5. December
Akkoord over verstedelijkingsrichtingen tot 2030 in `Utrechtse' deel van de
Randstad
17-12-2008
Minister J. Cramer (VROM) heeft met het 'Utrechtse' deel van de
Randstad afspraken gemaakt over de integrale Ontwikkelingsvisie voor
de periode 2015-2030, waarbij de spanning tussen wonen, werken en
groen centraal heeft gestaan.
Wat betreft woningbouw gaat het om het vinden van ruimte voor 65.500
nieuwe woningen. Deze worden zo gebouwd dat ze een minimaal beslag
leggen op de groene ruimte en zorgvuldig zijn ingepast in de bestaande
steden en dorpen. Daarbij benutten de regio en het Rijk volop hun
mogelijkheden en bevoegdheden om de Utrechtse regio milieuvriendelijk
en duurzaam te ontwikkelen.
De Ontwikkelingsvisie 2015-2030 past wat betreft
verstedelijkingsstrategie goed binnen de Structuurvisie Randstad 2040:
de regio kiest voor een strategie van verdichting en kwaliteit. Dit
sluit goed aan bij de keuzes van het kabinet voor de Randstad. Door
een hoge binnenstedelijke ambitie en het bouwen van 15.000 woningen in
Almere worden de Nationale Landschappen, de EHS (Utrechtse Heuvelrug)
en de bufferzone Noorderpark, zoveel mogelijk gevrijwaard van
verstedelijking.
Het akkoord is op 17 december in Den Haag door de minister en de
Utrechtse wethouder H. Bosch getekend. Cramer en Bosch tekenden als de
duo-bestuurders van het Randstad Urgentproject 'Duurzaam Bouwen in de
Noordvleugel Utrecht'. Bosch vertegenwoordigde in dit overleg samen
met gedeputeerde Krol de zeven regionale overheden van het
samenwerkingsverband 'Noordvleugel Utrecht': de provincie Utrecht, de
gemeenten Utrecht, Amersfoort en Hilversum, het gewest Eemland, het
gewest Gooi en Vechtstreek en het Bestuur Regio Utrecht.
De regiobestuurders hebben in overleg met het Rijk de
Ontwikkelingsvisie 2015-2030 opgesteld. Deze wordt door minister
Cramer op hoofdlijnen onderschreven en vormt tevens de inhoudelijke
onderlegger van het akkoord. De essentie van de Ontwikkelingsvisie is
het vinden van een oplossing voor de spanning tussen twee waarden: ten
eerste de behoefte aan ruimte om te wonen en te werken voor het nog
steeds groeiend aantal huishoudens van het Utrechtse deel van de
Randstad en, ten tweede, de net zo dringende behoefte aan bescherming
van natuur en landschap en de duurzaamheid in de ruimtelijk-economisch
ontwikkeling. In het gebied van de Noordveugel Utrecht liggen vijf
nationale landschappen, een deel van de ecologische hoofdstructuur en
een rijksbufferzone waarbinnen beschermingsregimes gelden. De
bouwopgave moest ook zorgvuldig worden afgesteld met de vele
infrastructuurbundels in dit centrale deel van Nederland.
Binnen en buiten bebouwd gebied
In ronde cijfers is de invulling van de woningvraag als volgt. Van de
65.500 woningen komt ruim de helft tot stand binnen de contouren van
het bestaand stedelijk gebied en vooral in het stadsgewest Utrecht.
Ruim een kwart komt tot stand op uitleglocaties (zoals Rijnenburg).
Het laatste kwart wordt gebouwd in Almere als onderdeel van de
schaalsprong van die stad, die grenst aan de Noordvleugel Utrecht.
Concentratie op bestaand bebouwd gebied
De Ontwikkelingsvisie concentreert de nieuwe woningbouw dus bijzonder
sterk in bestaand bebouwd gebied. Dat gebeurt op verschillende
manieren. De eerste is het verdichten van woningbouw in stadsdelen die
zich daarvoor lenen en bij voorkeur bij stations van RandstadSpoor.
Ten tweede herstructurering van verouderde locaties, waarbij het de
ambitie van de regiopartners is om alle te slopen woningen te
vervangen. Ten derde zal een aantal verouderde bedrijventerreinen
worden getransformeerd tot woningwijken.
Deze manier van binnenstedelijk bouwen vraagt forse financiële
investeringen. De Noordvleugel Utrecht heeft een indicatieve
berekening gemaakt van de locatiegebonden kosten van deze
woningbouwopgave. De uitkomst van deze berekening heeft een
bandbreedte van ¬ 0,6 (gebaseerd op huidige situatie) tot ¬ 1,6
miljard (toekomstige situatie). In het kader van de
verstedelijkingsafspraken 2010-2020 zullen rijk en regio afspraken
maken over de financiële bijdragen van gemeenten, provincies en het
Rijk .
Station Amersfoort en A12-zone
Twee projecten springen in de Ontwikkelingsvisie 2015-2030 bijzonder
in het oog. Het stationsemplacement van Amersfoort en zijn naaste
omgeving kan worden bebouwd met duizend woningen als er een oplossing
gevonden wordt voor de beperkingen die nu nog gelden wegens het
vervoer van gevaarlijke stoffen. Het Rijk, Prorail, de Nederlandse
Spoorwegen en de gemeente Amersfoort zijn van plan hierover in 2010
een uitvoeringsovereenkomst te sluiten.
Het andere tot de verbeelding sprekende project betreft de A12-zone
tussen Oudenrijn en het verkeersplein Lunetten. Deze zone, die nu voor
een groot deel uit asfalt bestaat, kan worden opgenomen in het
stedelijke woongebied met veel groen en nieuwe verbindingen tussen
Nieuwegein en Utrecht. Beide ambities passen volledig in de filosofie
van de Ontwikkelingsvisie: verdichting en kwaliteitsverbetering. Een
eerste verkenning wordt vóór de zomer van 2009 afgerond. Daarmee loopt
deze verkenning parallel met de procedures over de infrastructurele
studies over de Ring Utrecht.
Duurzaamheid
De Ontwikkelingsvisie leidt tot afspraken over een duurzame uitvoering
van de nieuwe woningbouw. Bij het zoeken van geschikte bouwlocaties is
onder meer gelet op veiligheid tegen overstromingen, de
beschikbaarheid van spoorinfrastructuur en de bescherming van het
landschap. Door de geconcentreerde bebouwing neemt het draagvlak voor
hoogwaardig openbaar vervoer toe. De vraag naar nieuwe
bedrijventerreinen wordt zo beperkt mogelijk gehouden door de
bedrijventerreinen tien procent beter te benutten dan tot nog toe
gebruikelijk is.
Infrastructuur
De regionale overheden benadrukken in hun visie dat er een aantal
belangrijke verbeteringen aan de infrastructuur nodig zijn om te
voorkomen dat de woningbouw tot extra verkeersproblemen leidt, vooral
omdat een kwart van de nieuwe woningen in Almere tot stand komt. De
verbeteringen zijn volgens de regio nodig in de Driehoek A27-A1-A28,
bij het hoogwaardig openbaar vervoer in de regio en op de verbindingen
tussen Utrecht en Almere en tussen Amersfoort en Almere.
Principeafspraken hierover komen in 2009 tot stand in het kader van
het Randstad Urgentproject 'Draaischijf Nederland' en de 'Schaalsprong
Almere 2030'. (Zie de bijgevoegde kaart van het beoogde eindbeeld van
hoogwaardig openbaar vervoer.)
Vervolgproces
De Ontwikkelingsvisie wordt de komende maanden voorgelegd aan de
bestuurlijke en maatschappelijke achterbannen in de regio. Minister
Cramer zal zorgen dat er een rijksreactie op de Ontwikkelingsvisie
wordt opgesteld. Medio 2009 maken de partners van het
samenwerkingsverband Noordvleugel Utrecht achtereenvolgens bindende
afspraken met elkaar over de uitvoering en worden vervolgafspraken
gemaakt met het Rijk.
Download :
Zie het origineel
* Kaarten met Indicatief eindbeeld Noordvleugel Utrecht 2030
en beoogde netwerk van hoorwaardige openbaarvervoer in 2030 (jpg,
70 KB)