij een verzekeraar. Dit betreft een verzekering die door
de transplantatiecentra wordt afgesloten ten behoeve van nierdonoren.
Indien er medische complicaties optreden en de donor ondervindt
hiervan schade dan kan aan de donor eenmalig maximaal EUR 113.445
uitgekeerd worden. Ik zal nader onderzoek doen naar (uitgebreidere)
mogelijkheden van een arbeidsongeschiktheids- en
overlijdensrisicoverzekering voor donoren die bij leven een orgaan
afstaan en onverhoopt complicaties van de donatie ondervinden.
Onderzoek naar het ATS, donorkaart en verplichte keuze
Zoals aangekondigd zullen de wijzigingen van het systeem zoals
voorgesteld door het kabinet worden onderzocht. Het betreft hier de
toevoeging van een vijfde keuze "ja, mits mijn nabestaanden daarmee
instemmen" en de default "nabestaanden" wanneer iemand geen
donorformulier terugstuurd. Het onderzoek wordt zodanig uitgevoerd dat
de resultaten vergelijkbaar zijn met het eerdere onderzoek. De
Coördinatiegroep Orgaandonatie heeft aangegeven een begeleidende rol
te willen spelen bij het onderzoek.
Tevens worden de effecten van een eventuele herinvoering van een
donorkaart onderzocht, zoals door de leden Ormel en Gill'ard is
voorgesteld. Hierbij wordt zowel gekeken naar de effectiviteit als
naar gevolgen van het voeren van verschillende systemen naast elkaar.
Een derde onderdeel van het onderzoek betreft de door het lid Gill'ard
voorgestelde verplichting om een besluit te nemen over orgaandonatie,
zonder sanctie.
De verwachting is dat dit onderzoek in het voorjaar van 2009 gereed
is, de resultaten worden uw Kamer toegezonden.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport