Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Bevoegdheden en opperbevel bij regionale rampen duidelijk
15 december 2008
brand.jpg (12 Kb) Tijdens een ramp die meer dan één gemeente tegelijk
treft, krijgt de voorzitter van de veiligheidsregio het opperbevel
over de hulpverleningsdiensten en de bevoegdheid om knopen door te
hakken in de regionale besluitvorming. De voorzitter van de
veiligheidsregio is de burgemeester van de centrumgemeente in een
regio, die ook de korpsbeheerder van de regiopolitie is. De
commissaris van de Koningin kan tijdens zo'n ramp aanwijzingen geven
aan de veiligheidsregio; niet in zijn of haar functie van provinciaal
bestuurder, maar als vertegenwoordiger van het rijk onder
verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties.
In de voorbereiding op rampen en crises kunnen de commissarissen van
de Koningin namens de minister aanwijzingen geven aan de
veiligheidsregio's als uit het toezicht door de Inspectie Openbare
Orde en Veiligheid blijkt dat een regio onvoldoende is voorbereid op
een ramp.
Dit schrijft minister Ter Horst aan de Tweede Kamer in haar Nota naar
aanleiding van het nader verslag Pdf-icoon en een bijbehorende Nota
van wijziging Pdf-icoon op het wetsvoorstel Veiligheidsregio's.
Met haar voorstel komt Ter Horst tegemoet aan wensen vanuit de Tweede
Kamer om de commissarissen van de Koningin een rol te laten houden in
de rampenbestrijding. Door die rol aan de commissarissen te geven in
hun functie als vertegenwoordiger van het rijk en niet als
provinciebestuurder, ontstaat een directe lijn tussen het rijk en de
veiligheidsregio's. Minister Ter Horst komt met haar voorstel na
overleg met commissarissen van de Koningin, het Veiligheidsberaad (de
voorzitters van de veiligheidsregio's) en de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten.
Opkomsttijden brandweer
Minister Ter Horst wil de veiligheidsregio's de mogelijkheid geven om
maatwerk te leveren bij het vaststellen van de opkomsttijden van de
brandweer. Standaard moet de brandweer binnen een vast aantal minuten
bij een brand of ander incident ter plaatse kunnen zijn. In veel
gevallen is dat binnen acht minuten na binnenkomst van de melding,
maar dat verschilt per soort gebouw. Bij een brand in een ziekenhuis
moet de brandweer er sneller zijn dan bij een brand in een opslagloods
op een afgelegen bedrijventerrein waar de risico's kleiner zijn.
Verder mag de brandweer er in bepaalde gebieden of omstandigheden
langer over doen als daar goede argumenten voor zijn. Dat kan
bijvoorbeeld het geval zijn in dunbevolkte gebieden waar de afstanden
lang zijn en onevenredig hoge kosten voor de brandweer niet opwegen
tegen de risico's. Het bestuur van de veiligheidsregio moet daarover
beslissen. Ter Horst zal wel een limiet vaststellen: zelfs in uiterste
gevallen zal de brandweer er altijd binnen 18 minuten moeten zijn.
Naar boven
Zie ook
Zie het origineel
* Brief aan Tweede Kamer over wetsvoorstel veiligheidsregio's
(31117); nota naar aanleiding van het verslag; nota van wijziging
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties