Ingezonden persbericht


| | |
|Aan de leden van de Vaste Kamercommissie Verkeer en Waterstaat         |
|                                    |           |                      |
|                                    |           |                      |
|Behandeld  |R. Tiemersma            |Datum      |                      |
|door       |                        |           |17 december 2008 \@ "d|
|           |                        |           |MMMM yyyy"17 december |
|           |                        |           |2008                  |
|Doorkiesnum|030 - 286 0000          |Ons kenmerk|08.107442 08.107442   |
|mer        |                        |           |                      |
|E-mail     |r.tiemersma@utrecht     |Onderwerp  |spoorlijn             |
|           |                        |           |Breda-Utrecht  \*     |
|           |                        |           |"FirstCap"Spoorlijn   |
|           |                        |           |Breda-Utrecht         |
|Bijlage(n) |Geen \* "FirstCap"Geen  |           |                      |
|Uw kenmerk |-                       |Verzonden  |                      |
|Uw brief   |-   \@ "d MMMM yyyy"    |Bij antwoord datum, kenmerk en    |
|van        |                        |onderwerp vermelden               |
|                                    |                                  |
|                                    |                                  |
Geachte Kamerleden,

Wij hebben verheugd geconstateerd dat meerdere partijen in het MIRT-overleg van 15 december jongstleden zich positief hebben uitgelaten over de spoorlijn en vinden dat de haalbaarheid van de spoorlijn nader moet worden onderzocht. Van verschillende kanten werd daarbij aangetekend dat de aanpak van de A27 hierdoor niet mag worden vertraagd. De minister gebruikt dit als belangrijkste argument om terughoudend te reageren op de moties die door de ChristenUnie en SP en door GroenLinks zijn ingediend. Ook wij vinden dat de aanpak van de A27 voortvarend moet worden doorgezet, om deze verbinding snel te kunnen verbeteren. Dit geldt overigens ook voor de uitvoering van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Overigens, zoals U ongetwijfeld bekend is, zal de voorbereiding en financiering van de aanpak A27 nog geruimte tijd in beslag nemen.

Wij zouden graag zien dat parallel aan de planontwikkeling voor de A27 en de PHS in het komende half jaar een nadere studie naar de haalbaarheid en mogelijke ligging van de spoorlijn Breda - Utrecht wordt uitgevoerd, waarbij alle maatschappelijke kosten en baten worden meegenomen. Daarbij is het ook relevant om nauwkeuriger te onderzoeken welke voorinvesteringen bij de aanpak van de A27 leiden tot de grootste besparingen bij de aanleg van de spoorlijn Breda - Utrecht.

Als nu besloten wordt tot dit onderzoek, hoeft dit niet te leiden tot noemenswaardige vertragingen in beide procedures. De resultaten van het onderzoek kunnen zodoende worden meegenomen bij de afwegingen voor het Ontwerp Tracébesluit A27, de invulling van de Planstudie PHS en de Nota Mobiliteitsaanpak. We verzoeken u daarom bij minister Eurlings aan te dringen op dit vervolgonderzoek in het voorjaar van 2009.

De kans om in de toekomst geld te besparen door een slimme combinatie van weg en spoor komt maar een keer voorbij. We roepen u op om nu door te pakken en uw steun te geven aan de gevraagde nadere studie.

Hoogachtend,

Tymon de Weger,

mede namens, Herman van Santen, gemeente Gorinchem,Ferdinand van den Oever, gemeente Dordrecht, Hans van Brummen, gemeente Oosterhout, Wilbert Willems, gemeente Breda

Toelichting
Vorige week vrijdag heeft minister Eurlings uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de audit die het ministerie van V&W heeft uitgevoerd naar de haalbaarheid van een nieuwe spoorlijn Breda - Utrecht. Onderzocht zijn de vervoerwaarde van de lijn en de kostenvoordelen die te halen zijn bij een gelijktijdige aanleg met de voorgenomen verbreding van de A27.

Op basis van de resultaten van de audit heeft de minister laten weten op dit moment geen reden te zien om, op korte termijn, nader onderzoek te doen naar een geheel nieuwe spoorverbinding Breda - Utrecht. Ook geeft hij aan geen reële mogelijkheid te zien om de kosten van de benodigde voorinvestering, grofweg geraamd op circa E 1 miljard, vrij te maken binnen het huidige MIRT. Daarbij past de kanttekening dat er nog geen onderzoek gedaan is naar de mogelijke voorfinanciering door private en publieke partijen. De gemeenten Utrecht, Gorinchem, Dordrecht, Oosterhout en Breda hebben eerder al in een gezamenlijk persbericht laten weten dit standpunt van de minister te betreuren. Uit de resultaten van de audit blijkt dat een aanzienlijk aantal reizigers van deze spoorlijn gebruik zullen maken. Dit aantal is zelfs hoger dan de Hanzelijn, die thans wordt aangelegd. Daarnaast blijkt uit de audit dat een gelijktijdige realisatie van de spoorlijn met de verbreding van de A27 grote kostenbesparingen oplevert. Het synergievoordeel is berekend op E 700 miljoen en kan nog hoger uitvallen bij een volledig geïntegreerde spoorlijn. Wij zouden het een gemiste kans vinden als nu, aan het begin van de planstudiefase en de opstelling van de MER A27, deze kans om veel geld uit te sparen voor de aanleg van een spoorlijn niet wordt benut.

De minister erkent in zijn brief dat een spoorlijn Breda - Utrecht leidt tot een verbetering van de bereikbaarheid van de betreffende regio's. Wij zien in de spoorlijn daarnaast ook een goede mogelijkheid om de kwetsbaarheid van het spoor- en wegsysteem in de Randstad en Brabant te verminderen. Bovendien zal het een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlandse economie en aan het milieu (CO2, luchtkwaliteit en geluid). Tot slot kan de spoorlijn een belangrijke rol spelen bij de kansen voor ruimtelijke ontwikkeling. Een goed voorbeeld hiervan is de zoektocht naar nieuwe woningbouwlocaties voor de periode 2015 - 2030 in relatie tot de bereikbaarheid van de regio Utrecht. Al deze aspecten zijn tot nog toe nog niet onderzocht. Een maatschappelijke kosten-baten analyse zal deze aspecten boven tafel brengen.

De minister heeft in het MIRT-debat verklaard sympathie te hebben voor het pleidooi voor aanleg van de spoorlijn. Hij heeft daarbij toegezegd een aantal kunstwerken voor de A27 zodanig te willen laten uitvoeren, dat de spoorlijn hierdoor in de toekomst niet onmogelijk wordt gemaakt. Hiervoor dient overigens wel een keuze gemaakt te worden over de ligging van het spoor. Wij zien dit als eerste stap in de goede richting, maar dringen er bij u op aan verder onderzoek naar de spoorlijn niet vooruit te schuiven, maar gelijktijdig op te pakken met de aanpak van de A27. Het is zaak nu gezamenlijk door te pakken op de initiatieven die vanuit de private partijen zijn ondernomen. De nieuwe lijn biedt vele kansen en positieve effecten, die we niet mogen verspelen. Zeker als op termijn veel belastinggeld kan worden uitgespaard.


---- --