ChristenUnie
Bijdrage Arie Slob debat gevolgen kredietcrisis
Bijdrage Arie Slob debat gevolgen kredietcrisis
woensdag 10 december 2008 13:56
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. Stel -- en dat is voor deze tijd van het jaar geen
bijzondere gedachte -- dat de samenleving aan collectieve
zelfreflectie zou doen en wij kijken terug op de ontwikkelingen in de
financiële wereld van het afgelopen jaar. Dat zou een bijzondere
bezinning worden en ik denk ook wel een pijnlijke. Wat zijn er in de
financiële wereld, om te beginnen in de Verenigde Staten,
onverantwoorde financiële risico's genomen. Wat is er sprake geweest
van slecht rentmeesterschap en wat lijken de resultaten nu desastreus.
De moraal van het systeem is zoek, zo horen wij nu vaak. Maar het
systeem wordt gevormd door mensen, en de moraal ook. Wij, u, ik, en
wij kunnen dus niet volstaan door alleen maar naar de ander te wijzen.
De samenleving is nu, meer dan ooit, gediend met verantwoord
economisch handelen. Hierin worden kernwaarden verenigd zoals
beroepseer, producteerlijkheid, betrouwbaarheid, gemeenschapszin en
verantwoordelijkheidsgevoel. Zij is ook gediend met het besef dat wij
in een run naar meer en meer tegen begrenzingen zijn aangelopen. Is
dat overigens niet een van de lessen die wij altijd uit tijden van
crisis leren, dat wij moeten leren leven met grenzen?
Grenzen aan groei, grenzen aan de draagkracht van de aarde, grenzen
aan de schrijnende en niet te accepteren kloof tussen arm en rijk. In
dat opzicht bieden tijden van crisis ook kansen. Het kunnen momenten
van loutering zijn. Wij worden gedwongen nieuwe keuzes te maken die
perspectief kunnen bieden. Wij moeten op zoek naar een nieuwe balans.
Wat zou die nieuwe balans moeten inhouden? Een paar steekwoorden. Het
opnieuw inhoud geven aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid van
de financiële instellingen, de banken en de verzekeraars. Het bepalen
van de nutsfunctie zo men wil. Een nieuw evenwicht ter zake van
topinkomens en inkomensverhoudingen. En een hernieuwde bepaling van
ondernemersverantwoordelijkheid voor duurzaamheid, grondstoffen en
energiegebruik.
De fractie van de ChristenUnie steunt het kabinet in de aanpak van de
kredietcrisis tot nu toe. Er is adequaat en vertrouwenwekkend
opgetreden, al lijkt met een groot aantal maatregelen -- dat begrijp
ik wel -- vooral de korte termijn gediend te worden. Uit de
CPB-berekeningen blijkt dat vooral de investeringen achterblijven.
Daarop moet dan ook worden ingezet volgens de ChristenUnie. Ik doe
daarbij een aantal voorstellen.
Ten eerste -- het CPB heeft hierop maandag ook gewezen -- moet de
kredietverstrekking weer op gang komen. Wij hebben miljarden in de
banken gepompt, maar de financiële sector blijft, zo lijkt het, er nog
bovenop zitten, terwijl dit geld ook bedoeld was om de reële economie
te ondersteunen. Hieraan moet iets gedaan worden, want nu lijkt het
behoud van de bank het failliet van de ondernemer te worden. Er is een
garantieregeling, waarop nu -- zo lijkt het, onder meer vanwege
imagoredenen -- nauwelijks een beroep wordt gedaan. Het is toch niet
meer dan logisch, zo vraag ik het kabinet, dat in ieder geval de
banken die steun hebben ontvangen deelnemen aan de garantieregeling en
dus kredieten eerder verstrekken? Graag krijg ik een reactie.
De heer Pechtold (D66):
"Er moet wat aan gedaan worden", hoor ik de ChristenUnie zeggen, maar
betekent dit dat je banken geforceerd gaat opdragen om kredieten ter
beschikking te stellen? Of -- dezelfde vraag heb ik ook aan de heer
Van Geel gesteld -- moeten wij er ook eens kritisch naar kijken hoe
wij de 200 mld. ter beschikking hebben gesteld als buffer en naar de
voorwaarden daarvan?
De heer Slob (ChristenUnie):
Wij moeten natuurlijk niets geforceerd doen; wij moeten weloverwogen
blijven, maar wij zien wel dat er hier een probleem is. Wij hebben
geld in banken gepompt en dat was terecht en nodig om de financiële
wereld overeind te houden. Als dat niet was gebeurd, zou de schade
vele malen groter zijn, maar wij moeten nu wel verder. Ik vind dat wij
hier niet omheen moeten lopen. Wij moeten nu met elkaar bezien hoe wij
toch de kredietverstrekking op gang kunnen krijgen. Ik kijk dan met
name ook naar de banken die wat meer "bij ons horen". Ik zie daar wel
mogelijkheden, dus dit leg ik nu ook aan het kabinet voor.
De heer Pechtold (D66):
Ik heb het niet alleen over het geld dat wij hebben gespendeerd om
over te nemen, maar met name over de 200 mld. die wij als een soort
buffer hebben neergezet, een krediet dat wij als overheid aan die
banken ter beschikking hebben gesteld. Daarvan heeft nu een
autobedrijf gebruik gemaakt en nog een enkel bedrijf. Daarbij gaat het
om een fractie van het totaal. U zegt dat het met imago te maken
heeft. Is het mogelijk dat wij hieraan gewoon te veel willen verdienen
en dat wij de termijn van 36 maanden te kort hebben gemaakt? Wat is uw
analyse daarover?
De heer Slob (ChristenUnie):
Ik heb gezegd dat het onder meer imagoredenen zijn, maar het blijft
natuurlijk gissen naar de precieze redenen. Ik denk dat er nog een
zekere terughoudendheid is. Het is ook te begrijpen dat de banken ook
niet gelijk te grote sprongen willen maken. Wij hebben de
garantieregeling neergezet met dit bedrag. Ik vind dat met name de
banken die nu door de overheid geholpen worden om hun solvabiliteit op
orde te krijgen daarvan dan ook gebruik zouden moeten maken, zodat de
boel weer wat in beweging komt. Dat leg ik bij het kabinet neer. Ik
ben uiteraard benieuwd wat daarop de reactie zal zijn.
De heer Pechtold (D66):
Zij moeten er gebruik van maken, hoor ik u zeggen, maar wij kunnen hen
niet dwingen. Ik probeer aan de andere kant van de bank met u de
analyse op te zetten als het gaat om die 200 mld. en de
randvoorwaarden. Stelt u met mij en de heer Van Geel de vraag aan het
kabinet om eens strikt te kijken naar die randvoorwaarden waaronder
dat geld beschikbaar is? Ik noem de termijnen en het geld dat erop
moet worden betaald. Ik heb de indruk dat er meer is dan imago. Als
bij rondgang langs de banken blijkt dat dat het probleem is, bent u
dan bereid om het kabinet te vragen daar eens goed naar te gaan
kijken? Dan kunnen wij zonder hen te dwingen op een andere manier
zorgen dat die kredieten wel loskomen.
De heer Slob (ChristenUnie):
De vraag ligt inmiddels al bij het kabinet, dus laten wij daarover in
de eerste termijn van het kabinet verder spreken. Ik heb aangegeven
dat er meerdere redenen zijn. Wij zullen natuurlijk ten diepste moeten
analyseren waar het daadwerkelijk op vastzit, proberen om dan ook iets
te doen en daarmee niet langer wachten dan noodzakelijk is.
Dat geldt ook voor het feit dat bedrijven nu over liquide middelen
moeten beschikken. Versnelde afschrijving is ook al aan de orde
geweest. In principe is dat wel een goede maatregel, al duurt het
natuurlijk wel wat lang voordat bedrijven er daadwerkelijk van kunnen
profiteren. Het lijkt mij dat wij moeten kijken of wij die maatregel
zo snel mogelijk kunnen effectueren, zodat zij ook direct effect heeft
op de liquiditeit van de bedrijven. Graag een reactie.
In de derde plaats is ook mijn fractie voorstander van het zo veel
mogelijk naar voren halen van overheidsinvesteringen en
onderhoudsprojecten in de bouw, de infrastructuur en het
waterveiligheidsbeleid, bijvoorbeeld door kasschuiven bij het MIRT of
versnellingen in de uitvoering van het deltaplan water. Dat zet pas
echt zoden aan de dijk, hoewel wij dit ook niet groter moeten maken
dan het is. Alles wat wij kunnen doen, moeten wij echter proberen te
realiseren. Ik vraag daarom om vrijblijvendheid op dit punt te
voorkomen. Het is daarbij van belang dat snel beslissingen worden
genomen als wij willen dat zij nog effect hebben in 2009. Ik sprak
daarover ook al in een interruptiedebatje met de heer Van Geel. Wij
moeten daarmee niet wachten totdat de voorjaarsnota er ligt. Al in
januari zou het kabinet de mogelijkheden op een lijstje moeten
aangeven, zodat wij daarover beslissingen kunnen nemen. Ik vraag om
een reactie hierop van het kabinet.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Ik ben het eens met de heer Slob als hij stelt dat dit soort
investeringen naar voren kunnen worden geschoven, maar daarbij kunnen
uiteraard wel keuzen worden gemaakt. Wij kunnen ervoor kiezen om in
2009 vooral in asfalt te investeren. Wij zien daarvoor een sterke
lobby ontstaan. Ik ken de ChristenUnie echter als een partij die
aandacht vraagt voor het openbaar vervoer. Die partij zou moeten
benadrukken dat juist het openbaar vervoer alle aandacht zou moet
krijgen. Ik heb de heer Slob nog niet over duurzaamheid horen spreken.
Ik vraag hem om de fractie van GroenLinks te steunen als wij het
kabinet vragen om in te zetten op versnelde aanleg van nieuw spoor en
op uitbreiding van het openbaar vervoer.
De heer Slob (ChristenUnie):
Ik zei: het moet echt zoden aan de dijk zetten. Dit betekent dat de
dingen die wij naar voren halen, daadwerkelijk in uitvoering moeten
kunnen worden genomen. Het is de vraag of wij bij het onderhoud van
het spoor een versnelling kunnen aanbrengen. Ik ben echter benieuwd
naar het lijstje van het kabinet waar ik om heb gevraagd. Ik heb in
dit verband gesproken over het deltaplan water. Wij weten dat
bijvoorbeeld zandsuppletie redelijk eenvoudig en snel te realiseren
is. Laten wij dat naar voren halen, want dit is een belangrijk project
voor ons land. Ik wil eerst het overzicht van het kabinet zien. Mijns
inziens kunnen met name bij het onderhoud van Rijkswaterstaat
versnellingen worden gerealiseerd. Als dat zo is, laten wij dat dan
ook doen.
In de vierde plaats is het volgens de fractie van de ChristenUnie goed
om de ontstane situatie aan te grijpen om verder inhoud te geven aan
de bestaande ambitie rond verduurzaming. Daarbij liggen kansen die
houdbaar zijn. Ik verwacht daarom op dit punt geen terughoudendheid
van het kabinet. Ik denk bijvoorbeeld aan duurzame woningbouw of
vergroening van de automobielsector. Er zijn convenanten afgesloten
met bijvoorbeeld de glastuinbouwsector en over energiezuinig bouwen.
Daaruit is mogelijk nog meer te halen. Kabinet, grijpt uw kans. Dat is
ook goed voor de werkgelegenheid die, afgaande op de sombere
voorspellingen van het CPB, wel een extra impuls kan gebruiken. De
bestaande ambitie bij verduurzaming van woningen kan zo ter hand
worden genomen. Deze ambitie zou verbonden kunnen worden aan de
huidige bouwopgave. Ik vraag het kabinet om ons inzicht te bieden in
de mogelijkheden en onmogelijkheden van versnelling van de
verduurzaming van bestaande en nieuwe woningen. Kunnen wij hiervoor
ook een actieplan ontvangen? Ik hoor graag een toezegging op dit punt.
Ik maak tot slot nog een opmerking over de stand van 's lands
financiën. Er wordt weleens gezegd dat een mens het meest lijdt aan
het lijden dat hij vreest. Zeker vanwege de grote onzekerheden rond de
ramingen voor 2009 en 2010, waar ook het CPB zelf op wijst, zie ik
geen enkele reden om ons aan deze sombere ramingen over te geven. De
automatische stabilisatoren moeten hun werk gaan doen. De koopkracht
blijft gelukkig op peil. Er is geen reden voor paniek. Er is wat ons
betreft ook geen reden om een loopgravenoorlog te beginnen over
begrotingsregels. Wij moeten echter alert zijn voor de periode na
2009. Daarom hoor ik het kabinet graag toezeggen dat wij uiterlijk bij
de voorjaarsnota opnieuw op deze inhoudelijke manier naar de cijfers
zullen kijken.