European Union



Brussel, 10 december 2008

Vrij verkeer en verblijf voor EU-burgers en hun familie: Commissie beoordeelt toepassing door de lidstaten

De Commissie heeft vandaag een verslag goedgekeurd over de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG, waarin het recht van vrij verkeer en verblijf van EU-burgers en hun familieleden in de lidstaten is geregeld. De conclusie luidt dat de omzetting van de richtlijn over het geheel genomen nogal teleurstellend is. In het verslag geeft de Commissie aan welke maatregelen zij zal nemen om ervoor te zorgen dat de lidstaten hun wetten en werkwijzen verbeteren zodat de rechten van de EU-burgers niet worden ondermijnd.

Vicevoorzitter Jacques Barrot, belast met justitie, vrijheid en veiligheid, verklaarde: "Vrij verkeer van personen is een van de fundamentele vrijheden van de interne markt en is goed voor de EU-burgers, de lidstaten en de concurrentiepositie van de Europese economie. Als de EU-regels op dit gebied niet goed worden toegepast, kan dat ertoe leiden dat de basisbeginselen van het Europese project zelf worden aangetast. Daarom zal de Commissie extra maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de EU-burgers en hun familie hun rechten daadwerkelijk en volledig kunnen uitoefenen. De Commissie zal daarbij gebruikmaken van de bevoegdheden die zij volgens het Verdrag heeft, en indien nodig inbreukprocedures beginnen, de lidstaten advies geven en erop toezien dat de EU-burgers informatie krijgen over hun rechten."

Richtlijn 2004/38 regelt het vrij verkeer van EU-burgers en hun familieleden in één enkel rechtsinstrument. De richtlijn bevat eenvoudige administratieve formaliteiten en geeft EU-burgers en hun familie het recht om na een verblijf van vijf jaar permanent in de gastlidstaat te blijven. Voorts bepaalt de richtlijn dat het recht op gezinshereniging onder bepaalde voorwaarden ook geldt voor mensen met een geregistreerd partnerschap.

De nationale bepalingen ter omzetting van de richtlijn moesten op 30 april 2006 in werking zijn getreden. Een van de taken van de Commissie is erop toe te zien dat de EU-regels op nationaal of lokaal niveau ook echt worden uitgevoerd zodat de burgers er profijt van hebben. Nu, tweeënhalf jaar later, is het tijd om na te gaan in hoeverre de lidstaten aan deze verplichting hebben voldaan.

Alle lidstaten hebben nationale wetten vastgesteld om het recht op vrij verkeer en verblijf in de EU voor de burgers van de Unie en hun familieleden te beschermen.

Hoewel de nationale wetgeving op sommige punten voor EU-burgers en hun familieleden gunstiger is dan volgens het Gemeenschapsrecht moet, heeft geen enkele lidstaat de gehele richtlijn daadwerkelijk en correct omgezet. Geen enkel artikel van de richtlijn is door alle lidstaten goed omgezet.

Over het geheel genomen is de omzetting nogal teleurstellend.

Alleen Cyprus, Griekenland, Finland, Portugal, Malta, Luxemburg en Spanje hebben de richtlijn voor meer dan 85% correct uitgevoerd.

Oostenrijk, Denemarken, Estland, Slovenië en Slowakije hebben echter nog geen 60% van de bepalingen omgezet.

Dit wordt enigszins gecompenseerd door het feit dat onjuist omgezette bepalingen van de richtlijn in sommige gevallen wel correct worden toegepast door de nationale rechter en de nationale instanties, hoewel zij geen duidelijke richtsnoeren hebben voor het invullen van hun discretionaire bevoegdheid op dit gebied.

Meestal gaat het bij de schending van de basisrechten van EU-burgers om:

* het recht op toegang en verblijf van familieleden die onderdaan zijn van een derde land (problemen met inreisvisa of aan de grens, verblijfsrecht dat aan voorwaarden wordt gebonden die niet in de richtlijn worden gesteld, en te late afgifte van verblijfskaarten),

* documenten die bij een verblijfsaanvraag moeten worden ingediend terwijl dat volgens de richtlijn niet nodig is.

Het is de taak van de lidstaten om de rechten van de EU-burgers te waarborgen en ervoor te zorgen dat de EU-burgers informatie krijgen over hun rechten.

De Commissie zal samen met de lidstaten verder werken aan de technische problemen. Daarbij zijn al een aantal punten aan het licht gekomen die nader moeten worden besproken en verduidelijkt, zoals de kwestie van criminaliteit en misbruik.

Om informatie te geven en bijstand te verlenen zal de Commissie in de eerste helft van 2009 richtsnoeren opstellen over een aantal punten die bij de omzetting of de toepassing problemen hebben opgeleverd.

De Commissie zal de lidstaten ook aanmoedigen en helpen bewustmakingscampagnes te organiseren om de burgers erop te wijzen welke rechten zij hebben volgens de richtlijn.

Voor nadere informatie over de activiteiten van vicevoorzitter Barrot, zie:

http://ec.europa.eu/commission_barroso/barrot/index_en.htm