Provincie Friesland

PERSBERICHT

Nummer: 334 SJT
Datum: 20 november 2008

MER/Tracéstudie N381 Donkerbroek-Oosterwolde

Gedeputeerde Staten hebben de MER/Tracéstudie voor het middengedeelte van de N381, het traject Donkerbroek-Oosterwolde, vastgesteld. In de deze uitvoerige studie zijn de verschillende tracévarianten onderzocht die, als onderdeel van de aanpak van de gehele N381, op dit traject mogelijk zijn. Vier van de twaalf varianten die zijn onderzocht, zijn door inwoners en organisaties aangedragen in de inspraak op de Startnotitie voor de nu uitgevoerde m.e.r.-procedure. Het college heeft nog geen voorkeurstracé vastgesteld.

Er komt uit de studie één meest milieuvriendelijk alternatief uit naar voren die het huidige tracé volgt, maar waarvoor enkele ingrijpende maatregelen nodig zijn. Het gaat dan om de variant over de huidige weg, waarbij het profiel van de weg opgebouwd wordt vanuit de Opsterlânske Kompanjonsfeart. Voor natuur en milieu is deze variant het meest vriendelijke alternatief en daarmee krijgt deze variant in deze studie 'de meeste punten'. Op het thema ''cultuurhistorie" pakt deze variant echter negatief uit, voor zowel het landgoed Ontwijk als ook de Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt de belevingswaarde aangetast.

Consequentie van deze "particuliere variant", het is één van de vier varianten die uit de inspraak zijn meegenomen, is dat er 12 huizen gesloopt moeten worden. Ondanks dat deze variant het meest milieuvriendelijke alternatief (MMA) is, steekt deze variant niet met kop en schouders boven de andere varianten uit. Meerdere komen als zeer kansrijk uit de studie naar voren. Het verschil met het MMA is afhankelijk van het accent dat gelegd wordt: is cultuurhistorie belangrijk, of juist woon- en werkklimaat, dan scoren andere varianten beter. De keuze voor een voorkeurstracé is dan ook sterk afhankelijk van de bestuurlijke accenten.

Het college wil voor de keuze voor een voorkeurstracé eerst de reacties kennen van bewoners, de Commissie m.e.r. en andere wettelijke adviseurs. Als deze bekend zijn neemt de provincie een besluit. Dat maakt dat wij meer informatie hebben en een goed beeld krijgen van het draagvlak voor een van de varianten, juist met dit tracé is het belangrijk een breed maatschappelijk draagvlak te krijgen", aldus gedeputeerde Piet Adema.

Provinciale Staten vergaderen op 17 december aanstaande over de MER/Tracéstudie. Als ook Provinciale Staten instemmen worden de stukken vanaf 5 januari 2009 zes weken lang ter inzage gelegd. Het Realisatiebesluit voor de aanpak van het gehele tracé, dus inclusief de tracégedeelten Noord en Zuid waar al een voorkeurstracé voor is vastgesteld, wordt in juni 2009 door Provinciale Staten genomen.