Ingezonden persbericht


16 december 2008

Persbericht

Dutch Design Fashion Architecture versterkt internationale positie van Nederlands ontwerp

Minister Ronald Plasterk (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en de Staatssecretarissen Frank Heemskerk (Ministerie van Economische Zaken) en Frans Timmermans (Ministerie van Buitenlandse Zaken) hebben vanmiddag in Den Haag het officiële startsein gegeven voor het Dutch Design Fashion Architecture (DutchDFA) programma. Het programma loopt van 2009 tot en met 2012. DutchDFA heeft als doel de positie van Nederlands design, mode en architectuur in het buitenland duurzaam te versterken. Dat doet het nieuwe DutchDFA door meerjarige programma's op te stellen gericht op specifieke landen, China, India en Duitsland. Nederlandse architectuur, mode en design hebben internationaal groeiend succes en daar sluit het het DutchDFA programma op aan. De creatieve en innovatieve kracht van deze sectoren versterkt namelijk de economische concurrentiepositie en het imago van Nederland in het buitenland. Of zoals Staatssecretaris Timmermans het verwoordt: 'Ons culturele beleid is een hoeksteen van het buitenlands beleid. Met onze rijke, moderne, vooruitstrevende kunst versterken we onze economische en politieke positie. Want als je die kunst hebt, ben je cool. En een land dat cool is, heeft een sterkere positie dan een land dat niet cool is.' Het programma gaat van start in een snel veranderende wereld. In samenhang met globalisering vormt duurzame ontwikkeling de grote uitdaging van deze tijd. Hieraan kunnen de creativiteit, deskundigheid en innovatieve kracht van Nederlandse ontwerpers een cruciale bijdrage leveren. Minister Plasterk: "Heel Nederland is ontworpen: Nederlands kunnen dingen maken, en mooi maken. De Nederlandse ontwerpsector behoort internationaal tot de top. Door het programma DutchDFA kan Nederland die toppositie behouden en versterken." Het vierjarige programma is een tijdelijke toevoeging aan de bestaande regelingen voor de ondersteuning van Nederlandse mode, architectuur en design en de internationalisering daarvan. Het vervangt deze niet. De multidisciplinaire aanpak, de bundeling van krachten en de meerjarige focus van de landenprogramma's onderscheiden het DutchDFA programma van bestaande initiatieven. Programma Hoofdonderdeel van het DutchDFA programma is de meerjarig programmering op een select aantal focuslanden. De meerjarige programma's leggen beslag op het merendeel van het budget en de bureaucapaciteit van DutchDFA. Daarnaast ontwikkelt DutchDFA een flankerend programma als onderdeel van een bredere communicatiestrategie, met onder meer een website, een reizende tentoonstelling, presentaties bij internationale manifestaties van design, mode en architectuur. In de eerste jaren van het DutchDFA programma ligt de focus voor de meerjarenprogramma's op drie landen: China, Duitsland en India. China In China vindt vanaf 2009 de voortzetting plaats van een economisch meerjarenprogramma dat eind 2008 tijdens de Business of Design Week in Hong Kong is gestart, uitgebreid met culturele en maatschappelijke programmering. Onderdeel van dit programma is een presentatie op de Wereldexpo 2010 in Shanghai. In 2009 neemt Nederland deel aan de Shanghai Creative Week met een ambitieuze presentatie en start een uitwisselingsprogramma tussen Nederlandse en Chinese onderwijsinstellingen, met name in Beijing. De Chinese belangstelling voor de Nederlandse ontwerpende disciplines is al enkele jaren groeiende. Grote Nederlandse architectenbureaus als OMA, MVRDV en KCAP ontwerpen gebouwen, parken en complete stadsdelen voor Chinese opdrachtgevers. Droog Design en Thonik, maar ook individuele ontwerpers als Jurgen Bey en Maarten Baas, krijgen solotentoonstellingen in Chinese musea en galeries. Nederlandse bureau vestigen dependances in Shanghai en Beijing. De Nederlandse presentaties tijdens Shanghai Creative Week hebben in 2007 en 2008 veel aandacht getrokken. De vraag uit de Chinese markt richt zich tot nu toe hoofdzakelijk op het iconische karakter van het Nederlandse ontwerp. De explosieve economische ontwikkeling en verstedelijking van China creëert echter ook een andere, dieperliggende vraag, die niet gerelateerd is aan uiterlijk en snel succes maar aan structurele vraagstukken in de Chinese samenleving. Milieuvervuiling, slechte wooncondities, (on)toegankelijkheid van publieke ruimte en het publieke debat, de sociale gevolgen én economische potentie van de omschakeling van een ambachtelijke samenleving naar een (post-)industriële economie, de zoektocht binnen de verschillende generaties naar nieuwe waarden en een hedendaagse Chinese identiteit. Duitsland Het programma voor Duitsland in 2009 vormt deels een voortzetting van eerdere presentaties en uitwisselingen tussen beide landen, deels de opmaat naar een intensieve Duits-Nederlandse samenwerking tijdens Ruhr Culturele Hoofdstad in 2010. Het programma richt zich op de wisselwerking tussen de creatieve industrie en de stad, maar ook op het stedelijk landschap in een postindustriële samenleving. Duitsland is interessant voor Nederland, door de nabijheid en de culturele verwantschappen, maar ook als belangrijke afzetmarkt. In Duitsland is waardering voor de experimentele en eigenzinnige aanpak van Nederlandse ontwerpers, terwijl er aan weerszijden veel gewonnen kan worden bij kennisoverdracht. India In 2007 en 2008 hebben de Nederlandse sectorinstituten Nederlands Architectuurinstituut en Premsela en de beroepsvereniging BNO verkennende missies uitgevoerd naar India. De belangstelling voor de specifieke Nederlandse ontwerpkwaliteiten bleek groot. Net als China is India een van de snelst ontwikkelende economieën ter wereld. In deze uitgestrekt natie maken stedelijke regio's in hoog tempo de transitie door van een agrarische naar een industriële en postindustriële samenleving, terwijl het onderscheid met het platteland geleidelijk vermindert. Er ontstaat een groeiende middenklasse met belangstelling voor het nieuwste en beste wat er op de markt te koop is. Tegelijkertijd ziet India zich net als China geconfronteerd met complexe grootstedelijke problemen, vraagstukken van duurzaamheid en sociale cohesie. En met de vraag hoe traditionele artistieke tradities, technieken en materialen kunnen worden toegepast in hedendaagse Indiase en Chinese mode, design en architectuur, hoe 'global style' en lokale cultuur zich tot elkaar kunnen verhouden. Allen vraagstukken waarvoor de conceptuele, maatschappelijk georiënteerde benadering van Nederlandse ontwerpers een waardevolle inbreng kan betekenen. Organisatie DutchDFA DutchDFA is een unieke samenwerking van publieke en private partners, die zich hebben verenigd in de Regiegroep DutchDFA. De Regiegroep schetst de contouren voor het DutchDFA-programma en wordt daarbij ondersteund door het programmabureau DutchDFA. De Programmagroep, bestaande uit medewerkers van de sectorinstellingen, de beroepsorganisaties en een vertegenwoordiger vanuit de creatieve steden, zorgt voor uitvoering van het programma. De initiatiefnemers, verenigd in de Regiegroep DutchDFA, zijn: Premsela, Nederlands Architectuurinstituut, Atelier Rijksbouwmeester, BNO (Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers), BNA (Bond van Nederlandse Architecten), BNI (Beroepsvereniging Nederlandse Interieurarchitecten), Modint en de Nederlandse creatieve steden Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht, Vertegenwoordigers van de Ministeries van OCW, EZ en BZ zijn waarnemend lid. Subsidie Het DutchDFA-programma wordt gesubsidieerd door de Ministeries van Cultuur Onderwijs en Wetenschap, Buitenlandse Zaken en Economische Zaken. Zij investeren elk jaarlijks één miljoen euro in het DutchDFA programma. De betrokken (beroeps)organisaties, dragen gezamenlijk jaarlijks ¤ 150.000,- bij aan de kosten van het programmabureau DutchDFA.

Noot voor de redactie/

Ingezonden persbericht