Eerste Kamer der Staten Generaal

Grote zorg in senaat over monumentenbeleid

10 december 2008

In de Eerste Kamer leven groter zorgen over de toekomst van de monumentenzorg in Nederland. Dit is dinsdag gebleken tijdens de behandeling van het voorstel om de dubbele advisering over kleine veranderingen aan rijksmonumenten uit de Monumentenwet te schrappen (31.345). Minister Plasterk van OCW heeft met een diezelfde dag uitgekomen visiedocument over de modernisering van de monumentenzorg 'Een lust, geen last' veel vragen opgeroepen. Daarom deed de minister uiteindelijk de toezegging dat hij in een besloten overleg met zijn collega van VROM in de Eerste Kamer komt uitleggen hoe de zorg voor monumenten in de toekomst wordt ingepast in de Wet Ruimtelijke Ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

De minister kreeg het nadrukkelijke verzoek om in overleg met de VNG een modelverordening te ontwerpen voor de instelling van gemeentelijke monumentencommissies die zo onafhankelijk mogelijk moeten kunnen opereren. Er mogen geen raadsleden en ambtenaren in zitten. Daarnaast kreeg de minister een motie (EK 31.345, H) van de heer Asscher van de VVD voorgelegd, waarin hem wordt gevraagd stadsherstellichamen blijvend te compenseren voor het verlies aan budget door de vennootschapsbelasting die zij moeten betalen. Het gaat in 2008 om een bedrag van 2 miljoen euro. Minister Plasterk ontraadde de motie, omdat hij niet met de steun in de rug van de Eerste Kamer het overleg met staatssecretaris De Jager van Financiën wil ingaan. Maar zijn intentie is wel om de voorzet van de Eerste Kamer in dat overleg in te koppen.

De minister deed o.a. op verzoek van woordvoerder Schouw van D66 de toezegging dat hij via een website opening van zaken geeft over de verzoeken die hem als minister bereiken om bouwwerken op de monumentenlijst te plaatsen. Als invoeringsdatum legde de minister zich vast op 1 maart 2009.

De stemming over het wetsvoorstel dat de extra advisering van de Rijksdienst voor Archeologie Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) schrapt is uitgesteld tot dinsdag 16 december op verzoek van de fractie van de ChristenUnie. Senator De Boer van de CU, die tevens sprak namens de SGP, maakte er bezwaar tegen dat de minister en de RACM al in februari en april van dit jaar hebben laten weten dat de dubbele advisering geschrapt zou zijn, terwijl de Eerste Kamer er nog over moest oordelen. Senator De Boer zei ook dat CU en SGP het gevoel hebben dat de bescherming van monumenten langzaam maar zeker aan erosie onderhevig is. Net als andere fracties waren ook zij verontrust over een onderzoek dat heeft uitgewezen dat in 35% van de gemeenten de gemeentelijke monumentencommissie zich niet voldoende voorbereid acht op de nieuwe adviestaak. Het wetsvoorstel zou daardoor niet goed uitvoerbaar zijn. Om die reden pleitte senator De Boer voor uitstel van de inwerkingtreding van de wet voor die gemeenten. Een soortgelijk pleidooi hield mevrouw Tan namens de PvdA-fractie. Maar minister Plasterk wees deze verzoeken af omdat de invoeringsdatum in de wet zelf staat.

Mevrouw Tan kwam met de casus van een klooster in Limburg dat sinds 1990 wordt bewoond door de Maharischi Mahesh Yogi en zijn Maharishi University of Management (Meru) en dat sinds 1997 de status van rijksmonument heeft. Desalniettemin is de gemeente Roerdalen akkoord met sloop van het klooster. Enkele belangengroepen kwamen daartegen met succes op bij de Raad van State. De sloopvergunning wordt echter niet ingetrokken en in 2001 wordt met de sloop begonnen. Een nieuwe procedure leidt ertoe dat de sloop wordt stilgelegd. Later komt er een verzoek van de provincie om het klooster van de monumentenlijst af te halen. Maar na het overlijden van de Maharishi begin 2008 besluit de minister uiteindelijk op 10 oktober dit jaar dat het klooster de status van Rijksmonument houdt. Mevrouw Tan kwam met dit voorbeeld om aan te geven hoe weerbarstig en tijdrovend de monumentenzorg kan uitpakken.

Senator Dölle van het CDA wees er o.a. op dat de decentralisatie die nu wordt doorgevoerd ertoe kan leiden dat in de ene gemeente beter wordt omgesprongen met monumenten dan in de andere gemeente. Ook kunnen er verschillen ontstaan tussen gemeenten omdat er voor de gewenste onafhankelijkheid van de gemeentelijke monumentencommissies naar de indruk van het CDA te weinig waarborgen in de wettekst zijn opgenomen. 'Behalve het lidmaatschap van collegeleden, zijn er verder geen incompatibiliteiten geformuleerd.' De redenering van de regering dat gemeenten dit zelf nader moeten bepalen stelt de heer Dölle niet gerust.

Woordvoerder Slager van de SP-fractie had grote zorgen over de vele monumenten die niet de status van rijksmonument hebben gekregen. Hij had liever dat de zorg centraal in handen blijft van een rijksdienst of dat gemeenten ten minste in staat worden gesteld de zorg voor rijksmonumenten op zich te nemen.