Universiteit van Tilburg 15 december 2008
Gedragscodes noodzakelijk bij opstellen contracten bouwprojecten
70 procent van de infrastructuurprojecten voor de aanleg van wegen,
spoorwegen, dijken en vliegvelden is te laat klaar en 60 procent ervan
kost ook nog eens meer dan gepland. Veel gaat er mis in de
samenwerking tussen opdrachtgever en aannemer, door gebrek aan
competentie, onvoldoende communicatie en evaluatie van de
projectvoortgang. Promovendus en jurist Peter Kamminga schetst hoe een
nieuw juridisch kader voor de bouwwereld samenwerking beter kan laten
verlopen en conflicten tussen aannemers en opdrachtgevers sterk kunnen
verminderen.
Verschillen in verwachtingen tussen aannemer en opdrachtgever kunnen
leiden tot problemen in de samenwerking na ondertekening van een
contract. Hun interactie kan leiden tot negatieve resultaten. Een
goede uitvoering van projecten is in de bouwwereld die berucht is om
conflicten, de moordende concurrentie en hoge complexiteit geen
vanzelfsprekendheid. De huidige contracten bieden blijkbaar niet
voldoende garantie voor succes.
Niet alleen contracten maar verschillende andere factoren beïnvloeden
de samenwerking. Psychologische aspecten zoals de beeldvorming van de
ander, visies op relaties en machtsverschillen hebben een enorme
impact op hoe partijen met elkaar omgaan en of er conflicten ontstaan
of niet. Economische aspecten zijn angst voor verlies van reputatie en
de mores van de bouwwereld, en de mate van wederzijds vertrouwen.
Vastleggen do's and don'ts
Kamminga constateert dat er binnen de wettelijke kaders bij de
uitvoering een grote marge van vrijheid voor partijen bestaat hun
samenwerking beter vorm te geven. Een sterker juridisch kader ontstaat
als psychologische en economische factoren daarin zijn verwerkt. Hij
beveelt opdrachtgevers en aannemers aan om heldere en afdwingbare
afspraken te maken over hoe er met elkaar wordt omgegaan; dat
reputaties en goed presteren worden beloond. Contractanten zouden
moeten werken aan de bouw van die relatie en proberen geen compleet
contract te schrijven maar te komen tot afspraken over de stappen die
men neemt om tot oplossingen voor problemen te komen. Zo ontstaat een
contract dat meer een handleiding voor samenwerking is dan een star
juridisch kader. Kamminga stelt vooral in de fase van het uitschrijven
van de tender neer te leggen hoe de onderhandelingen er precies uit
gaan zien. Tenslotte zou er een algemene gedragscode in het contract
moeten worden opgenomen voor de deelnemers, over de rollen en taken en
wat daarbij wel en niet wenselijk is.
Peter Kamminga (1974) studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit
Groningen. Tijdens zijn promotieonderzoek verbleef hij aan de Stanford
University.
Universiteit van Tilburg