Kamervragen over honden- en kattenbontverordening
16 december 2008 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen waarin de minister meldt dat
zij de benodigde voorbereidingen heeft getroffen voor het verbod op de
handel in katten- en hondenbont in de EU per 1 januari 2009.
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op vragen van het lid Van Gent (GroenLinks)
over het bericht dat handelaren in honden- en kattenbont voorlopig vrij spel hebben.
1
Kent u het bericht "Bonthandelaren hebben 'voorlopig' vrij spel om het gruwelijk
verkregen katten- en hondenbont vals te labelen als nep-bont (Faux Fur)"?
Ja.
2 en 9
Is het waar dat "niemand" bij de Nederlandse overheid zich bezighoudt met de
verordening ten aanzien van het importverbod van katten- en hondenbont en van
producten die dergelijk bont bevatten? Zo ja, hoe is dit mogelijk?
Herkent u zich in het beeld dat Nederland "de verordening op een stoffige plank heeft
laten liggen"?
Nee. Ik heb de benodigde voorbereidingen getroffen voor de uitvoering van verordening
(EG) nr. 1523/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007
houdende een verbod op het in de handel brengen, de invoer naar en de uitvoer uit de
Gemeenschap van katten- en hondenbont en van producten die dergelijk bont bevatten
per 1 januari 2009.
3, 4 en 10
Is het waar dat Nederland uiterlijk 31 december 2008 de Europese Commissie er van in
kennis moet stellen welke analysemethoden zij gaat hanteren om katten- en hondenbont
uit te sluiten en welke sancties volgen als dit bont wordt aangetroffen? Zo ja, wordt deze
deadline gehaald?
Komt de handhaving van de verordening in gevaar door de mogelijke vertraging?
Kunt u de Kamer garanderen dat vanaf 1 januari 2009 het importverbod op een
fatsoenlijke wijze gehandhaafd gaat worden?
Het is juist dat de Europese Commissie uiterlijk 31 december 2008 in kennis moet worden
gesteld van de te gebruiken analysemethoden en van de vastgestelde sanctiebepalingen.
Ik zal voor tijdige kennisgeving zorgdragen; van vertraging is geen sprake. Het verbod zal
conform de eisen van de verordening gehandhaafd worden.
5 en 8
Hoe gaat de handhaving van de verordening in Nederland uitgevoerd worden?
Hebben de Nederlandse inspectiediensten voldoende expertise in huis om het
importverbod op een deugdelijke wijze te handhaven? Zo nee, hoe gaat u er op toezien
dat dergelijke expertise in huis gehaald wordt?
Overtreding van de bepalingen in verordening (EG) 1523/2007 wordt met ingang van 31
december 2008 strafbaar gesteld door middel van de Regeling van de Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 december 2008 houdende strafbaarstelling
van bepalingen in verordening (EG) 1523/2007. Deze regeling zal medio december in de
Staatscourant worden gepubliceerd.
Het toezicht op de naleving van het verbod op de import van en de handel in honden- en
kattenbont zal door de Douane in samenwerking met de VWA worden uitgevoerd. De
Douane zal bij elke controle in relatie tot de in- of uitvoer van goederen controleren op
mogelijke schendingen van het verbod op honden en kattenbont. Bij vermoedelijke
inbreuk op het verbod draagt de Douane het onderzoek over aan de VWA. De VWA voert
daarnaast gerichte controles uit in het handelskanaal. Bij vermoeden van de aanwezigheid
van honden of kattenbont wordt het materiaal onderzocht in het laboratorium van de
VWA met behulp van microscopische detectie. Hiermee wordt vastgesteld of het materiaal
bestaat uit dierlijk bont of uit nepbont. Vervolgens wordt met microscopisch onderzoek
vastgesteld of het dierlijke bont afkomstig is van een konijn. In het geval dat sprake is van
dierlijk bont dat niet afkomstig is van een konijn, wordt het materiaal voor verder
onderzoek aangeboden aan een extern laboratorium waar met behulp van de
zogenaamde SIAM methode (Species Identification of Animals by Maldi-tof mass
spectometry) met grote nauwkeurigheid kan worden vastgesteld wat de dierlijke
herkomst van het bontmateriaal is. De VWA heeft in 2005 ervaring opgedaan met deze
werkwijze.
Wanneer de VWA na overdracht door de Douane constateert dat strafrechtelijk optreden
wenselijk is, draagt de VWA de zaak over aan de AID. Overtreding van bepalingen in
verordening (EG) 1523/2007 kan worden gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste
zes maanden, een taakstraf of een geldboete van de vijfde categorie.
6
Hoe gaat u er in Nederland op toezien, dat echt honden- en kattenbont niet onder het
label van nep-bont alsnog verkocht gaat worden?
Bij het toezicht wordt rekening gehouden met mogelijke bewuste overtredingen van het
verbod. In die gevallen waarin bij een gelabeld materiaal een vermoeden van honden of
kattenbont is, wordt het materiaal volgens de bij het antwoord op vraag 5 beschreven
methode onderzocht. In het geval er ondanks het label van nepbont toch sprake is van
honden- of katten bont zal (strafrechtelijk) worden opgetreden.
7
Bent u bekend met het DNA-onderzoek uit Amerika, waar het honden- en kattenbont al
enige jaren verboden is, waaruit blijkt dat nog steeds katten- en hondenbont het land
binnenkomt door middel van valse labels?
Ja.
DE MNIISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit