Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Brief aan de Tweede Kamer over Rapportages uit publieke
middelen gefinancierde topinkomens. Verantwoording 2007
19 december 2008
Mede namens de bewindslieden van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
stuur ik u hierbij de rapportage van publiek gefinancierde topinkomens
conform de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde
Topinkomens (Wopt) en de inkomensgegevens en rapportage van
bestuurders van zorginstellingen uit de jaarverslagen 2007.
Per 1 maart 2006 is de Wopt in werking getreden. Deze wet regelt dat
organisaties die onder de werking van de wet vallen de gegevens
openbaar moeten maken van functionarissen wier beloning in enig jaar
boven het gemiddelde ministersalaris (normbedrag, voor 2007
vastgesteld op EUR 169.000) uitstijgt. De rapportage van deze gegevens
over het verantwoordingsjaar 2007 bied ik u hierbij aan. De minister
van VWS rapporteert jaarlijks aan de Kamer over de gegevens van de
inkomens van bestuurders van zorginstellingen zoals in de
jaarverslagen worden verantwoord. Ten behoeve van de
overzichtelijkheid worden beide rapportages u tegelijkertijd
aangeboden.
Toelichting op de Wopt-rapportage
In voorliggende rapportage worden de afzonderlijke publicaties uit de
diverse jaarverslagen integraal gerapporteerd. De rapportage is
opgesteld op basis van de meldingen bij mijn ministerie én bij het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het gaat hierbij
derhalve om gegevens die reeds eerder dit jaar in de jaarverslagen van
de betreffende instellingen gepubliceerd zijn. De verantwoordelijkheid
voor de juistheid van de gegevens ligt bij de individuele
organisaties. Door mijn ministerie zijn geen controles uitgevoerd op
de juistheid van de opgaven. De jaarverslagen behoeven goedkeuring van
de accountant, daarmee acht ik de juistheid van de gegevens voldoende
gewaarborgd.
Bij het opstellen van de Wopt is het de bedoeling geweest te voorkomen
dat bepaalde elementen van topinkomens aan de openbaarheid worden
onttrokken, zoals ontslagvergoedingen en pensioenafdrachten
(beloningen betaalbaar op termijn). In de systematiek van de wet is
ervoor gekozen om daarnaast feitelijk toegekende ontslagvergoedingen
op te nemen. Hierdoor komt het voor dat ook functionarissen zonder
regulier topinkomen in de rapportage zijn opgenomen, enkel op basis
van de ontvangen ontslagvergoedingen. Hiertoe behoren ook de
ontslagvergoedingen die zijn toegekend binnen zogeheten Sociale
Beleidskaders. In het overzicht zijn de meldingen enkel op grond van
de ontslagvergoedingen apart genoemd, zodat het onderscheid zichtbaar
is.
Administratieve lasten
In de voorliggende rapportages is de opgave van de zorginstellingen
verzorgd door het ministerie van VWS. In het kader van het
terugdringen van de administratieve lasten achtte ik het niet
wenselijk om organisaties te verzoeken opgave te doen van gegevens die
deze, zij het in iets andere vorm, al enige tijd jaarlijks aan VWS
leveren. In het maatschappelijk verantwoordingsdocument voor de
zorginstellingen is een paragraaf opgenomen waarin de organisaties de
Wopt gegevens kunnen opgeven. Deze gegevens zijn vervolgens in de
Wopt-rapportage opgenomen.
Verantwoording
De organisaties zijn in de rapportage alfabetisch gerangschikt. In
verband met de leesbaarheid van de rapportage is de informatie per
gemelde functionaris op een regel weergegeven. Aangezien er meer
informatie is dan er per regel leesbaar op een pagina kan worden
weergegeven, is de rapportage als volgt opgeknipt:
* De eerste 7 pagina's geven een overzicht van de overschrijdingen
vanwege samenloop met een ontslagvergoeding
* De pagina's 8 t/m 77 geven een overzicht van de gegevens over
2007.
* De pagina's 78 t/m 154 geven een overzicht van de gegevens over
2006. Beide jaren zijn opgenomen om een vergelijking te kunnen
maken.
* De motiveringen voor overschrijding van het Wopt bedrag zijn als
een aparte bijlage opgenomen. De volgnummers in de kantlijn
corresponderen met de volgnummers in de rapportage.
In totaal zijn 2.636 organisaties aangeschreven met het verzoek aan te
geven of zij functionarissen in dienst hebben die volgens de Wopt
gemeld zouden moeten worden. Ook indien men geen functionarissen te
melden had, moest dit op de internetsite van mijn ministerie worden
aangegeven. Van de aangeschreven instellingen hebben er 2.553
gereageerd. Dat is een respons van 97%, (respons vorig jaar was 94%).
Dit is weliswaar nog geen 100%, maar naar mijn mening wel een heel
behoorlijk resultaat. De stijgende lijn stemt mij tevreden en ik zie
vooralsnog geen reden tot nadere maatregelen.
In het kort luiden de bevindingen:
* In totaal hebben 525 organisaties aangegeven dat zij
functionarissen in dienst hadden van wie de totale beloning in
2007 uitsteeg boven het normbedrag van EUR 169.000.
* Door deze 525 organisaties zijn in totaal 2.183 functionarissen
aangemeld. 81 (4%) daarvan betreft meldingen door
overheidsorganisaties (Rijk, provincie, gemeente).
* In de rapportage over 2006 waren dit er 1.374, de stijging van het
aantal functionarissen wordt voor een deel veroorzaakt door een
daling van het normbedrag van EUR 171.000 over 2006 naar EUR
169.000 over 2007.
* De gemiddelde opgegeven ontslagvergoeding bedroeg EUR 215.284.
* Worden de ontslagvergoedingen buiten beschouwing gelaten, dan zijn
er 2.002 functionarissen met een beloning boven het normbedrag
(over 2006 waren dat er 1.115). De gemiddelde totale beloning van
deze functionarissen bedroeg over 2007 EUR 202.644.
Opvallend is dat het aantal meldingen dit jaar aanzienlijk hoger is
dan vorig jaar. Bij nadere beschouwing blijkt dat de verhogingen van
het aantal meldingen dit jaar uitsluiten voor rekening komt van het
zorgveld. Zou het zorgveld geheel niet meedoen dan zou het aantal
meldingen dalen van 620 naar 588. Het vermoeden bestaat dat de
stijging in de zorgsector vooral is veroorzaakt doordat de Wopt pas
dit jaar goed in de administratieve processen is ingebed. Bij
inwerkingtreding van de Wopt in 2006 bestond er onduidelijkheid of het
zorgveld naar de letter van de wet wel onder de Wopt zou vallen. Als
gevolg daarvan heeft een groot aantal organisaties toen niet gemeld.
In 2007 is met gebruikmaking van de aanwijzingsbevoegdheid de
juridische onduidelijkheid weggenomen. Ondanks dat heeft de sector
over 2006 kennelijk toch veel gevallen niet gemeld, die over 2007 wel
gemeld zijn. Dat is gebleken in de rapportage van dit jaar. Wat hier
mogelijk meespeelt, is dat vóór het van kracht worden van de Wopt in
het zorgveld al een verplichting bestond om de salarissen van alleen
bestuurders openbaar te maken. Het is niet onaannemelijk dat men vorig
jaar per abuis heeft verondersteld dat de Wopt ook enkel betrekking
zou hebben op bestuurders en dat deze omissie dit jaar is rechtgezet.
Voor gespecificeerde analyses van de beloningen in het zorgveld
verwijs ik naar de bij deze brief gevoegde VWS rapportage met
toelichting. Ik benadruk hierbij dat de analyse van het ministerie van
VWS enkel de bestuurders in de zorg betreft terwijl de Wopt-rapportage
verder gaat dan dit.
De VWS-analyse is zoveel mogelijk hetzelfde opgezet als die over het
verslagjaar-2006. Door een iets gewijzigde uitvraag van gegevens zijn
enkele aanpassingen noodzakelijk gebleken.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst
Bestanden
* Rapportage inkomensgegevens van bestuurders van zorginstellingen
uit de jaarverslagen-2007 | Pdf-icoon Pdf-bestand
* WOPT 2007 | Pdf-icoon Pdf-bestand
* Overzicht organisaties die niet hebben gereageerd op het verzoek
tot digitale melding Wopt gegevens 2007 | Pdf-icoon Pdf-bestand
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties