Platform Biologica
Brief aan Obama, deel 5: een boer op het Witte Huis
24 december 2008
Op 12 oktober publiceerde The New York Times een open brief van
Michael Pollan aan Barack Obama, inmiddels de president van de VS.
Hierin schetst Pollan het voedselprobleem waar de VS mee te kampen
heeft, de enorme impact ervan, en een uitweg hieruit. Biologica levert
een vertaling. In dit deel zet Pollan het derde hoofdpunt van zijn
voorstel voor een nieuw voedselbeleid uiteen: Heropbouw van Amerika's
eetcultuur.
Michael Pollan vervolgt zijn plan voor een nieuw voedselbeleid. Dit
plan bestaat uit drie hoofdpunten. Het eerste hoofdpunt was: "Terug
naar een op zon gebaseerde landbouw". Het tweede hoofdpunt: "Heropbouw
van de regionale voedselvoorziening." Het derde en laatste hoofdpunt:
"Heropbouw van Amerika's eetcultuur." Hierbij komen o.a. onderwijs,
voorlichting en operatie "Victory Garden" aan bod. Het meest
opzienbarende advies: steek 2 hectare gras uit van het Witte Huisgazon
en leg er een biologische groente- en fruittuin aan.
Het plan: deel 3
Heropbouw van Amerikas eetcultuur
Uiteindelijk zal de verschuiving van het Amerikaanse eetpatroon, vanaf
haar fundament van geïmporteerde brandstoffen naar plaatselijke
zonneschijn, ook veranderingen in ons dagelijks leven vragen, dat nu
met handen en voeten is gebonden aan de kostenhuishouding en cultuur
van snel, goedkoop, makkelijk eten. Als we zorgen dat er gezonder en
duurzamer voedsel beschikbaar komt, wil dat niet automatisch zeggen
dat het ook wordt gegeten, laat staan door consumenten gewaardeerd en
genoten. We moeten alle middelen gebruiken die ons ter beschikking
staan niet alleen overheidsbeleid en openbaar onderwijs, maar ook de
presidentiële preekstoel en het goede voorbeeld van de eettafel van
het presidentsgezin om een nieuwe eetcultuur te promoten die uw
zon-voedselplan kan schragen.
Eetbaar onderwijs
Het veranderen van onze eetcultuur moet beginnen bij onze kinderen, en
wel in de scholen. Bijna een halve eeuw geleden kondigde President
Kennedy een nationaal plan aan om de lichamelijke conditie van
Amerikaanse kinderen te verbeteren. Dit deed hij door het belang van
de lessen lichamelijke opvoeding te benadrukken, waarbij druk op
staten werd uitgeoefend om het vak verplicht te stellen op scholen. We
moeten een zelfde verplichting aangaan voor eetbaar onderwijs om met
Alice Waters te spreken - door van de lunch, in al haar aspecten, een
verplicht onderdeel van het lesprogramma te maken. Als we aannemen dat
goed eetgedrag een essentiële overlevingsvaardigheid is, hebben we de
plicht om alle basisschoolleerlingen fundamentele kennis bij te
brengen over het telen en bereiden van voedsel en, aansluitend, het
genieten ervan in gezamenlijke maaltijden.
Schoollunch
Om de eetgewoonten van onze kinderen te veranderen, zullen we tuintjes
moeten aanleggen bij elke basisschool, volledig toegeruste keukens
moeten bouwen, en een nieuwe generatie van lunchkrachten moeten
trainen die weer weten hoe je moet koken en die kinderen kookles
kunnen geven. We zouden een lunchkrachtenproject kunnen opzetten dat
studieleningen kwijtscheldt aan afgestudeerden van de koksschool, in
ruil voor twee jaar vrijwillige dienstverlening in het
schoollunchprogramma. En we zouden de bestedingen aan schoollunches
per leerling onmiddellijk met 1 dollar per dag moeten verhogen: de
minimumverhoging die volgens voedingsexperts nodig is om een
omschakeling van snackbarvoedsel naar echt, vers bereid eten in de
schoolkantines mogelijk te maken.
Harde overheidscampagne gerechtvaardigd
Het zijn echter niet alleen onze kinderen die baat zullen hebben bij
publieke opvoeding over eetgedrag. Op dit moment worden de meeste
overheidsmededelingen over voeding - van etikettering tot aan de
Schijf van Vijf - onderhandeld met de voedingsindustrie. De
directeur-generaal van de nationale gezondheidsdienst zou de taak, om
de Amerikaanse bevolking voor te lichten over hun eten, moeten
overnemen van het Ministerie van Landbouw. Op die manier kunnen we
wellicht een begin maken met het opstellen van een meer eenduidige en
effectieve boodschap over voeding en volksgezondheid. Er is geen
enkele reden dat overheidscampagnes over de gevaren van overgewicht en
suikerziekte niet even hard en effectief zouden zijn als de campagnes
over de gevaren van roken. Het Centrum voor Ziektepreventie- en
bestrijding schat dat één op de drie Amerikanen die in 2000 zijn
geboren, diabetes type 2 zal ontwikkelen. Het is belangrijk dat de
bevolking precies weet - en ook te zien krijgt - wat die uitspraak
betekent: blindheid, amputatie en een voortijdige dood. Hetgeen
allemaal voorkomen kan worden door een verandering in eetpatroon en
levensstijl. Een volksgezondheidscrisis op deze schaal vraagt om een
harde overheidscampagne, zelfs als de voedingsindustrie zich erdoor
aangevallen voelt. Als we afgaan op de successen van recente
antirookcampagnes, kan dit leiden tot aanzienlijke besparingen voor de
nationale gezondheidszorg.
Transparantie in de voedselketen
Er zijn nog andere informatiestromen rond voedsel waar de overheid
voor kan zorgen of om kan vragen. In het algemeen moeten we aandringen
op een zo groot mogelijke transparantie in de voedselketen een tweede
betekenis voor het woord zonlicht in ons plan. De F.D.A. zou
verplicht moeten stellen dat elk verpakt voedselproduct een tweede
calorievermelding bevat, die aangeeft hoeveel calorieën (of
kilojoules) aan fossiele brandstof zijn gebruikt om het product te
maken. Olie is een van de belangrijkste ingrediënten in ons voedsel,
en mensen zouden precies moeten weten hoeveel ze ervan eten. Tevens
zou de overheid haar steun moeten geven aan een tweede streepjescode
op alle voedingsproducten, die, als je hem in de winkel of thuis scant
(of met een mobiele telefoon), het hele productieverhaal op het scherm
tovert: bij groenten gaat het dan om beelden van de boerderij en
lijsten van de bestrijdingsmiddelen die gebruikt zijn; bij vlees en
melk gaat het om het voer-en-medicijnen regime, aangevuld met
webcambeelden van de afmesterij waar ze leven, en ja, het slachthuis
waar ze sterven. Juist de lengte en complexiteit van de moderne
productieketen zorgt voor onwetendheid en onverschilligheid bij
consumenten. Het inkorten van de voedselketen is één manier om bewuste
burgers te krijgen, maar het toepassen van moderne technologie om de
sluiers weg te nemen, is ook een manier.
Het voorbeeld
Tot slot is er de kracht van het goede voorbeeld dat u neerzet in het
Witte Huis. Als het noodzakelijk is dat er een cultuurverandering komt
in de manier waarop Amerika over eten denkt, dan zullen de
eetgewoonten van Amerikas huishouden nr. 1 de toon aangeven. Daarmee
kan de publieke aandacht op de hier besproken kwestie worden gericht
en een stel simpele normen en waarden worden doorgegeven, die de
Amerikaanse bevolking de weg wijzen richting zon-gebaseerd eten, weg
van het aardolierantsoen.
De kok van het Witte huis
De keuze van de chef-kok van het Witte Huis wordt altijd aandachtig
gevolgd, en u zou er goed aan doen om iemand aan te stellen die
betrokken is bij de beweging voor duurzame voeding en toegewijd aan de
eenvoudige keuken op basis van verse lokale ingrediënten. Naast het
feit dat hij u en uw familie hiermee buitengewoon goed zou voeden, kan
zon kok ook laten zien dat het zelfs in Washington mogelijk is om het
grootste deel van het jaar lokaal voedsel te eten. Hij of zij kan
duidelijk maken dat goed eten niet chique of ingewikkeld hoeft te
zijn, maar vooral afhangt van goede landbouw. U zou er een punt van
moeten maken om elke avond dat u in de stad bent, samen met uw familie
in het presidentshuis te eten aan tafel. (U herinnert zich vast nog
wel de tv-plateaus van de Reagans.) U zou ten slotte onder de aandacht
moeten brengen dat het Witte Huis één vleesloze dag per week in acht
neemt een stap die, als alle Amerikanen haar opvolgen, het
koolstofequivalent zou betekenen van 20 miljoen middelgrote
personenautos die van de weg worden gehaald. Laat de chef-kok van het
Witte Huis de dagelijkse menus op internet zetten, met een lijst van
de telers die het voedsel hebben geleverd, inclusief recepten.
De boer van het Witte Huis
Aangezien het vergroten van het prestige van het boerenberoep een
kritische factor is om de zongebaseerde regionale voedseleconomie te
ontwikkelen die we nodig hebben, zou het Witte Huis, naast een
chef-kok, ook een boer moeten aanstellen. Deze nieuwe functionaris
krijgt als taak om datgene uit te voeren wat achteraf wel eens uw
meest symbolische stap zou kunnen blijken in de opbouw van een nieuwe
Amerikaanse eetcultuur. En dat is: ruk twee eersteklas hectaren
grasmat uit van het zuidelijke gazon van het witte huis en leg op die
plek een biologische fruit- en groentetuin aan.
Victory Garden
Toen Eleanor Roosevelt iets soortgelijks deed in 1943, startte ze
daarmee de Victory Garden beweging die uiteindelijk een substantiële
bijdrage leverde aan het voeden van de natie in oorlogstijd. (Minder
bekend is het feit dat Roosevelt deze tuin aanlegde tegen de bezwaren
in van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw, dat vreesde dat de
moestuinen de Amerikaanse voedselindustrie zouden schaden.) Tegen het
eind van de oorlog waren er meer dan 20 miljoen moestuintjes die 40%
van alle producten leverden die in Amerika werden gegeten. De nieuwe
president zou dan ook zijn volle kracht moeten zetten achter een
nieuwe Victory Garden beweging, waarbij het deze keer gaat om victory
over drie kritieke problemen die ons vandaag in het gezicht staren:
hoge voedselprijzen, slechte dagelijkse kost, en een bevolking die een
zittend leven leidt. Eten uit eigen tuin vormt de kortste voedselketen
die er is en biedt iedereen met een lapje grond een manier om zijn
brandstofconsumptie terug te dringen en te helpen bij het tegengaan
van klimaatverandering. (We moeten subsidies verstrekken aan steden om
volkstuinen aan te leggen voor mensen zonder eigen grond). En, net zo
belangrijk, Victory Gardens biedt een manier om Amerikanen te
mobiliseren, zowel lichamelijk als geestelijk, voor de taak om
zichzelf te voeden en de voedselvoorziening te veranderen iets wat
meer waarschijnlijk meer adelt, dan ze enkel te vragen een beetje
anders boodschappen te doen.
Een inspirerend beeld
Ik hoef u niet te vertellen dat het uitrukken van zelf een klein
stukje presidentieel grasveld controversieel zal zijn. Amerikanen zijn
dol op hun gazons, en de South Lawn is een van de mooiste in het land.
Maar stelt u zich eens de brandstoffen, het water en petrochemische
middelen voor, die nodig zijn om het zo te houden. (Ook voor het doel
van deze brief was het Witte Huis niet bereid de aanpak van haar
gazononderhoud bekend te maken.) Maar hoe diep de gevoelens van
Amerikanen over hun gazon ook mogen zijn, hun agrarische idealen gaan
nog dieper, en als u dit speciale lapje Amerikaans grond productief
zou maken - helemaal als de Presidentiële familie er af en toe heen
gaat om onkruid te wieden - zou dat een beeld opleveren dat nog meer
inspireert dan het beeld van een mooi gazon: namelijk een beeld van
goed rentmeesterschap over het land, van onafhankelijkheid, en van het
beste maken van lokaal zonlicht om de eigen familie en gemeenschap te
voeden. Het feit dat de overtollige productie van de South Lawn
Victory Garden (en dat zullen letterlijk tonnen zijn) aangeboden kan
worden aan regionale voedselbanken, zal een welsprekend statement op
zichzelf zijn.
Ook voor evangelisten, jagers en libertariërs
U denkt nu waarschijnlijk dat het telen en eten van biologisch eten in
het Witte Huis een zeker politiek risico met zich meedraagt. Het is
waar dat u misschien beter ijsbergsla dan ruccula kunt aanplanten,
tenminste in het begin. (Of noem de ruccula gewoon bij haar
oerdegelijke Amerikaanse naam, zoals generaties boeren uit het
Mid-Westen: rocket.) Het zal niet moeilijk zijn om de beschuldiging
van elitarisme, waarvan de beweging voor duurzaam voedsel soms word
beschuldigd, af te werpen. Het hervormen van onze voedselvoorziening
is op zich geen links of rechts punt: want tegenover elke
natuurvoedingswinkelklant kunt u een evangelische familie zetten die
de controle over de gezinsmaaltijd en de samenstelling van hun voedsel
terug uit handen wil nemen van de snackindustrie het culinaire
equivalent van thuisonderwijs . U zou de jacht moeten promoten als een
bijzonder duurzame manier om vlees te kunnen eten vlees dat zonder
enige fossiele brandstof is geteeld. Er zit ook een sterk libertarisch
aspect aan het zon-voedselplan, dat ernaar streeft om kleine
producenten te verlossen van de last van overheidsregulering, teneinde
de plattelandsontwikkeling aan te wakkeren. En, ten slotte, wat is nu
een sterkere family value dan elke avond tijd vrijmaken om samen aan
de maaltijd te gaan zitten?
Goedkoop voedsel is duur voedsel
Ons plan plaatst de belangen van Amerikas boeren, gezinnen en
gemeenschappen vóór de belangen van de fast food industrie. Dat die
industrie en haar lobby suggereert dat het op een of andere manier
meer populistisch of egalitair zou zijn om onze voedseldollars aan
Burger King of General Mills te geven, dan om een locale boer te
steunen die het moeilijk heeft, dan is dat een absurditeit. Inderdaad,
zonvoedsel is duurder, maar de oorzaak zaagt de poten onder de
beschuldiging van elitarisme vandaan: goedkoop eten is alleen maar
goedkoop dankzij overheidsgiften en privileges op het gebied van
regelgeving (die we beide een halt zullen toeroepen), om maar te
zwijgen van de exploitatie van werklieden, dieren en het milieu waar
de vermeende kostenefficiëntie van afhankelijk is. Goedkoop voedsel is
oneerlijk geprijsd voedsel en is in werkelijkheid ontstellend duur.
Bruggen bouwen
Uw zon-voedselplan draagt de belofte in zich om politieke
tegenstellingen te overbruggen. Het bouwt voort op Amerikas
landbouwgeschiedenis, maar stuurt deze bij in de richting van een
duurzamere, slimmere toekomst. Het betoont eer aan het werk van
Amerikaanse boeren en mobiliseert hen voor de drie meest dringende
taken van de 21e eeuw: om te overstap naar het post-aardolie tijdperk
te maken, om de gezondheid van het Amerikaanse volk te verbeteren en
om de klimaatverandering af te remmen. Sterker nog, het mobiliseert
ons allemaal voor deze grote taak, door van consumenten parttime
producenten te maken, zodat de band tussen het Amerikaanse volk en de
Amerikaanse grond wordt hersteld en we kunnen laten zien dat er geen
keuze gemaakt hoeft te worden tussen het welzijn van onze gezinnen en
een gezonde leefomgeving dat het eten van minder aardolie en meer
zonlicht ten goede zal komen aan beide.
31 edible education is een term van culinair auteur Alice Waters;
denk ook aan de Smaaklessen van Pierre Wind die inmiddels op honderden
scholen worden gegeven.
32 School Lunch Corps program is de term die Michael Pollan
suggereert.
33 Surgeon General, hoogste ambtenaar op het gebied van
Volksgezondheid.
34 Centers for Disease Control in Amerika houdt zich van staatswege
bezig met het opsporen, behandelen en voorkomen van ziekten, en ook
met gezondheidsvoorlichting en opvoeding.
35 F.D.A., Food and Drug Administration, afdeling van het Amerikaanse
Ministerie van Volksgezondheid, een soort Keuringsdienst van Waren.
36 Home schooling, sommige strenggelovigen in de VS halen hun
kinderen van school en geven ze thuis onderwijs, omdat ze het niet
eens zijn met bijvoorbeeld het onderwijzen van de evolutietheorie.
Vertaling door Biologica, Alexis van Erp. Oorspronkelijke titel van de
open brief: Farmer in Chief - The food issue. Tussenkoppen zijn
toegevoegd door de vertaler. Biologica is de Nederlandse organisatie
voor biologische landbouw en voeding.
Michael Pollan, vaste medewerker van de New York Times Magazine, is
Knight Professor of Science and Environmental Journalism aan de
Universiteit van Californië, Berkeley. Zijn meest recente boek is Een
pleidooi voor echt eten Manifest van een eter .