Provincie Friesland


---

PERSBERICHT

Nummer: 358 PP
Datum: 16 december 2008

Provincie verleent milieuvergunning voor REC

Het College van Gedeputeerde Staten verleent aan Omrin/Afvalsturing Friesland N.V. een vergunning op basis van de Wet milieubeheer voor de oprichting van een Reststoffenenergiecentrale in Harlingen. De milieuvergunning - formeel de definitieve beschikking op de vergunningaanvraag - is dinsdag door het college vastgesteld. In vergelijking met de ontwerp-beschikking is er nog een aantal wijzigingen in de beschikkingen doorgevoerd, veelal op basis van inspraakreacties. Dit leidt tot een vergunning die strenger is dan de aanvankelijke ontwerp-beschikking en de aangevraagde milieuvergunning.

De wijzigingen die in de beschikking doorgevoerd zijn, hebben zowel met enkele praktische aspecten te maken als ook met technische aspecten. Het gaat om praktische zaken als lichthinder, het open en gesloten zijn van deuren en de bereikbaarheid van het complex. Maar het gaat ook om een onderzoek dat Omrin moet uitvoeren naar de haalbaarheid een bio-monitoringsprogramma en strengere, lagere daggemiddelde waarden voor de uitstoot van zwaveldioxide en zoutzuur. Deze strengere waarden, die mogelijk zijn met het gekozen type rookgasreiniging, gelden na het eerste jaar waarin de installatie ingeregeld wordt.

In de vergunning is rekening gehouden met de laatste stand van zaken op het gebied van techniek, als ook met recente jurispendentie. De uitspraak van de Raad van State inzake de Nuon-centrale in de Eemshaven is in de vergunning betrokken. Gedeputeerde Piet Adema: "Het is een langdurig en vooral intensief traject geweest om tot deze vergunning te komen. Onze medewerkers en externe adviseurs hebben er tot op het laatste moment hard en secuur aan gewerkt. Er ligt nu een degelijke milieuvergunning die niet alleen robuust is, maar die voor ons ook zeer goed handhaafbaar is".

De milieuvergunning ligt voor een ieder ter inzage. Degene die een zienswijze op de ontwerp-beschikking heeft ingediend kan beroep instellen tegen de vergunning bij de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State.


---- --