Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van der Veen over de objectiviteit van berichtgeving over geneesmiddelen door verzekeraars

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van der Veen over de objectiviteit van berichtgeving over geneesmiddelen door verzekeraars

Kamerstuk, 17 december 2008

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

GMT-K-U-2891436

17 december 2008

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van der Veen (PvdA) over de objectiviteit van berichtgeving over geneesmiddelen door verzekeraars (2080904070).

Hoogachtend,

de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dr. A. Klink

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de nieuwe website van Nefarma die zegt "objectieve informatie, afkomstig van verzekeraars zelf" te geven over vergoeding van geneesmiddelen en daarbij aangeeft welke verzekeraars geen preferentiebeleid voeren? (*1)

Antwoord 1

Ja, ik ben op de hoogte van het bestaan van de desbetreffende website.

Vraag 2

Wat is uw mening over deze website en met name over de objectiviteit van de geboden informatie?

Antwoord 2

Ik vind dat dergelijke informatie juist, objectief en volledig dient te zijn. Daarnaast moet het naar mijn oordeel duidelijk zijn van wie de informatie afkomstig is. Of hier sprake is van objectieve informatie dan wel of hier sprake is van enig onrechtmatig handelen is op zich niet aan mij ter beoordeling. Nefarma heeft mij overigens laten weten dat de inhoud van de website vooraf aan zorgverzekeraars is voorgelegd.

Vraag 3

Wat is uw mening over de tekst op de website van Nefarma, waarin staat: "Nefarma vindt dat de dokter vrij moet kunnen bepalen - in overleg met de patiënt - welk middel het beste
is, afhankelijk van de persoonlijke situatie van de patiënt"? (*2)

Antwoord 3

Ik onderschrijf dit uitgangspunt met dien verstande dat ik er van uitga dat artsen geen onnodige dure of ondoelmatige geneesmiddelen voorschrijven.

Vraag 4

Is er met het huidige preferentiebeleid in Nederland sprake van dat dokters niet vrij zouden zijn om geneesmiddelen voor te schrijven, maar dat zij voorschrijven op aanwijzing van verzekeraars? Zo nee, wat zegt dit over het nut en de objectiviteit van de inhoud van de website van Nefarma? (*3)

Antwoord 4

De keuzevrijheid van de arts bij het voorschrijven van geneesmiddelen staat buiten kijf en wordt door geen enkele zorgverzekeraar beïnvloed. Het huidige preferentiebeleid heeft daar geen verandering in gebracht. Op grond van het Besluit Zorgverzekering zijn zorgverzekeraars verplicht om de geneesmiddelen aan te wijzen waarop hun verzekerden aanspraak hebben .

Daarbij moeten zij kiezen uit door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aangewezen geneesmiddelen. Zij moeten voorts van elke werkzame stof die voorkomt in de door de minister van VWS aangewezen geneesmiddelen, tenminste één geneesmiddel aanwijzen met die werkzame stof. Het preferentiebeleid richt zich op verschillende versies van geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof die uitsluitend op een daartoe uitgeschreven recept mogen worden afgeleverd door een apotheekhoudende (apotheker of apotheekhoudende huisarts). Feitelijk wordt de aanspraak van de verzekerden per zorgverzekeraar nader gespecificeerd tot (een) specifieke variant(en) van een geneesmiddel met eenzelfde werkzame stof.

Indien een arts echter van mening is dat behandeling met een als preferent aangewezen geneesmiddel medisch niet verantwoord is (en dat aangeeft met de letters MN van medische noodzaak op het recept), dan heeft de betrokken verzekerde gewoon aanspraak op het voorgeschreven niet-preferente geneesmiddel. De verzekerde heeft dan ook recht op vergoeding daarvan. Zorgverzekeraars die preferentiebeleid voeren onderschrijven dat ook.

Vraag 5

Deelt u de mening dat de website www.mijnmedicijnvergoeding.nl onvolledige informatie verstrekt, wanneer er alleen wordt gesteld dat een verzekeraar kan bepalen dat van een geneesmiddel dat door meerdere fabrikanten wordt geproduceerd, het middel van de ene fabrikant wel wordt vergoed en van de andere niet, zonder daarbij te vermelden dat het
in dat geval om volkomen identieke geneesmiddelen gaat?

Antwoord 5

Zie mijn antwoord op vragen 2 en 4.

Vraag 6

Bent u van mening dat deze actie van Nefarma gelijk is aan de actie van de KNMP, «Slikt u alles van uw zorgverzekeraar», waarvan de rechter destijds heeft gezegd dat de actie onmiddellijk moest worden gestopt en gerectificeerd?

Antwoord 6

Het is niet aan mij om te beoordelen of deze actie vergelijkbaar is met die van de KNMP, desgewenst kan de burgerlijke rechter daarover een uitspraak doen. Ik heb begrepen dat zorgverzekeraar Menzis een kort geding had aangezegd, maar dat Nefarma en Menzis inmiddels hebben overlegd over de website en over de uitingen in de krant en op de radio daarover. Het resultaat van dat overleg is dat de radiospotjes over de website worden gestopt en dat Menzis afziet van een kort geding. De website blijft wel bestaan.

Vraag 7

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór aanvang van de behandeling van uw begroting voor 2009?

Antwoord 7

Dat is mij helaas niet gelukt.

(*1) www.mijnmedicijnvergoeding.nl
(*2) www.nefarma.nl
(*3) Daar waar onder het regiem van de Ziekenfondswet ziekenfondsen verplicht waren alle door de minister van VWS aangewezen geneesmiddelen te vergoeden is dat nu niet meer het geval en omvat de aanspraak op farmaceutische zorg: "terhandstelling van de bij ministeriële regeling aangewezen geregistreerde geneesmiddelen voor zover deze zijn aangewezen door de zorgverzekeraar" (artikel 2.8, eerste lid, onder a van het Besluit zorgverzekering). Artikel 2.8, derde lid van het Besluit zorgverzekering bepaalt: "De aanwijzing door de zorgverzekeraar geschiedt zodanig dat van alle werkzame stoffen die voorkomen in de bij ministeriële regeling aangewezen geneesmiddelen tenminste een geneesmiddel voor de verzekerde beschikbaar is".