Klimaatverandering catastrofaal voor Europese vlinders

10/12/2008 17:00

De Vlinderstichting

Europa zal veel dagvlinders kwijtraken door klimaatverandering, zo menen de auteurs van een nieuw boek, Climatic Risk Atlas of European Butterflies. Deze studie is het werk van wetenschappers uit heel Europa. Ze hebben modellen over klimaatverandering toegepast op de vlinderwaarnemingen van vele duizenden vrijwillige veldmedewerkers.

Volgens de schrijvers lijdt het geen twijfel dat klimaatverandering optreedt. De gevolgen voor vlinders hangen af van de mate waarin deze plaatsvindt en de manier waarop we omgaan met deze nieuwe bedreiging. De afgelopen decennia is de vlinderstand al sterk achteruitgegaan door het verlies aan leefgebied als gevolg van veranderd landbouwkundig en ander grondgebruik.

Als het warmer wordt, zullen vlinders proberen hun areaal naar het noorden uit te breiden. Dit zal vaak worden bemoeilijkt doordat geschikt leefgebied daar niet aanwezig is. Hoewel vlinders kunnen vliegen, zullen veel soorten ongeschikt landschap, zoals stedelijk gebied of intensief landbouwgebied, niet kunnen passeren. De kans dat ze de, vaak kleine, geschikte gebieden op kilometers afstand van hun huidige leefgebied zullen bereiken, is uitermate klein.

In het worstcasescenario dat door de wetenschappers is onderzocht, wordt uitgegaan van een temperatuursverhoging van 4,1oC tot 2080. In dat geval zal voor zeventig soorten dagvlinders meer dan 95% van het huidige leefgebied ongeschikt worden.

In het beste geval wordt uitgegaan van een stijging van 2,4 graden Celsius. Zelfs dan zal voor 147 soorten meer dan de helft van hun huidige areaal geen geschikt leefgebied meer vormen.

Voor veel vlinders betekent dit dat ze verdwijnen uit gebieden waar ze nu nog regelmatig worden gezien. De kleine vos bijvoorbeeld, vroeger een zeer gewone soort, zal uit het grootste deel van Midden- en Zuid-Europa verdwijnen. In het ingrijpendste scenario zal de spaanse pijpbloemvlinder 97% van zijn leefgebied in Spanje en Zuid-Frankrijk kwijtraken en de apollovlinder zal in de berggebieden meer dan 75% in aantal achteruitgaan.

Nu al zien we gevolgen van klimaatverandering. Van meer dan 60 vlindersoorten is hun verspreidingsgebied naar het noorden opgeschoven. Het gaat hierbij om de 'makkelijke' soorten zoals de gehakkelde aurelia, die zich ook nu goed door het landschap kunnen verspreiden. In de berggebieden zien we dat vlinders zich verplaatsen naar hoger gelegen bergdelen.

Voor Nederland zijn de gevolgen minder dramatisch dan in het Zuiden van Europa, waar de grootste klappen vallen. Maar ook Nederland zal soorten als veenhooibeestje, veenbesparelmoervinder, veenbesblauwtje en zilveren maan waarschijnlijk kwijtraken. De vestiging van nieuwe soorten vanuit het Zuiden zal beperkt zijn gezien het intensieve landgebruik hier.

De hoofdauteur van de Climatic Risk Atlas of European Butterflies is Dr Josef Settele van het Helmholtz Centre for Environmental Research (UFZ) in Duitsland. Hij zegt: "Deze atlas laat voor de eerste keer duidelijk zien hoe het merendeel van de Europese vlinders zal reageren op klimaatverandering. Voor veel soorten betekent het dat ze hun verspreidingsgebied drastisch zullen moeten aanpassen om de veranderingen bij te kunnen houden. Hoe de vlinders reageren zal model kunnen staan voor de gevolgen voor veel andere insecten, die samen meer dan tweederde van alle soorten uitmaken."

Dr Martin Warren, voorzitter van Butterfly Conservation Europe, een van de auteurs: "Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de klimaatverandering vanaf 2050 nog groter zal worden als geen drastische maatregelen worden genomen tegen de CO2 uitstoot. Deze nog snellere verandering zal de doodsteek kunnen geven aan veel Europese soorten. We moeten rekening houden met het worstcasescenario. We moeten nog duidelijker maken dat voor vlinders voldoende grote leefgebieden moeten worden behouden of ontwikkeld en dat vooral de verbindingen daartussen van essentieel belang zijn. Dan kunnen ze zich verplaatsen door het landschap en wellicht de klimaatverandering bijbenen.

Dr Ladislav Miko, Biodiversiteit Directeur van de Europese Commissie in Brussel, die het eerste exemplaar van de atlas ontving, verklaarde: "Studies als deze zijn voor ons zeer waardevol. Hierdoor begrijpen we beter hoe soorten kunnen reageren op de klimaatverandering. De gegevens uit deze klimaatatlas wijzen op een buitengewoon sterke verandering in verspreiding van soorten en daar moeten we op Europese schaal ons beleid op aanpassen. Bovendien komt uit deze studie duidelijk naar voren hoe belangrijk vrijwilligers zijn in het hele Europese natuurbeleid, want zonder hun inzet had deze atlas nooit kunnen worden gemaakt."

Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl





http://www.vlinderstichting.nl