Kamerbrief inzake het verslag van de bijeenkomst van de Europese Raad d.d.
11-12 december 2008 te Brussel
17-12-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister-president, het
verslag aan van de bijeenkomst van de Europese Raad die op 11 en 12
december 2008 te Brussel plaatsvond.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Verslag van de bijeenkomst van de Europese Raad op 11 en 12 december
2008 te Brussel
Inleiding
Tijdens deze Europese Raad stonden het klimaat- en energiepakket, de
financiële en economische crisis en het Verdrag van Lissabon centraal.
Ook werden conclusies aangenomen over o.m. de Europese
veiligheidsstrategie, het Midden-Oosten en Zimbabwe.
Verslag
De Europese Raad begon met het gebruikelijke overleg met de voorzitter
van het Europees Parlement, de heer Hans-Gert Pöttering. Zijn
toespraak treft u als bijlage aan.
Verdrag van Lissabon
Met de aankondiging dat Ierland volgend najaar opnieuw zal trachten
het Verdrag van Lissabon te ratificeren, werd een grote doorbraak
bereikt.
De minister-president van Ierland, Brian Cowen, presenteerde de
Europese Raad de elementen van een oplossing waarmee Ierland het
goedkeuringsproces van het verdrag kan afronden. De Ierse zorgen en
wensen betreffen het behoud van de `eigen' Commissaris, belastingen,
sociaal/ethische vraagstukken en de Ierse neutraliteit in relatie tot
het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid. De Ierse regering zoekt
naar oplossingen op elk van deze punten.
Om aan deze zorgen tegemoet te komen, besloot de Europese Raad dat ook
na 2014 de Commissie uit één onderdaan per lidstaat zal bestaan,
indien en op voorwaarde dat het Verdrag van Lissabon in werking
treedt. Anders dan het Verdrag van Nice, opent het Verdrag van
Lissabon de mogelijkheid voor de Europese Raad om een dergelijk
besluit te nemen. Ierland wil graag dat nu reeds duidelijk wordt dat
van deze mogelijkheid gebruik zal worden gemaakt.
Wat betreft de overige drie vraagstukken stemde de Europese Raad ermee
in dat teksten zullen worden uitgewerkt die een verkeerde
interpretatie van het Verdrag van Lissabon op deze drie punten moeten
uitsluiten.
Minister-president Cowen verklaarde dat zijn regering zich gelet op
deze toezeggingen ertoe verbindt nog gedurende de ambtstermijn van de
huidige Commissie (die op 1 november a.s. afloopt) het verdrag te
bekrachtigen mits medio 2009 op genoemde zorgpunten een bevredigende
oplossing zal zijn uitgewerkt. Het laatste wordt onder het inkomende
Tsjechische voorzitterschap ter hand genomen.
Aldus wordt het proces van voorbereiding van bekrachtiging van het
Verdrag van Lissabon door alle lidstaten voortgezet.
De Nederlandse inzet, zoals ook met uw Kamer besproken, was dat een
gezamenlijke oplossing werd gevonden, dat het ratificatieproces zo
spoedig mogelijk zou worden voortgezet en dat het Verdrag van Lissabon
recht overeind zou blijven. Bovendien heeft Nederland benadrukt dat
met de overeengekomen oplossingen aan Ierland een forse handreiking is
gedaan. Dat geldt in het bijzonder het besluit inzake de omvang van de
Commissie, dat zoals bekend niet overeenkomt met de voorkeuren die
Nederland bij de totstandkoming van het Verdrag van Lissabon naar
voren heeft gebracht. De minister-president heeft benadrukt dat nu dit
akkoord tot stand is gekomen, er geen sprake kan zijn van aanvullende
concessies. Gezien de duidelijke toezegging van de Ierse regering een
tweede ratificatiepoging te ondernemen, is Nederland tevreden over het
huidige pakket afspraken.
Het Verdrag van Lissabon zal vrijwel zeker pas na de verkiezingen voor
het Europees Parlement in juni 2009 in werking treden. Omdat het
Verdrag van Lissabon ten opzichte van het huidige Verdrag van Nice het
aantal parlementsleden voor twaalf lidstaten vergroot (waaronder voor
Nederland, met één) legde de Europese Raad een verklaring af waarin
wordt afgesproken dat overgangsmaatregelen zullen worden getroffen om
ervoor te zorgen dat zodra het Verdrag van Lissabon in werking treedt,
die twaalf lidstaten ook daadwerkelijk dat grotere aantal EP-leden
zullen hebben in de resterende parlementaire periode van 2009 tot
2014. Bij de voorbereiding van de EP-verkiezingen in Nederland zullen
hiertoe dan ook de nodige voorzieningen dienen te worden getroffen.
Klimaat- en energiepakket
De Europese Raad slaagde erin een akkoord te bereiken over een
wetgevingspakket dat de ambitieuze doelstellingen die de EU eerder
vastlegde, in concrete uitvoeringsmaatregelen vertaalt. Daarbij is het
ambitieniveau volledig overeind gebleven, en is de systematiek van het
Commissievoorstel gehandhaafd. Wel is, teneinde duidelijkheid aan
producenten te bieden, nu reeds bepaald in hoeverre bedrijven die
deelnemen aan het emissiehandelssysteem hun rechten via een veiling
moeten kopen, dan wel in hoeverre zij die toegewezen krijgen.
In de aanloop naar en tijdens de Europese Raad vond een stevige
discussie plaats over uiteenlopende onderdelen van het pakket. Twee
onderwerpen vroegen de meeste aandacht: ten eerste de vraag in welke
mate de emissierechten voor industrie- en elektriciteitssector geveild
dan wel gratis verstrekt zouden moeten worden; en ten tweede het
vraagstuk van solidariteit tussen de oude en de nieuwe lidstaten.
Wat de toewijzing van emissierechten aan de industrie betreft, pleitte
een aantal lidstaten voor het nu reeds verschaffen van duidelijkheid
aan het bedrijfsleven over de vraag welke bedrijven onder het
veilingregime zullen vallen. Enkele lidstaten gingen zover om te
pleiten voor vrijwel volledig gratis verstrekken van emissierechten
aan alle sectoren, ongeacht de uitkomst van de klimaattop van
Kopenhagen eind volgend jaar. Nederland heeft zich daar met andere
lidstaten tegen verzet: zij vonden dat moest worden vastgehouden aan
het systeem van veilen en toetsing op risico van carbon leakage in het
licht van een akkoord in Kopenhagen.
In het bereikte compromis zijn het systeem van veilen en de toetsing
op risico van carbon leakage overeind gebleven, en zijn tevens de
criteria voor die toets (verhoogde productiekosten, handelsintensiteit
buiten de EU) uitgewerkt. Bedrijven die op basis van deze criteria
risico lopen op carbon leakage krijgen in beginsel 100% gratis
emissierechten. Deze bedrijven zullen overigens nog steeds moeten
voldoen aan de reductie-doelstelling van 20% en dus per jaar minder
rechten krijgen dan zij nodig hebben. Na de klimaattop van Kopenhagen,
zal definitief worden besloten of er daadwerkelijk gratis
emissierechten zullen worden verstrekt.
De toewijzing van gratis rechten wordt gebonden aan een strenge
benchmark, namelijk die van de 10% meest efficiënte bedrijven. De
overige 90% van de bedrijven zal een een deel van zijn emissierechten
moeten bijkopen indien zij niet efficiënter gaan produceren.
Voor het deel van de industrie dat niet blootstaat aan het risico van
carbon leakage is bepaald dat het in 2027 in plaats van 2020 op een
niveau van 100% veilen zal komen.
Bij de toewijzing van emissierechten aan de energiesector, is voor een
aantal nieuwe lidstaten de mogelijkheid geschapen om het veilen
geleidelijk in te faseren van 30% in 2013 tot 100% uiterlijk in 2020.
Lidstaten die van de optie gebruik maken, dienen daarvoor zelf de
kosten te dragen.
Lidstaten krijgen de mogelijkheid om gedurende enkele jaren
(2013-2016) veilingopbrengsten te gebruiken voor een deel van de
investeringen (maximaal 15%) in zeer efficiënte energiecentrales, mits
deze zijn voorbereid zijn op het afvangen en opslaan van CO2 (CCS).
Het gebruik van kredieten van buiten de EU (CDM en JI) voor het
behalen van de reductiedoelstelling is per lidstaat beperkt tot 3% van
de emissies in 2005. Voor 12 lidstaten is dit maximum met 1% verhoogd
tot 4% van de 2005-emissies.
In het kader van de financiële solidariteit heeft een aantal nieuwe
lidstaten erop aangedrongen dat de door de Commissie voorgestelde
10%-herverdeling van veilingrechten zou worden verdubbeld. Bij wijze
van compromis is besloten de 10% herverdeling op te hogen tot 12%,
waarbij de extra 2% alleen onder de nieuwe lidstaten zal worden
verdeeld.
Nederland heeft zich met het Verenigd Koninkrijk de afgelopen maanden
met kracht ingezet voor het voorstel van het Europese Parlement voor
financiering van de twaalf CCS-demonstratieprojecten. Hiervoor moest
in de Raad veel weerstand worden overwonnen. Minister-president
Balkenende heeft tijdens de Europese Raad betoogd dat het handhaven
van kolen in de brandstofmix ons verplicht serieus in deze techniek te
investeren. Anders wordt het halen van de reductiedoelstelling
bijzonder moeilijk. Uiteindelijk is hier na langdurige
onderhandelingen het resultaat bereikt van 300 miljoen emissierechten
(met een geschatte waarde van 6 tot 9 miljard euro).
Tenslotte heeft de Raad in een verklaring aangegeven dat de lidstaten
bereid zijn een wezenlijke financiële bijdrage te leveren aan
klimaatbeleid, waaronder ook de steun aan ontwikkelingslanden bij het
voorkomen van en aanpassen aan klimaatverandering.
Aansluitend aan de Europese Raad is de triloog tussen Raad, Commissie
en Europees Parlement hervat. Naar verwachting zal het EP op 17
december a.s. zijn plenaire stemming houden. Hopelijk komen de
instellingen dit jaar nog tot overeenstemming.
Financiële en economische crisis
De Europese Raad heeft het economische herstelplan besproken dat door
de Commissie in haar mededeling van 26 november jl. beschreven was.
Het voorziet in een gecoördineerde inspanning van de Europese Unie en
de lidstaten samen om de recessie het hoofd te bieden. In zijn
totaliteit omvat deze inspanning ongeveer 1,5 % van het BBP van de
Europese Unie. Bovendien wordt in de conclusies omschreven welke
beleidsmaatregelen door lidstaten worden overwogen en wordt
goedkeuring aan een reeks van maatregelen op communautair niveau
gehecht. Tenslotte is een aantal randvoorwaarden bij het pakket
overeengekomen. Voor de opsomming van de diverse maatregelen en
randvoorwaarden wordt kortheidshalve verwezen naar de bijgevoegde
conclusies van het voorzitterschap.
De Europese Raad heeft zijn akkoord gehecht aan dit herstelplan als
kader voor een gezamenlijke inspanning. Dit kader houdt rekening met
de verschillen in budgettaire en economische situaties tussen de
lidstaten.
Minister-president Balkenende heeft bij alle aandacht voor
stimulerende maatregelen ervoor gepleit om ook het ondubbelzinnige
signaal af te geven dat de extra maatregelen tijdelijk zijn en dat de
EU vastbesloten is na afloop van de huidige uitzonderlijke situatie
spoedig de begrotingssaldi weer terug te brengen naar de gewenste
waarden. De Europese Raad heeft nog eens bevestigd dat alle lidstaten
die nu begrotingstekorten opbouwen zo snel mogelijk overeenkomstig de
regels van het Stabiliteits- en Groeipact moeten terugkeren naar de
voor hen geldende middelangetermijndoelstellingen.
Tevens heeft minister-president Balkenende er met andere
regeringsleiders voor gepleit dat bij het vrijmaken van
EU-begrotingsfondsen voor `groene' en technologieprojecten de (regels
van de) Financiële Perspectieven worden gerespecteerd. Dit is in de
conclusies van het voorzitterschap bevestigd.
Bij de regeling van werkzaamheden op dinsdag16 december jl. vroeg de
heer Vendrik het kabinet in het bijzonder in te gaan op de betekenis
van de Europese afspraken in het kader van steunverlening voor
bijvoorbeeld de industrie, de bestrijding van de economische recessie
en de gevolgen van de Europese afspraken voor de voornemens van het
kabinet.
In de Europese Raad is niet gesproken over ingrijpende aanpassingen
van de staatssteunregels. Integendeel, meerdere leden van de Europese
Raad benadrukten het belang van een goed werkende interne markt, met
de geldende waarborgen voor een gelijk speelveld voor bedrijven. Wel
is een tweetal maatregelen van tijdelijke aard afgesproken:
* het plafond voor het soepeler regime voor kleine steunbedragen
(`de minimis') is voor de komende twee jaar verhoogd naar 500.000
euro. Nederland heeft altijd positief gestaan ten opzichte van een
dergelijke aanpassing.
* de in de toepasselijke richtlijnen voorziene versnelde
tenderprocedures (30 in plaats van 87 dagen) voor publieke
aanbestedingen worden in 2009 en 2010 van toepassing verklaard.
Hierdoor zal het voor overheden eenvoudiger worden om bepaalde
investeringen versneld uit te voeren.
Daarnaast heeft de Europese Raad beklemtoond dat onder de huidige
omstandigheden snelheid en flexibiliteit van groot belang zijn bij de
toepassing van de staatssteunregels door de Commissie. Als voorbeeld
worden de nieuwe richtlijnen voor de financiële sector genoemd. Ook
Nederland verwelkomt de verduidelijkingen in de laatstgenoemde
richtlijnen. Ook heeft de Commissie toegezegd zo spoedig mogelijk met
nadere voorstellen ter precisering van de staatssteunregels, in het
bijzonder ten aanzien van het MKB, te komen. Het kabinet zal die
voorstellen alsdan bestuderen. Tenslotte heeft de Europese Raad in
meer algemene zin opgeroepen tot een verdere intensivering van de
inspanningen ter vermindering van de administratieve lasten.
Wat betreft de door de heer Vendrik gevraagde nadere uitleg over de
verhouding tussen de conclusies van de Europese Raad en de door
kabinet aangekondigde maatregelen, diene het volgende. De
minister-president heeft op 21 november jl. een brief gestuurd naar Uw
kamer over de gevolgen van de kredietcrisis voor de reële economie.
Deze brief geeft een duidelijk overzicht van de maatregelen die het
kabinet treft om in Nederland de economie te stimuleren. De
maatregelen in de Miljoenennota, de bankenmaatregelen, de maatregelen
in genoemde brief en de werking van ons trendmatig begrotingsbeleid
passen goed in de afgesproken gezamenlijke Europese inspanning. In dit
stadium is er voor het kabinet geen aanleiding om aanvullende
maatregelen aan te kondigen.
Extern beleid
EVDB / Europese veiligheidsstrategie
De Europese Raad bekrachtigde de verklaringen over het EVDB die door
de Razeb op 8 december jl waren aangenomen, alsmede het rapport van HV
Solana dat een evaluatie bevat van de Europese Veiligheidsstrategie
van 2003. Zoals toegezegd aan uw Kamer, is de finale versie van het
rapport van HV Solana dat aan de Europese Raad voorlag, bijgevoegd.
Midden Oosten Vredesproces (MOVP)
De ministers van Buitenlandse Zaken vervolgden hun bespreking van de
Razeb over het MOVP tijdens hun diner bij de Europese Raad. Zij waren
het eens dat ook op het niveau van de Europese Raad uiting diende te
worden gegeven aan het belang van voortgang in het Annapolis-proces.
Daartoe werd een tekst in de conclusies van de Europese Raad
opgenomen. Hierin werd het Arabische vredesinitiatief verwelkomd en
werd benadrukt dat het voor een duurzame oplossing van belang is dat
niet alleen de onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnse
Autoriteit tot een regeling leiden, maar ook andere landen (Libanon,
Syrië) deel uitmaken van een uiteindelijk akkoord. De EU zal hiertoe
een constructieve rol blijven spelen en benadrukt tevens het belang
van engagement van de nieuwe VS-administratie.
Zimbabwe
Conform hetgeen is toegezegd tijdens het AO Europese Raad op 10
december jl, bracht minister Verhagen de schrijnende humanitaire
situatie in Zimbabwe op. Nederland pleitte voor een duidelijke
boodschap van de Europese Raad aan Zimbabwe dat de voortwoedende
cholera epidemie een halt moest worden toegeroepen, onder meer door
het toelaten van de noodzakelijke humanitaire hulp. Gesteund door het
voorzitterschap en de andere lidstaten vroeg Nederland tevens om het
ter verantwoording roepen van Zimbabwe voor de recente verdwijningen
van mensenrechtenverdedigers, waaronder mevrouw Mukoko. Beide punten
werden door de Europese Raad overgenomen in zijn conclusies.
In de marge van de Europese Raad bevestigde Commissaris
Ferrero-Waldner - naar aanleiding van het Nederlandse verzoek bij de
Razeb hiertoe - dat zij spoedig de verrijking van het regime-Mugabe
via de diamantenhandel zal onderzoeken en zo mogelijk met concrete
voorstellen zal komen om deze verrijking een halt toe te roepen.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Bijlagen
* Bijlage: ER-conclusies | PDF, 197 Kb
* Bijlage: speech | PDF, 68 Kb
* Bijlage: report of the implementation | PDF, 201 Kb
Ministerie van Buitenlandse Zaken