Gemeente Pekela


Subsidieprogramma sport en cultuur voor 2009 vastgesteld.

Het college van burgemeester en wethouders maakt bekend dat het subsidieprogramma voor 2009 is vastgesteld. Voor 2009 gelden de volgende subsidieplafonds:

Verenigingssubsidies cultuur: 8.596

Verenigingssubsidies sport: 13.700

De volledige tekst van het subsidieprogramma en de algemene subsidieverordening kunt u onderstaand downloaden.

Te downloaden (zie onderaan):

* Subsidieprogramma Welzijn 2009.pdf

* Subsidieverordening.pdf

Inhoud
Inleiding 2

1. Subsidies voor activiteiten die de sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen wijken en buurten bevorderen 3

1A Sociaal-culturele activiteiten 3

1B Educatieve activiteiten 4

1C Sportieve en recreatieve activiteiten 4

1D Culturele activiteiten 6

1E Veiligheidsbevorderende activiteiten 7

1F Accommodatiesubsidies 7

2. Subsidies voor activiteiten die gerichte ondersteuning bieden aan inwoners van de gemeente Pekela. 8
Inleiding
In juni 2008 is door de gemeenteraad de nieuwe algemene subsidieverordening (asv) vastgesteld. Met dit document wordt het subsidieprogramma voor het komende jaar vastgesteld en voor een aantal subsidies een subsidieplafond ingesteld. De taken van de gemeente op het gebied van Welzijn worden beschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het Wmo-beleidsplan geeft dus het algemeen kader voor het subsidiebeleid aan. Daarbinnen is een aantal specifieke beleidsnotities te onderscheiden die richtinggevend zijn voor wat de gemeente Pekela wil bereiken met het verlenen van subsidies. De Wmo wil bevorderen dat alle burgers kunnen meedoen en zich betrokken voelen bij hun gemeente, dorp, wijk en straat. Deze Wmo-doelstelling ziet de gemeente Pekela als over-all criterium voor het verstrekken van subsidies. Met andere woorden: subsidies moeten het 'meedoen' van groepen inwoners van de gemeente Pekela aan de samenleving bevorderen. Daarnaast is een algemene doelstelling van het gemeentelijk subsidiebeleid: het bevorderen van de leefbaarheid in onze gemeente. Deze doelstellingen worden nagestreefd door het verstrekken van subsidies voor de volgende soorten activiteiten die gericht zijn op de inwoners van de gemeente Pekela:
1. activiteiten die de sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen wijken en buurten bevorderen;
2. activiteiten die gerichte ondersteuning bieden aan inwoners van de gemeente Pekela.


2

1. Subsidies voor activiteiten die de sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen wijken en buurten bevorderen. Leefbaarheid laat zich definiëren als: het wonen en werken in een prettige en veilige omgeving, met de mogelijkheid om (thuis of in de buurt) gebruik te kunnen maken van zorg,- welzijns- en gemaksdiensten, die toegankelijk zijn voor alle burgers in de samenleving. Richtinggevend is het gebiedsgericht organiseren van een goede, toegankelijke (aanpasbare of aangepaste) woning, betaalbare en bereikbare haal- en brengdiensten, zorg op maat in de buurt, een veilige toegankelijke openbare ruimte, accommodaties voor sport/cultuur, dorps- en buurthuizen. De subsidies die in dit kader worden verstrekt, vallen uiteen in
1A Sociaal-culturele activiteiten;

1B Educatieve activiteiten;

1C Sportieve en recreatieve activiteiten;

1D Culturele activiteiten;

1E Veiligheidsbevorderende activiteiten.

1F Accommodatiesubsidies.

1A Sociaal-culturele activiteiten
De Badde Jongerenwerk ¤ 201.600
Sociaal-culturele activiteiten jongeren ¤ 4.150
Scouting Pekela ¤ 1.750
Speeltuinverenigingen ¤ 2.950
Feestweken en dagen ¤ 2.158
Buurtverenigingen ¤ 600
Het jongerenwerk heeft een belangrijke taak in het voorkomen van overlast en vandalisme door jongeren. Daarnaast levert zij een grote bijdrage aan de leefbaarheid in onze gemeente door het aanbieden van activiteiten voor jongeren. Hiervoor wordt het jongerenwerk uitgevoerd vanuit jongerencentrum Ons Stee in Oude Pekela en het ijsbaangebouw in Nieuwe Pekela. Doelstelling is om jeugd in een zo vroeg mogelijk stadium bij deze centra te betrekken, zodat er al vroegtijdig een goede relatie ontstaat met de jongeren. Voor activiteiten voor jongeren is een bedrag van ¤ 4.150 beschikbaar. In 2009 is dit bedrag beschikbaar voor activiteiten waarmee de sportbeoefening door jongeren die veel overlast geven, wordt bevorderd. Scouting Pekela organiseert diverse activiteiten voor jeugd en jongeren en draagt daarmee bij aan de leefbaarheid in onze gemeente. Speeltuinverenigingen ontvangen een bedrag van ¤ 700 voor het doen van klein onderhoud en het lidmaatschap van de NUSO. Buurtverenigingen ontvangen een waarderingsubsidie van ¤ 60 per jaar. Daarnaast is voor speeltuinverenigingen een bedrag van ¤ 900 beschikbaar voor het organiseren van een spelweek gedurende een vakantieperiode. Hiervoor kan overigens ook subsidie worden verkregen vanuit de BOS-impuls gelden indien de activiteiten voldoen aan de criteria van de BOS-impuls. Voor de diverse feestweken en dagen is een bedrag van ¤ 2.158 subsidie beschikbaar, waarvan de Stichting Jaarmarkt Oude Pekela ¤ 908 ontvangt.
3

1B Educatieve activiteiten
De Badde peuterspeelzaalwerk ¤ 191.600
De Badde Spraakmakend ¤ 125.188
Noorderpoortcollege ¤ 195.251
Het peuterspeelzaalwerk heeft de afgelopen jaren in toenemende mate een educatief karakter gekregen door impulsen die zijn gegeven vanuit het beleid voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Eind 2008 is tevens het project Spraakmakend gestart, waarmee de taalontwikkeling bij peuters wordt gestimuleerd. De peuterspeelzaal is daarmee een essentiële basisvoorziening geworden in onze gemeente. In de kadernotitie Educatie 2008-2011 is het educatiebeleid voor volwassenen voor de komende jaren vastgelegd. Het doel van de komende jaren is meer burgers te bereiken met het educatieve programma. Dit door meer educatieve activiteiten op wijk- en dorpsniveau uit te voeren en meer vraaggericht te werken. Hiertoe wordt het Noorderpoortcollege gesubsidieerd met een bedrag van ¤ 195.251. Dit bedrag is gelijk aan de rijksbijdrage educatie.
1C Sportieve en recreatieve activiteiten
Een belangrijk aspect van de leefbaarheid in de kernen van de gemeente is het aanbod en de bereikbaarheid van sportieve activiteiten in de buurt. Daarom kunnen sportverenigingen een subsidie ontvangen, wordt de Sportraad gesubsidieerd voor de ondersteuning van sportverenigingen en bestaat er een aparte subsidieregeling voor het organiseren van sportactiviteiten, de BOS-impuls.
- Verenigingsondersteuning ¤ 13.700

- Sportraad ¤ 7.200

- BOS-impuls ¤ 19.570

- Verenigingsondersteuning
Sportverenigingen die hun activiteiten uitvoeren in de gemeente Pekela kunnen een subsidie ontvangen van maximaal ¤ 4,00 per jaar per lid afkomstig uit de gemeente Pekela. Daarbij ontvangt de vereniging maximaal ¤ 175 per jaar indien zij over een eigen sportaccommodatie beschikt waaruit inkomsten kunnen worden verworven of maximaal ¤ 350 per jaar indien zij hier niet over beschikt. De maximale bijdrage per vereniging bedraagt ¤ 1.250 per jaar. De subsidie wordt aangemerkt als een waarderingssubsidie (ex. art. 5 lid d. asv.). Onder Sportverenigingen worden verenigingen verstaan die lid zijn van een nationale sportbond die aangesloten is bij het NOC*NSF. Overige verenigingen worden aangemerkt als een recreatieve vereniging en ontvangen een waarderingssubsidie van ¤ 250 per jaar indien zij gevestigd zijn in de gemeente Pekela. De aanvragen dienen voor 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd binnen te zijn. Verenigingen ontvangen hiervoor een aanvraagformulier. Bij overschrijding van het budget door het totaal aantal aanvragen dat voor 1 oktober wordt ingediend, wordt de bijdrage per lid naar beneden bijgesteld. Indien er na 1 oktober nog een overschot is dan kan hierop tot en met 31 december van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd een beroep worden gedaan. Aanvragen worden dan behandeld in volgorde van binnenkomst. De hoogte van het bedrag wordt naar rato van de resterende periode van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, vastgesteld. Voor Verenigingsondersteuning is een maximaal bedrag van ¤ 13.700 beschikbaar.
4

- Sportraad
De sportraad ontvangt een bedrag voor de ondersteuning van verenigingen, het organiseren van de sportverkiezingen en van diverse cursussen. Dit is een activiteitensubsidie die ieder jaar met een activiteitenplan en een begroting dient te worden aangevraagd. Het maximumbedrag dat hiervoor beschikbaar is is ¤ 6.200. Daarnaast ontvangt de Sportraad een bedrag van ¤ 1.000 voor het uitvoeren van haar taken als belangenbehartiger en adviesorgaan namens de sportverenigingen. Sportraad ¤ 7.200

- BOS-impuls
De BOS-impuls is een project waarmee de sportbeoefening onder jongeren in de leeftijd van 4-18 jaar wordt bevorderd. Hiervoor wordt de samenwerking tussen sportverenigingen, buurtverenigingen en scholen gestimuleerd. De middelen worden voor een belangrijk deel verkregen uit het rijkssubsidieprogramma BOS-impuls. De geldende criteria zijn hierop gebaseerd. Doelstellingen
Binnen BOS werken Buurt, Onderwijs en Sport samen aan het realiseren van drie hoofddoelstellingen bij de doelgroep van 4 tot en met 18 jaar:
1. Stimuleren bewegen en sportbeoefening;

2. Bewustwording gezonde en actieve leefstijl;
3. Initiëren en stimuleren gezond en sportief beleid.

Criteria
Voor de aanvraag gelden de volgende criteria:

1. De activiteit is bestemd voor 4 tot en met 18 jarigen, die (nog) geen actief lid zijn van de vereniging;
2. Het betreft een sport- of beweegactiviteit;
3. De activiteit dient openbaar aangekondigd te worden.

Tevens moet de aanvraag voldoen aan één of meer van de volgende doelstellingen:
1. De activiteit is bedoeld voor bredere doelgroep: meer jongeren plezier geven in bewegen (jongeren die nog niet sporten en/of nog niet zijn aangesloten bij een vereniging);
2. De activiteit is bedoeld om de doelgroep vaker te laten bewegen;
3. De activiteit is bedoeld om meer jongere clubleden te krijgen;
4. De activiteit is bedoeld om overlast terug te dringen;
5. De activiteit draagt bij aan samenwerking tussen buurt (ouders, buurtverenigingen), onderwijs en sportverenigingen;
6. De activiteit is nieuw.

De volgende vergoedingen kunnen worden gegeven:

- Ondersteuning in organisatie, PR etc. van Huis voor de Sport Groningen;
- Materiaalkosten en accommodatiekosten (ter beoordeling);
- Trainerskosten (maximaal ¤ 20,00 per uur en mits van toepassing);
- Vrijwilligerskosten (maximaal ¤ 5,00 per persoon per dagdeel en mits van toepassing).

Procedure
Een aanvraag om een subsidie in het kader van de BOS-impuls is conform artikel 5 lid a van de asv een incidentele subsidie. De aanvraag met begroting dient daarom 8 weken voorafgaand aan de uitvoering van de activiteit schriftelijk of digitaal bij de gemeente Pekela binnen te zijn.
5
De financiële verantwoording dient binnen 13 weken te worden ingediend en dient vergezeld te gaan van:
1. een deelnemerslijst;

2. een inhoudelijk verslag;

3. de facturen.

Voor activiteiten in het kader van de BOS-impuls is een bedrag van ¤ 19.570 beschikbaar.
1D Culturele activiteiten
Culturele subsidies zijn gericht op:

- het ondersteunen van culturele verenigingen die hun activiteiten in de gemeente Pekela uitvoeren;
- het stimuleren van culturele activiteiten voor en door inwoners van de gemeente Pekela;
- de instandhouding van monumenten en het verzamelen, beheren en tentoonstellen van Veenkoloniaal cultureel erfgoed.

Culturele verenigingen ¤ 8.596
Culturele projecten ¤ 12.859
Culturele voorzieningen ¤ 370.034

- Culturele verenigingen
(Sociaal-) culturele verenigingen kunnen een subsidie ontvangen indien zij in de gemeente Pekela hun activiteiten uitvoeren. Koren, orkesten, toneelverenigingen en sociaal-culturele verenigingen ontvangen een waarderingssubsidie van ¤ 250. Voor de muziekverenigingen Excelsior en SDG is een totaalbedrag van ¤ 4.746 beschikbaar. De aanvragen dienen voor 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd binnen te zijn. Verenigingen ontvangen hiervoor een voorgeschreven formulier. Bij overschrijding van het budget door het totaal aantal aanvragen dat voor 1 oktober wordt ingediend, wordt de subsidie met een vast percentage voor alle verenigingen naar beneden bijgesteld. Indien er na 1 oktober nog een overschot is dan kan hierop tot en met 31 december van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd een beroep worden gedaan. Aanvragen worden dan behandeld in volgorde van binnenkomst. De hoogte van het bedrag wordt naar rato van de resterende periode van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd vastgesteld. Het subsidieplafond is voor deze subsidies vastgesteld op ¤ 8.596.
- Culturele projecten
Het doel van het subsidiëren van culturele projecten is:
- verrijking van het cultureel aanbod dat beschikbaar is voor inwoners van de gemeente Pekela;
- bevorderen van actieve deelname door inwoners van de gemeente Pekela aan kunst-uitingen.


6
Totaal is hiervoor een bedrag van ¤ 12.859 beschikbaar waarvan een gedeelte (¤ 4.317) voor incidentele culturele projecten die voldoen aan de hierboven beschreven doelen. Culturele commissie ¤ 2.042
Kunstbende ¤ 250
Regionaal Cultuurplan Oost-Groningen ¤ 2.750
Stichting Jonckheeren en Jonckvrouwen vBeresteyn ¤ 3.500 Overige culturele projecten ¤ 4.317
Totaal ¤ 12.859

- Culturele voorzieningen
De bibliotheken en de muziek- dans en theaterschool zijn in het kader van de leefbaarheid en culturele ontwikkeling van de inwoners van de gemeente Pekela onmisbare voorzieningen. Met het subsidiëren van musea en monumenten wordt nagestreefd:
- de instandhouding van monumenten;

- het verzamelen, beheren en tentoonstellen van Veenkoloniaal cultureel erfgoed.

Stichtingen die zich richten op het instandhouden van cultureel erfgoed dat in Pekela aanwezig is, en beheerders van monumenten in Pekela kunnen een waarderingssubsidie ontvangen. Hiervoor is totaal een bedrag van ¤ 337 beschikbaar. Bibliotheken ¤ 279.893
Muziekschool ¤ 80.000
Stichting Westers ¤ 8.105
Veenkoloniaal museum ¤ 1.636
Waarderingsubsidies cultureel erfgoed ¤ 337
Totaal ¤ 369.971

1E Veiligheidsbevorderende activiteiten
Een bedrag van ¤ 12.600 is beschikbaar voor subsidies aan diverse activiteiten die tot doel hebben overlast en vandalisme terug te dringen, zoals vuurwerkvoorlichting, voorlichting over gebruik van alcohol en vandalisme en anti-vandalisme programma's. Bureau HALT treedt in een vroegtijdig stadium op bij 'first-offenders'. Van haar aanpak gaat een preventieve werking uit en haar werkzaamheden dragen zo bij aan het terugdringen van overlast en vandalisme door jongeren. Het regionaal platform criminaliteitsbestrijding onderneemt activiteiten die tot doel hebben criminaliteit te voorkomen. Veiligheidsmaatregelen ¤ 12.600
Bureau HALT ¤ 2.710
Regionaal platform criminaliteitsbestrijding ¤ 1.000
1F Accommodatiesubsidies
De beide sporthallen en het zwembad worden voor de gemeente Pekela beheerd door Sportstichting Pekela. Hiervoor is in 2009 een exploitatiesubsidie van ¤ 683.000 beschikbaar. De dorpshuizen in de gemeente Pekela zijn in het kader van de leefbaarheid een belangrijke voorziening. De afgelopen jaren hebben de dorpshuizen zich ontwikkeld tot multi-functionele
7
centra die onderdak bieden aan vele verenigingen, activiteiten en diensten. Ze hebben bovendien een belangrijke podium functie, waardoor het mogelijk is een gevarieerd aanbod aan culturele activiteiten aan te bieden aan de inwoners van de gemeente Pekela. Andere kleine accommodaties die van belang zijn voor de leefbaarheid in onze gemeente zijn de dierenweide en de beide tenniscomplexen. Voor de dierenweide in Nieuwe Pekela is een subsidiebedrag van ¤ 5000 beschikbaar. De beide tennisverenigingen krijgen een subsidie van ¤ 5.335 voor het onderhoud van de tennisbanen. Sportfondsen ¤ 683.000
De Snikke ¤ 31.040
De Kiepe ¤ 34.994
De Riggel ¤ 2.600
Dierenweide NP ¤ 5.000
Tennisbanen ¤ 10.670

2. Subsidies voor activiteiten die gerichte ondersteuning bieden aan inwoners van de gemeente Pekela. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) legt de gemeente wettelijke taken op het gebied van ondersteuning en hulpverlening aan haar inwoners. Deze taken liggen op het gebied van:
* Informeren en adviseren;

* Signaleren;

* Toeleiden naar hulp

* Aanbieden van hulp

* Zorgcoördinatie.

Met informatie en advies wordt gedoeld op activiteiten die de burger de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het kan hierbij zowel gaan om algemene voorzieningen zoals (voldoende) informatiepunten, als om meer specifieke voorzieningen zoals een individueel advies of hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag. De gemeente laat zich hierbij leiden door de "één loket gedachte": een burger dient zich in principe niet vaker dan één maal tot de gemeente te hoeven wenden om over het gehele scala van voorzieningen de nodige informatie te krijgen. Daarbij dient de gemeente zich niet te beperken tot die voorzieningen waar zij zelf "over gaat", maar ook informatie te geven over relevante aanpalende terreinen, zoals wonen en zorg. Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk dat er hulpverlening aanwezig is in de gemeente en is zij verantwoordelijk voor een goede zorgcoördinatie. Dat wil zeggen dat de hulp die lokaal geboden wordt, afgestemd wordt met andere vormen van hulp die eventueel aanwezig of noodzakelijk is. In dit kader wordt in de Wmo een aantal taken van de gemeente en doelgroepen specifiek genoemd, namelijk:
- Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van burgers met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem;
- Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd.
- Het bevorderen van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) en van het verslavingsbeleid.


8
Deze laatste taak betreft de maatschappelijke zorg voor verslaafden, preventie en overlastbestrijding. Deze activiteiten richten zich enerzijds op de verslaafde en anderzijds op het tegengaan van de effecten van die verslaving op de omgeving. De gemeente is ook verantwoordelijk voor de preventieve aanpak van verslavingsproblematiek. De gemeente Pekela stimuleert de medezeggenschap van de inwoners van de gemeente Pekela. Dit is geheel in de lijn van de Wmo die het meedoen van burgers wil bevorderen. Daarom hecht het college veel waarde aan het bestaan van vertegenwoordigende organen die de belangen van een doelgroep behartigen: de Seniorenraad, het Platform Mantelzorg en de Wmo-raad. Aan de Seniorenraad en het Platform Mantelzorg Pekela (PMP) wordt een maximale subsidie van ¤ 1000 per jaar toegekend voor het uitvoeren van hun vertegenwoordigende activiteiten (vergaderkosten, cursussen, secretariaatskosten etc.). Los hiervan kunnen voor activiteiten die gericht zijn op hun achterban, subsidies aangevraagd worden binnen de budgetten die hiervoor beschikbaar zijn. Artikel 12 van de Wmo schrijft voor dat de "gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van de vragers van Wmo-ondersteuning" het college van B&W moeten (kunnen) adviseren over het beleidsplan Wmo, dat het college vierjaarlijks aan de raad voorlegt. De subsidie aan deze raad wordt vastgesteld op ¤ 5.000 per jaar. De Badde Algemeen Maatschappelijk werk ¤ 178.950
De Badde School Maatschappelijk Werk ¤ 17.000
Neon ¤ 41.000
Vluchtelingenwerk ¤ 4.000
Bureau Slachtofferhulp ¤ 2.450
Antidiscriminatiemeldpunt ¤ 5.000
Wmoraad ¤ 5.000
Platform Mantelzorg Pekela ¤ 1.000
Seniorenraad ¤ 1.000

9

Raadsvoorstel: Subsidieverordening datum: 24 juni 2008 pag. 1
Betreft : RAADSVOORSTEL - Subsidieverordening
Datum voorstel : 15 mei 2008
Raadsvergadering d.d. : 24 juni 2008
Volgnummer : 2008R0030 , agendanummer 9
Taakveld : Facilitaire Zaken
Portefeuillehouder : wethouder Hemmes
Aan de raad,
Bijgaand treft u aan het ontwerp van een nieuwe "Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008" met toelichting. De op dit moment geldende Algemene subsidieverordening gemeente Pekela is vastgesteld bij besluit van de raad van 15 december 1997. Naar aanleiding van een onderzoek van de Rekenkamer is komen vast te staan dat deze Subsidieverordening niet aangepast is aan de derde tranche van de Algemene Wet Bestuursrecht. De Rekenkamer heeft onder meer geadviseerd de Algemene Subsidieverordening aan te passen. Bijgaand doen wij u een ontwerp van een nieuwe Algemene Subsidieverordening toekomen. Inhoud op hoofdlijnen.
Algemeen.
Het ontwerp van de nieuwe "Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008" is gebaseerd enerzijds op wat er in de Awb (met name in subsidietitel 4.2) aan voorschriften staat en vormt anderzijds een nadere uitwerking welke specifiek is gericht op de Pekelder situatie. In het ontwerp wordt als leidraad gebruikt de volgens de Algemene wet bestuursrecht gehanteerde indeling:

- de verlening van subsidie;

- de vaststelling van de subsidie en

- de uitbetaling van de subsidie
Het voorgestelde ontwerp is algemeen van aard. Dat betekent dat de verordening van toepassing zal zijn op alle subsidieaanvragen die bij de gemeente worden ingediend, tenzij een andere wettelijke regeling of gemeentelijke verordening daarin voorziet. Op basis van de geldende wetgeving dient het uitgeven van de subsidies binnen een instelling niet alleen rechtmatig maar ook doelmatig te zijn. Bij het subsidiebeleid staat het realiseren van door de raad vastgestelde beleidsdoelstellingen centraal. Subsidie is een middel om het beleid te doen uitvoeren. Daarbij staan de activiteiten centraal en worden de instellingen gesubsidieerd om de gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. Dat houdt ook in dat activiteiten die niet passen binnen het gemeentelijke beleid geen financiële ondersteuning in de vorm van subsidie zullen ontvangen. Raadsvoorstel: Subsidieverordening datum: 24 juni 2008 pag. 2
Bevoegdheden
(Artikel 3)
De hoofdregel in het dualistische stelsel is dat de raad de beleidskaders vaststelt en het college de verordening uitvoert door middel van onder andere het verlenen en vaststellen van subsidies. Subsidiesoorten
(Artikel 5)
Er worden 4 subsidiesoorten genoemd, die op hoofdlijnen zijn te onderscheiden. Incidentele subsidie: een subsidie voor in principe eenmalige en kortdurende activiteiten; Structurele subsidie: een jaarlijkse subsidie voor activiteiten die van onbepaalde duur zijn; Budgetsubsidie: een subsidie waarbij de subsidieontvanger een bedrag krijgt toegewezen om een tevoren overeengekomen takenpakket uit te voeren, vast te leggen in een uitvoeringsovereenkomst en
Waarderingssubsidie: een subsidie ter stimulering van activiteiten dan wel ter erkenning en waardering hiervan, waarbij in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die de subsidieontvanger maakt en de subsidie die zij ontvangt. Een waarderingssubsidie wordt tot maximaal ¤1.500,- verstrekt en wordt gelijktijdig bij subsidieverlening vastgesteld.
Door middel van deze specificatie is het mogelijk per subsidiesoort voorwaarden te stellen die qua zwaarte bij die soort horen.
Weigeringsgronden
(Artikel 15)
Aanvullend op de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb zijn aanvullende weigeringsgronden gegeven. Eén van de aanvullende weigeringsgronden is dat de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente. Hiermee moet onder meer worden voorkomen dat subsidiemiddelen voor andere doelstellingen dan die van de gemeente Pekela worden gebruikt. Voor de verdere informatie over de inhoud zouden wij u willen verwijzen naar de toelichting op de "Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008 (algemeen en de artikelsgewijs). Overgangsbepaling.
Op grond van het voorgestelde ontwerp wordt een aanvraag, die is ingediend voor de inwerkingtreding van de nieuwe verordening, op grond van de voor dat tijdstip geldende regels beslist. Op voor de inwerkingtreding van deze verordening verleende subsidies, zijn vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze verordening wel de bepalingen van deze verordening van toepassing.
Inwerkingtreding.
Op grond van het voorgestelde ontwerp treedt de nieuwe verordening na bekendmaking met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2008. De Algemene Subsidieverordening gemeente Pekela die is vastgesteld d.d. 15 december 1997, alsmede alle aanverwante college- en raadsbesluiten, worden tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken. Inspraakprocedure.
Het ontwerp van de "Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008" is overeenkomstig het bepaalde in de afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht voorbereid. Dit betekent dat op 6 februari 2008 via een mededeling in het Pekelder Streekblad bekend is gemaakt dat er een ontwerp "Algemene Subsidie Verordening gemeente Pekela 2008" in voorbereiding is, waarbij tevens is meegedeeld dat het voornemen bestaat uw raad voornoemd ontwerp te laten vaststellen.
Raadsvoorstel: Subsidieverordening datum: 24 juni 2008 pag. 3
Dit ontwerp heeft voorts, overeenkomstig voornoemde mededeling, van 7 februari 2008 tot en met 19 maart 2008 voor een ieder ter inzage gelegen, waarbij gedurende deze periode ingezetenen en belanghebbenden de gelegenheid is geboden naar keuze mondeling of schriftelijk zijn/haar zienswijze over het ontwerp te geven. Er is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid de stukken in te zien noch zijn er zienswijzen met betrekking tot het ontwerp van de Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008" ingebracht.
Voorstel
Voorgesteld wordt:

1. over te gaan tot vaststelling van de "Algemene subsidieverordening gemeente Pekela
2008" volgens bijgaand concept (bijlage I);

2. over te gaan tot gelijktijdige intrekking van de Verordening inzake subsidieverlening vastgesteld op 15 december 1997.
Burgemeester en wethouders van Pekela,
burgemeester secretaris
de heer M. Schollema de heer J. van der Woude
Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 1
De raad van de gemeente Pekela;
gelezen het voorstel van het college van 15 mei 2008; gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht; besluit
vast te stellen
" DE VERORDENING INZAKE EEN ALGEMENE REGELING VOOR HET VERSTREKKEN VAN SUBSIDIES" (=ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE PEKELA 2008) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Aanvrager: alle rechtspersonen en (groepen van) natuurlijke personen die subsidie aanvragen in de zin van titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht; b. Activiteit: de activiteit die door de subsidieontvanger zal worden uitgevoerd en die door het gemeentebestuur kan worden gesubsidieerd;
c. Activiteitenplan: een overzicht van de activiteiten overeenkomstig artikel 4:62 van de Algemene wet bestuursrecht;
d. Prestatie: in meetbare eenheden omschreven resultaten; e. Subsidie: een aanspraak op financiële middelen, door het college verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het college geleverde goederen of diensten (artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht); f. Subsidieontvanger: een rechtspersoon of natuurlijke persoon die subsidie ontvangt op grond van deze verordening;
g. Subsidieperiode: het in de subsidiebeschikking of de uitvoeringsovereenkomst bepaald respectievelijk overeengekomen tijdvak waarvoor de subsidie is verstrekt; h. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies voor een cluster van activiteiten binnen de door de raad vastgestelde begroting;
i. Begrotingsvoorbehoud: een voorbehoud op het verlenen van een subsidie in de zin van artikel
4:34 van de Algemene wet bestuursrecht;
j. Uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst die in de zin van artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht tussen de subsidieontvanger en het gemeentebestuur kan worden gesloten ter uitwerking van de subsidiebeschikking. In een uitvoeringsovereenkomst worden in ieder geval aangegeven: de looptijd van de subsidie, de maximale hoogte van het subsidiebedrag, de uit te voeren activiteiten, de beoogde prestaties, de doelgroep(en) met betrekking tot de te ontwikkelen activiteiten en de te verrichten prestaties;
k. Subsidieverlening: de beschikking met een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend en waarin het subsidiebedrag staat vermeld; l. Subsidievaststelling: de beschikking waarin definitief wordt beslist dat de aanvrager subsidie ontvangt ter hoogte van een bepaald bedrag, hetgeen het gemeentebestuur tot uitbetaling verplicht; m. Directe subsidievaststelling: het vaststellen van de subsidie voor de aanvang van het subsidietijdvak, zonder dat er voorafgaand een subsidieverlening plaatsvindt; m. Gemeente: de gemeente Pekela;
n. College: het college van burgemeester en wethouders van Pekela; o. Raad: de gemeenteraad van Pekela;
p. Wet: Algemene wet bestuursrecht.
Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 2
Artikel 2 Reikwijdte

1. Deze verordening is van toepassing op alle door de gemeente toe te kennen subsidies tenzij een andere wettelijke regeling of gemeentelijke verordening daarin voorziet.
2. Subsidie wordt slechts verstrekt tot maximaal het bedrag dat de raad beschikbaar heeft gesteld. Artikel 3 Bevoegdheden

1. Het college is bevoegd ten aanzien van het verstrekken van subsidies nadere regels te stellen.
2. Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover de raad de benodigde gelden ter beschikking heeft gesteld.

3. Het college is bevoegd in uitzonderlijke gevallen in afwijking van het bepaalde in lid 2 subsidie te verlenen ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd. Hierbij geldt het begrotingsvoorbehoud zoals genoemd in artikel 4:34 van de wet. Van deze voorwaarde wordt melding gemaakt bij de subsidieverlening of bij de directe vaststelling.
4. Het college is bevoegd om voor de uitvoering van de subsidiebeschikking een uitvoeringsovereenkomst te sluiten.
Artikel 4 Vaststelling en bekendmaking subsidieplafonds
1. Het college kan jaarlijks voor een cluster van activiteiten een subsidieplafond vaststellen.
2. Het college bepaalt hoe het beschikbare budget wordt verdeeld.
3. De afzonderlijke subsidieplafonds worden bekendgemaakt voor aanvang van het tijdvak waarvoor ze zijn bedoeld.
Artikel 5 Subsidiesoorten
Deze verordening maakt een onderscheid in de volgende subsidies: a. Incidentele subsidie, zijnde een subsidie voor in principe eenmalige en kortdurende activiteiten; b. Structurele subsidie, zijnde een jaarlijkse subsidie voor activiteiten die van onbepaalde duur zijn;
c. Budgetsubsidie, zijnde een subsidie waarbij de subsidieontvanger een bedrag krijgt toegewezen om een tevoren overeengekomen takenpakket uit te voeren, vast te leggen in een uitvoeringsovereenkomst en
d. Waarderingssubsidie/ basissubsidie, zijnde een subsidie ter stimulering van activiteiten dan wel ter erkenning en waardering hiervan, waarbij in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die de subsidieontvanger maakt en de subsidie die zij ontvangt. Een waarderingssubsidie wordt tot maximaal ¤1.500,- verstrekt en wordt gelijktijdig bij subsidieverlening vastgesteld. Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag
Artikel 6 Indiening aanvraag

1. Een subsidieaanvraag wordt overeenkomstig artikel 4:1 van de wet ingediend bij het college.
2. Het college kan modellen en richtlijnen voor de aanvragen tot subsidieverlening, directe subsidievaststelling en subsidievaststelling vaststellen.
Artikel 7 Tijdstip indiening aanvraag

1. Een aanvraag om een incidentele subsidie wordt ten minste 8 weken voordat met de activiteiten wordt begonnen, ingediend.

2. Een aanvraag om een waarderingssubsidie wordt ingediend vóór 1 oktober voorafgaande aan het boekjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
3. Een aanvraag om een structurele subsidie of een budgetsubsidie wordt ingediend vóór 1 juni voorafgaand aan het boekjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
4. Bij een te late indiening kan het college besluiten tot het niet in behandeling nemen van de aanvraag. Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 3
Artikel 8 Vereisten aan aanvrager

1. Structurele subsidies en budgetsubsidies kunnen slechts worden verleend aan rechtspersonen.
2. Incidentele subsidies en waarderingssubsidies kunnen zowel door rechtspersonen als door natuurlijke personen worden aangevraagd.
Artikel 9 Vereisten aanvraag om incidentele subsidie
1. Een aanvraag om een incidentele subsidie bevat naast de onder artikel12 van deze verordening genoemde gegevens
a. samenstelling van het bestuur
b de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd; c. Een activiteitenplan;
d.. Een begroting van de met de in het activiteitenplan vermelde activiteiten samenhangende inkomsten en uitgaven;
e. Gegevens over de aard en omvang van het eigen vermogen van de aanvrager en f.. Een opgave van de subsidiemogelijkheden die de aanvrager bij het college of bij derden heeft openstaan en van de mate waarin hiervan gebruik is of zal worden gemaakt;
2. Het college kan met betrekking tot de subsidieaanvraag nadere regels vaststellen. Artikel 10 Vereisten aanvraag om structurele subsidie
1. Een aanvraag om een structurele subsidie bevat naast de onder artikel 12 van deze verordening genoemde gegevens:
a. Eventuele wijzigingen in de samenstelling van het bestuur ten opzichte van de vorige subsidieaanvraag;
b. Een activiteitenplan;
c. Een begroting van de met de in het activiteitenplan vermelde activiteiten samenhangende inkomsten en uitgaven;
d. Een inhoudelijk en financieel verslag van het boekjaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend;
e. Gegevens over de aard en omvang van het eigen vermogen van de aanvrager; f. Een opgave van de subsidiemogelijkheden die de aanvrager bij het college of bij derden heeft openstaan en van de mate waarin hiervan gebruik is of zal worden gemaakt en g. Een opgave van lopende aanvragen bij het college of bij derden voor andere subsidies dan waarvoor deze aanvraag is bedoeld.

2. Indien een subsidieontvanger voor de eerste keer subsidie aanvraagt, wordt een exemplaar van de oprichtingsakte dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd en, indien van toepassing, een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel overgelegd.
3. Het college kan met betrekking tot de subsidieaanvraag nadere regels vaststellen. Artikel 11 Aanvullende vereisten aanvraag om budgetsubsidie Naast de in artikel 10 genoemde gegevens bevat een aanvraag om een budgetsubsidie tevens: a. Een beschrijving van het beoogde resultaat van de activiteiten in relatie tot de gestelde doelen, waarbij de doelstellingen specifiek en eenduidig omschreven zijn, leidende tot meetbare resultaten;
b. Een begroting van de baten en lasten van het lopende boekjaar en het volgende boekjaar en een toelichting daarop.
Artikel 12 Vereisten aanvraag om waarderingssubsidie
1. De ondertekende aanvraag bevat ten minste:
a. de naam en het adres van de aanvrager;
b. de dagtekening;
c. een aanduiding van de beschikking die wordt aangevraagd.
2. De aanvrager verschaft voorts de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen Artikel 13 Verzuimherstel
Het college kan besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen, indien niet is voldaan aan de vereisten zoals die gesteld zijn in deze verordening, mits de aanvrager in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een door het college nader te bepalen termijn. Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 4
Hoofdstuk 3 Toetsing aanvraag
Artikel 14 Toetsingskader

1. Subsidiëring van activiteiten vindt slechts plaats voor zover deze naar de mening van het college in voldoende mate van een direct aanwijsbaar belang voor de gemeente worden geacht en passen binnen het door de gemeente geformuleerde beleid.
2. Subsidieverstrekking aan een aanvrager die niet gevestigd of woonachtig is in de gemeente kan geschieden als:
a. Het activiteiten betreft die aantoonbaar aan inwoners van de gemeente ten goede zullen komen;
b. De activiteiten niet al (toereikend) worden gesubsidieerd door een ander overheidsorgaan dan wel,
c. De activiteiten zijn gericht op uitwerking van gemeentelijke beleidsdoelstellingen die een regionaal draagvlak vereisen.

3. Subsidie wordt voorts slechts verstrekt indien: a. Naar het oordeel van het college mag worden verwacht dat de met de subsidiëring beoogde doelstellingen zullen worden bereikt en
b. de aanvrager:

1. Naar het oordeel van het college de behoefte aan subsidie heeft aangetoond en
2. Aannemelijk heeft gemaakt dat de financiële middelen, met inbegrip van de subsidie voldoende zullen zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren. Artikel 15 Weigeringsgronden
Subsidieverlening kan naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 van de wet genoemde gronden geweigerd worden, indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat: a. De hiervoor benodigde gelden niet in de gemeentebegroting zijn opgenomen; b. De rijks- en/of provinciale gelden dan wel de gelden van overige derden, die op het moment van indiening van de subsidieaanvraag als bijdrage in de kosten van uitvoering van het beleid verwacht mochten worden, niet daadwerkelijk worden verkregen; c. Subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente; d. De activiteiten van de aanvrager niet (voornamelijk) gericht zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede zullen komen aan de ingezetenen van de gemeente; e. De gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden aan het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;
f. De aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;
g. De aanvrager naar het oordeel van het college, met inachtneming van het bepaalde in artikel 18 lid 2 van deze verordening, ook zonder de gevraagde subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan of heeft kunnen beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.
Hoofdstuk 4 Subsidieverlening
Artikel 16 Beslistermijn

1. Het college beslist op een aanvraag voor een incidentele subsidie en een waarderingssubsidie binnen 8 weken nadat de aanvraag volledig is.

2. Het college beslist op een aanvraag voor een structurele subsidie en een budgetsubsidie binnen
6 weken na vaststelling van de gemeentelijke begroting, doch uiterlijk 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.
Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 5
Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger Artikel 17 Administratie
Voor de subsidieontvanger geldt in ieder geval als verplichting, bedoeld in artikel 4:37 van de wet, om aan het college of de door hen aangewezen personen desgevraagd inzage te verstrekken in de administratie en inlichtingen te verschaffen welke van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de doelmatigheid en de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie of voor het naleven van de voorschriften die aan de subsidieverlening zijn verbonden. Artikel 18 Vergoeding in verband met vermogensvorming
1. Artikel 4:41 van de wet is van toepassing. De hoogte van de vergoeding als bedoeld in artikel
4:41 lid 1 sub b wordt met toepassing van de artikelen 3:2 en 3:4 van de wet door het college vastgesteld.

2. De omvang van de algemene reserve die een rechtspersoon mag hebben, bedraagt 5% van het totaal der lasten in enig jaar.
Hoofdstuk 6 Vaststelling van de subsidie
Artikel 19 Termijn en eisen aanvraag tot vaststelling subsidie
1. Met toepassing van de artikelen 4:37, eerste lid sub f en 4:44 lid 2 van de wet, dient de aanvraag voor het vaststellen van een subsidie binnen de hierna genoemde termijn te worden ingediend en aan de hierna genoemde eisen te voldoen:
a. Subsidieontvangers die een incidentele subsidie ontvangen, dienen binnen 13 weken na afloop van de activiteit een aanvraag tot vaststelling in bij het college, voorzien van een financieel en inhoudelijk verslag;
b. Subsidieontvangers die een structurele subsidie ontvangen, dienen vóór 1 juni volgend op het boekjaar een aanvraag tot vaststelling in bij het college, voorzien van een financieel- en inhoudelijk verslag;
c. Subsidieontvangers die een budgetsubsidie ontvangen dienen vóór 1 juni volgend op het (laatste) boekjaar een aanvraag tot vaststelling in bij het college, voorzien van een financieel- en inhoudelijk verslag.

2. Het college kan de termijn genoemd in lid 1 op verzoek van de subsidieontvanger verlengen.
3. Het in het eerste lid genoemde financieel verslag bevat: a. Een exploitatierekening die betrekking heeft op de gehele instelling; b. Een balans die betrekking heeft op de gehele instelling en c. Bij een subsidieverstrekking van meer dan ¤50.000 verlangt het college een accountantsverslag naar aanleiding van diens onderzoek van de jaarstukken en van de administratie. In dit verslag wordt expliciet vermeld of de verleende subsidie is besteed overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens deze Verordening, de eventuele van toepassing zijnde bijzondere subsidieverordening en de aan de subsidieverlening verbonden voorschriften. Tevens wordt in het verslag aandacht besteed aan de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de middelen in relatie tot de uitgevoerde activiteiten en geleverde producten.
4. Het college kan van het bepaalde in het derde lid onder c ontheffing verlenen.
5. Het in het derde lid onder c genoemde accountantsverslag hoeft geen deel uit te maken van de financiële verslaglegging, indien de subsidie direct is vastgesteld.
6. De financiële verantwoording, dan wel de jaarrekening, wordt op dezelfde wijze ingericht als de begroting.

7. In afwijking van lid 3 tot en met lid 6 kan het college eisen dat de accountant bij budgetsubsidies bij het financieel verslag een verslag uitbrengt naar aanleiding van diens onderzoek van de jaarstukken en van de administratie van de subsidieontvanger, waarvan expliciet is vermeld of de verleende subsidie is besteed overeenkomstig het bepaalde in of krachtens deze verordening en waarin aandacht wordt besteed aan de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de middelen in relatie tot de uitgevoerde activiteiten en geleverde producten.
8. Het college kan met betrekking tot de subsidievaststelling nadere regels stellen.
9. Het college kan voor de aanvraag tot subsidievaststelling een formulier vaststellen. Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 6
Artikel 20 Hersteltermijn
Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in de Wet en in artikel 19 van deze verordening, dan wordt de aanvrager een door het college nader te bepalen termijn gegeven om de aanvraag aan te vullen.
Artikel 21 Vaststelling subsidie bij onvolledige aanvraag Indien na afloop van de termijn zoals genoemd in artikel 20 de aanvraag tot subsidievaststelling nog steeds niet aangevraagd is dan wel onvolledig is, kan het college besluiten tot een ambtshalve vaststelling van de subsidie, overeenkomstig artikel 4:47 van de wet. Artikel 22 Beslistermijn
Het college stelt de subsidie vast binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag. Hoofdstuk 7 Betaling
Artikel 23 Voorschotten

1. Het college kan de subsidieontvanger voorschotten verlenen.
2. Het college beslist met betrekking tot de hoogte en de wijze van bevoorschotting. Artikel 24 Uitbetaling

1. De subsidie wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald onder verrekening van de betaalde voorschotten. Indien feiten of omstandigheden aanleiding geven tot een lagere vaststelling van de subsidie over het betreffende jaar, kan verrekening plaatsvinden door inhouding op de nog uit te betalen subsidie in hetzelfde jaar of bij vaststelling van de subsidie over het volgend subsidiejaar.

2. Subsidies worden binnen 4 weken na de subsidievaststelling betaald, tenzij in de beschikking tot vaststelling anders is bepaald.
Artikel 25 Terugvordering
Het college is gerechtigd, met inachtneming van artikel 4:57 van de wet, al betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen, indien onjuiste inlichtingen zijn verstrekt waarvan verzoeker wist of redelijkerwijs had moeten weten dat deze van invloed is op de hoogte van de subsidie. Hoofdstuk 8 Slotbepalingen
Artikel 26 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere, individuele gevallen één of meer bepalingen uit deze verordening, dan wel uit een bijzondere subsidieverordening niet van toepassing verklaren, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 27 Bijzondere gevallen
In gevallen waarin deze verordening, dan wel een bijzondere subsidieverordening niet of niet voldoende voorziet, beslist het college.
Artikel 28 Overgangsbepalingen

1. Op een aanvraag, die is ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, wordt op grond van de voor dat tijdstip geldende regels beslist.
2. Op voor de inwerkingtreding van deze verordening verleende subsidies, zijn vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze verordening de bepalingen van deze verordening van toepassing. Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 7
Artikel 29 Citeertitel en inwerkingtreding

1. De Algemene Subsidieverordening gemeente Pekela die is vastgesteld d.d. 15 december 1997, alsmede alle aanverwante college- en raadsbesluiten, worden tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Algemene subsidieverordening gemeente Pekela
2008".

3. Deze verordening treedt na bekendmaking met terugwerkende kracht op 1 januari 2008 in werking. Besloten in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Pekela van 24 juni 2008
voorzitter griffier
de heer M. Schollema de heer G.Wijers
Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 8
Toelichting bij de Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008 Algemene toelichting
De overheid verleent ieder jaar voor enkele tientallen miljarden euro's aan subsidie. Ook door de gemeente Pekela worden jaarlijks subsidies verstrekt, waarbij het zowel gaat om grotere als kleinere bedragen. Alle overheidsinstanties die subsidieaanvragen behandelen en alle instellingen die subsidie aanvragen hebben sinds 1998 te maken met de 3de tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Zoals bekend is de Awb een zogenaamde aanbouwwet. Dit betekent dat er in verschillende tranches telkens weer onderwerpen aan de Awb zijn toegevoegd. De (eerste tranche van de) Awb dateert uit 1993. Het ging toen om een geheel nieuw stuk wetgeving, waarin algemene regels van het bestuursrecht waren vastgelegd, regels die voorheen in afzonderlijke wetten waren opgenomen dan wel in het kader van de jurisprudentie waren ontwikkeld. In 1998 is de derde tranche van de Awb in werking getreden. In het kader van deze derde tranche is de subsidietitel in de Awb opgenomen (titel
4.2 in hoofdstuk 4). De Awb bepaalt sindsdien de juridische kaders waarbinnen het proces van subsidieverstrekking zich altijd moet afspelen. Het doel was om meer duidelijkheid te verschaffen in de voordien bestaande wirwar van subsidieregelingen en subsidies, die zonder regeling werden verstrekt. De subsidietitel is dus bedoeld als een algemene regeling voor het verstrekken van subsidies. De bepalingen in de subsidietitel zijn dan ook van dwingend recht. In de Memorie van Toelichting staat dat subsidie een belangrijk of zelfs essentieel beleidsinstrument is. Het is het instrument bij uitstek om het overheidsbeleid door anderen dan de overheid zelf ten uitvoering te laten geven. Subsidie is dus een middel om bepaalde doelen te realiseren. Bij subsidieverstrekking door gemeenten gelden met ingang van 1998 naast elkaar de subsidietitel uit de 3de tranche van de Awb en de lokaal vastgestelde subsidieregelingen. Daarbij moet sprake zijn van een goede en uitgebalanceerde afstemming tussen deze regelingen: een onderwerp waarover in de ene regeling dwingend iets wordt bepaald (Awb) mag in de andere regeling (subsidieverordening) niet meer worden vastgelegd.
De subsidietitel uit de Awb verplicht aan de andere kant ook tot het maken van keuzes welke vervolgens dienen te worden vastgelegd in (een) subsidieverordening(en), eventueel aangevuld met beleidsregels. De Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008 is gebaseerd enerzijds op wat er in de Awb (met name in subsidietitel 4.2) aan voorschriften staat en vormt anderzijds een nadere uitwerking welke specifiek is gericht op de Pekelder situatie. In veel artikelen wordt daarom ook verwezen naar de Awb.
De Awb heeft onder andere tot doel te bevorderen dat de door de subsidieverstrekker met de subsidieverlening beoogde doelen worden bereikt. Daarnaast is het de bedoeling om voldoende rechtszekerheid te verschaffen aan de subsidieontvangers. Rechten, plichten en bevoegdheden van de subsidiegevers en de subsidieontvangers zijn allemaal in de Awb opgenomen. De 3 de tranche van de Awb bepaalt onder andere welke verplichtingen aan een subsidie verbonden kunnen worden, wanneer een subsidie beëindigd kan worden en hoe moet worden gehandeld als de begrotingsgelden ontoereikend zijn. Verder is de eis opgenomen dat een subsidie in principe alleen maar op grond van een wettelijk voorschrift, zoals een subsidieverordening, kan worden verleend (artikel 4:23, Awb). In afwijking van deze regel kan echter eveneens subsidie verstrekt worden: a. In afwachting van de totstandkoming van een bijzondere subsidieverordening gedurende ten hoogste een jaar;
b. Indien de begroting de subsidieontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, vermeldt, of
c. In incidentele gevallen, mits de subsidie voor ten hoogste vier jaren wordt verstrekt. Bij subsidies gaat het in de meeste gevallen om drie belangrijke momenten:
- de verlening van subsidie;

- de vaststelling van de subsidie en

- de uitbetaling van de subsidie.
Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 9
In de Algemene subsidieverordening gemeente Pekela2008 wordt deze indeling als leidraad gebruikt. De Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008 is, het eerste woord in de naam duidt daar al op, 'algemeen van aard'. Dat betekent dat de verordening van toepassing is op alle subsidieaanvragen die bij de gemeente worden ingediend. Op basis van de geldende wetgeving dient het uitgeven van de subsidies binnen een instelling niet alleen rechtmatig maar ook doelmatig te zijn. Bij het subsidiebeleid staat het realiseren van door de raad vastgestelde beleidsdoelstellingen centraal. Subsidie is een middel om het beleid te doen uitvoeren. Daarbij staan de activiteiten centraal en worden de instellingen gesubsidieerd om de gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. Dat houdt ook in dat activiteiten die niet passen binnen het gemeentelijk beleid geen financiële ondersteuning in de vorm van subsidie zullen ontvangen.
De inhoud van de Awb wordt in principe niet herhaald in de Algemene subsidieverordening. Wel is er hier en daar sprake van verwijzingen naar bepaalde artikelen. In de subsidiepraktijk zullen dan ook, zowel door diegenen die de subsidie aanvragen als diegenen die hem verstrekken, de Awb, de Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008 en bijzonder subsidieverordeningen en/of beleidsregels in samenhang met elkaar moeten worden gebruikt.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Het subsidiebegrip is gedefinieerd in artikel 4:21, eerste lid van de Awb en is omschreven als: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.
Vier elementen zijn van belang:

1. De beslissing van het bestuursorgaan dat de voorgenomen activiteit gesubsidieerd wordt, doet een aanspraak op financiële middelen ontstaan;

2. Subsidiebeslissingen zijn publiekrechtelijke rechtshandelingen, voor zover het bestuursorgaan subsidie verstrekt in het kader van de uitoefening van een publieke taak;
3. Er moet sprake zijn van bepaalde, min of meer welomschreven activiteiten van de subsidieontvanger. Volgens de Memorie van Toelichting (MvT) moet in elk geval de bestedingsrichting van de middelen duidelijk zijn. Dit maakt het mogelijk om bepaalde subsidievormen als budgetsubsidie, waarderingsubsidie of incidentele subsidie te gebruiken;
4. Buiten het subsidiebegrip valt betaling voor aan het bestuur geleverde goederen of diensten. In artikel 1 zijn diverse in de verordening gebruikte begrippen omschreven. Deze omschrijvingen spreken over het algemeen voor zich. Ten aanzien van de omschrijving van "subsidieperiode" kan opgemerkt worden, dat een tijdvak gelijk kan zijn aan een kalenderjaar. Ten aanzien van de omschrijving van de begrippen "subsidieplafond" en "begrotingsvoorwaarde" wordt verwezen naar de artikelen 4:22 en 4:34 van de Algemene wet bestuursrecht.
In bijzondere subsidieverordeningen (zie artikel 2) kunnen specifiek op die bijzondere subsidierelatie van toepassing zijnde begrippen worden gedefinieerd. Artikel 2 Reikwijdte/bijzondere verordeningen
De Algemene subsidieverordening is op alle door de gemeente te verstrekken subsidies van toepassing en bevat de gangbare regeling.
Artikel 3 Bevoegdheden
Het eerste lid geeft als hoofdregel: in het dualistische stelsel stelt de raad de beleidskaders vast en voert het college de verordening uit door middel van onder andere het verlenen en vaststellen van subsidies.
In het derde lid is de afwijking van de hoofdregel - dat er alleen subsidie wordt verstrekt op basis van een door de raad geautoriseerde begroting - opgenomen. Zie hiervoor het algemene deel van de toelichting. In het vierde lid is bepaald, dat het college bevoegd is om voor de uitvoering van de subsidiebeschikking een uitvoeringsovereenkomst te sluiten. Het is een facultatieve bepaling. In de praktijk bestaat er veelal behoefte om afspraken in de vorm van een overeenkomst vast te leggen. Een dergelijke overeenkomst kan echter niet in de plaats komen van de beschikking tot subsidieverlening. Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 10
Er moet dus altijd naast een mogelijke overeenkomst een beschikking staan die aan de wettelijke minimumeisen voldoet. De overeenkomst kan de verplichting inhouden dat de subsidieontvanger de activiteiten verricht waarvoor de subsidie is verleend. Een ervaring is dat een overeenkomst voorziet in een maatschappelijke behoefte. Het geeft status en is uitdrukking van de gelijkwaardigheid van partijen. Bovendien kan een uitvoeringsovereenkomst een commitment voor meerdere jaren geven, wat vanuit de wens van continuïteit wenselijk kan zijn. De vraag moet worden gesteld of het maatschappelijk beoogde effect ook op andere wijze kan worden bereikt. De inhoud van afspraken kunnen heel goed in de beschikking tot subsidieverlening worden opgenomen. Lid 4 geeft echter de mogelijkheid om als daar behoefte aan is een overeenkomst te sluiten. De afdwingbaarheid van de uitvoering van een overeenkomst is overigens nog niet duidelijk. De ontwikkeling die rechtspraak te zien zal geven moet worden afgewacht. Artikel 4 Vaststelling subsidieplafonds
Artikel 4 geeft bepalingen over het subsidieplafond. Met het instellen van een subsidieplafond wordt beoogd de eisen van rechtszekerheid en die van begrotingsdiscipline met elkaar in evenwicht te brengen. Het subsidieplafond is een middel om te voorkomen dat een subsidieregeling een 'open einde' werking heeft. Het subsidieplafond past in de doelstelling van de beheersbaarheid van de overheidsuitgaven. Artikel 4:22, Awb omschrijft het subsidieplafond als volgt: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift. De artikelen 4:25 tot en met 4:28 Awb geven verdere regels. In het kort hebben deze de volgende betekenis:

- het plafond kan alleen bij of krachtens wettelijk voorschrift worden vastgesteld;
- een subsidie moet behoudens enkele uitzonderingen die de wet omschrijft worden geweigerd, als door het verstrekken van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden;
- het subsidieplafond moet vooraf bekend worden gemaakt en
- bij het bekendmaken van het plafond moeten ook de criteria voor de verdeling van de beschikbare gelden bekend gemaakt worden.
Het is niet verplicht om met een subsidieplafond te werken. Maar, toepassing is niet mogelijk als de verordening daar niets over bepaalt. Bedacht moet worden dat subsidieregelingen een open einde werking kunnen hebben. Dat kan betekenen dat als aanvragen aan bepaalde criteria voldoen, zij zonder meer voor toekenning van subsidie in aanmerking komen. Dit ongeacht de op de begroting geraamde middelen. De Memorie van Toelichting meldt in dit verband dat een gemeente zich voortaan niet op uitputting van een begrotingspost kan beroepen, als dat niet gebaseerd is op de systematiek van het subsidieplafond.
In artikel 4 is de bevoegdheid om subsidieplafonds in te stellen neergelegd bij het college, omdat het college, indien dit op een gegeven moment noodzakelijk wordt geoordeeld, sneller kan besluiten tot het instellen van een subsidieplafond.
Artikel 5 Subsidiesoorten
In dit artikel worden de subsidiesoorten, die op hoofdlijnen te onderscheiden zijn, benoemd. Deze subsidiesoorten hebben elk hun eigen kenmerken en eisen. Door middel van deze specificatie is het mogelijk per subsidiesoort voorwaarden te stellen die qua zwaarte bij die soort horen. Opgemerkt wordt dat incidentele en structurele subsidies op hun beurt nog weer kunnen worden onderscheiden in bijvoorbeeld activiteitensubsidies, projectsubsidies, investeringssubsidies en garantiesubsidies. In de verordening is dit onderscheid niet doorgevoerd omdat de eisen aan dergelijke subsidieverstrekkingen gesteld kunnen worden op het niveau van incidentele en structurele subsidies. Artikel 6 Indiening aanvraag.
Een aanvraag om subsidie moet altijd schriftelijk worden ingediend en gericht zijn aan het college van burgemeester en wethouders. Mondelinge aanvragen kunnen dus nooit in behandeling worden genomen. Artikel 7 Tijdstip indienen aanvraag
In dit artikel wordt bepaald voor welk tijdstip aanvragen om subsidie moeten zijn ingediend. Dit is per soort subsidie aangegeven. Te laat en/of onvolledig indienen kan leiden tot het niet in behandeling nemen van de subsidieaanvraag.
Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 11
Artikel 8 Vereisten aan aanvrager
Uitgangspunt is dat structurele subsidies en budgetsubsidies slechts aan rechtspersonen kunnen worden verleend. Incidentele subsidies en waarderingssubsidies kunnen ook aan natuurlijke personen worden verleend.
Artikelen 9 t/m 12 Vereisten aan aanvraag
Iedere subsidiesoort stelt zijn eigen eisen aan de aanvraag. In zijn algemeenheid geldt dat hoe hoger het gevraagde subsidiebedrag is, des te meer informatie wordt gevraagd. Daarnaast vraagt een aanvraag om een budgetsubsidie nu eenmaal om andere eisen dan een incidentele subsidie van een paar honderd euro.
Voor de verschillende subsidiesoorten zullen zo veel mogelijk standaard subsidieaanvraagformulieren worden gebruikt.
In onderdeel b van artikel 11 wordt gedoeld op de begroting van het lopende jaar (het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend) en de (meer globale) begroting op het jaar dat volgt op het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
Artikel 13 Verzuimherstel
Wanneer een aanvraag niet aan de gestelde eisen voldoet, wordt er een termijn gesteld om daar wel aan te voldoen. Afhankelijk van hetgeen 'mist' in de aanvraag, kan een kortere dan wel langere hersteltermijn gesteld worden.
Artikel 14 Toetsingskader
In artikel 14 wordt het toetsingskader voor ingediende aanvragen weergegeven. Als zodanig wordt dit toetsingskader verder uitgewerkt in artikel 15, de weigeringsgronden. Artikel 15 Weigeringsgronden
In dit artikel worden aanvullende weigeringsgronden gegeven. Aanvullend op de artikelen 4:25 en
4:35, Awb. Artikel 4:25 betreft het subsidieplafond. In artikel 4:35 zijn gronden opgenomen, waarop subsidie in ieder geval kan worden geweigerd. De formulering van artikel 4:35 biedt ruimte om in de Algemene subsidieverordening dan wel in bijzondere subsidieverordeningen aanvullende weigeringsgronden op te nemen. Eén van de aanvullende weigeringsgronden, opgenomen onder c, is dat de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente. Hiermee moet onder meer worden voorkomen dat subsidiemiddelen voor andere doelstellingen dan die van de gemeente Pekela worden gebruikt. Met de weigeringsgrond opgenomen onder b wordt in de sfeer van een ontbindende voorwaarde een koppeling gelegd met andere subsidiestromen.
Artikel 16 Beslistermijn
In artikel 16 is de beslistermijn opgenomen ten aanzien van de diverse subsidiesoorten. Het betreft hier termijnen van orde. Dat wil zeggen dat de afgegeven beschikking niet onrechtmatig wordt op het moment dat de termijn is overschreden of dat het college hiervoor aansprakelijk kan worden gesteld. Waarderingssubsidies tot een bedrag van ¤1.500,- worden direct vastgesteld. Dus zonder dat daar een besluit tot subsidieverlening aan voorafgaat. Dat is mogelijk omdat er bij een waarderingssubsidie in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die de subsidieontvanger maakt en de subsidie die zij ontvangt. Verwezen wordt verder naar artikel 4:43 Awb. Op dit moment (december 2007) is er een wetsvoorstel in voorbereiding die het de aanvrager mogelijk maakt om het college aan te manen als niet tijdig wordt beschikt. Het college zal volgens dit wetsvoorstel kort gezegd een dwangsom moet gaan betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden. Naar verwachting gaat deze regel in per 1 januari 2009. Artikel 17 Administratie
Subsidiegeld is gemeenschapsgeld dat door alle burgers bij elkaar wordt gebracht. De gemeente heeft de wettelijke plicht er op toe te zien dat die subsidie rechtmatig en doelmatig wordt besteed. Rechtmatig wil zeggen dat het moet voldoen aan de wettelijke voorschriften en doelmatig wil zeggen dat er geen subsidie ('geld van ons allen') verspild mag worden. Bij grotere instellingen kan een accountant controleren of de subsidie inderdaad rechtmatig en doelmatig is besteed. De subsidiërende overheid heeft de taak daar in zijn algemeenheid op toe te zien. Met dit artikel wordt de subsidieverstrekker de mogelijkheid gegeven inzage te krijgen in de administratie van instellingen en aanwijzingen te geven met betrekking tot de inrichting daarvan. Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 12
Dit is bijvoorbeeld van belang om het de gemeente mogelijk te maken instellingen met elkaar te vergelijken qua opbouw van kosten die te maken hebben met het organiseren van gelijksoortige activiteiten. De aanwijzingen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het toerekenen van bepaalde kosten naar bepaalde producten.
Artikel 18 Vergoeding in verband met vermogensvorming In dit artikel wordt de mogelijkheid gegeven voor instellingen om een vermogen te kunnen vormen. Maximaal mag 5% van de totale lasten als reserve worden aangehouden. Wordt dit bedrag overschreden dan is hiervoor toestemming van het college nodig. De inkomsten van veel (grote) instellingen bestaan voor het overgrote deel uit subsidie c.q. gemeenschapsgeld. Dat betekent dat ook reserves en voorzieningen voor het grootste deel ontstaan uit subsidie c.q. gemeenschapsgeld. Artikel 19 Termijn en eisen aanvraag tot vaststelling subsidie Per subsidiesoort worden verschillende termijnen en eisen gesteld. Ook hier geldt: hoe hoger het subsidiebedrag, des te meer eisen worden er gesteld.
Artikel 20 Hersteltermijn
Als de gevraagde stukken niet voldoen aan de eisen wordt ook in deze gevallen een hersteltermijn gegeven. Verwezen wordt verder naar de toelichting bij artikel 13. Artikel 21 Onvolledige aanvraag
Als de in artikel 21 genoemde termijn is verstreken kan de subsidieverstrekker de subsidie eenzijdig vaststellen.
Artikel 22 Beslistermijn
Het college beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag. Op dit moment (december 2007) is er een wetsvoorstel in voorbereiding die het de aanvrager mogelijk maakt om het college aan te manen als niet tijdig wordt beschikt. Het college zal volgens dit wetsvoorstel kort gezegd een dwangsom moet gaan betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden. Naar verwachting gaat deze regel in per 1 januari 2009. Artikel 23 Voorschotten
In dit artikel is bepaald dat er voorschotten kunnen worden verleend. Grote instellingen, die structurele subsidies krijgen, ontvangen vaak enkele voorschotten per jaar. Kleine instellingen hebben geld nodig om activiteiten te kunnen realiseren. De feitelijke vaststelling vindt vaak na afloop van een jaar plaats. Een voorschot geeft dus geen recht op subsidie. Bevoorschotting kan voor de volle 100% plaatsvinden maar ook voor een lager percentage.
Artikel 24 Uitbetaling
In dit artikel wordt geregeld dat er verrekening kan plaatsvinden met voorschotten en toekomstige subsidies.
Artikel 25 Terugvordering
Artikel 4:57 Awb luidt als volgt. Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld dan wel de handeling als bedoeld in artikel 4:49, eerste lid onderdeel c heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren verstreken zijn.
Artikel 4:57 Awb is een bepaling van dwingend recht. In artikel 25 is bepaald dat een al betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk wordt teruggevorderd indien onjuiste inlichtingen zijn verstrekt waarvan verzoeker wist of redelijkerwijs had moeten weten dat deze van invloed zijn op de hoogte van de subsidie. Op dit moment (december2007) zijn er wetsvoorstellen die het terugvorderen van subsidies regelen aan de hand van een beschikking. De gemeente kan dan zelf invorderen bij dwangbevel in plaats van invordering via de rechter. De verwachting is de deze wetswijziging medio 2008 van kracht zal worden. Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 13
Artikel 26 Hardheidsclausule
In dit artikel is een hardheidsclausule opgenomen, die echter alleen met grote terughoudendheid toegepast mag worden.
Artikel 27 Bijzondere gevallen
Op grond van dit artikel kan het college beslissen in die gevallen waarin de Algemene subsidieverordening niet of niet voldoende voorziet.
Artikel 28 Overgangsbepalingen
Om geen juridische leemte te laten ontstaan, geldt de bestaande, oude regelgeving voor de subsidie aanvragen, waarop nog niet is beslist en is de nieuwe regelgeving van toepassing op alle subsidies die in behandeling worden genomen na inwerkingtreding van deze verordening. In lid 2 is bepaald dat de regels van deze Algemene subsidieverordening van toepassing zijn op al verleende subsidies.
Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 14
Relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht c.q. artikelen waarnaar in de Algemene subsidieverordening wordt verwezen (bepalingen zoals die gelden januari
2008).
Artikel 3:2
Bij de voorbereiding van een besluit vergaart het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen.
Artikel 3:4

1. Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit.

2. De voor één of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Artikel 4:1
Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk ingediend bij het bestuursorgaan dat bevoegd is op de aanvraag te beslissen. Artikel 4:2

1. De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste: a. De naam en het adres van de aanvrager;
b. De dagtekening;
c. Een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.
2. De aanvrager verschaft voorts de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Artikel 4:5

1. Het bestuursorgaan kan besluiten de aanvraag niet te behandelen, indien: a. De aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag, of
b. De aanvraag geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 2:15 of c. De verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen. Artikel 4:21

1. Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.
2. Deze titel is niet van toepassing op aanspraken of verplichtingen die voortvloeien uit een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de heffing van een premie dan wel een premievervangende belasting ingevolge de Wet financiering sociale verzekeringen of de Ziekenfondswet.
3. Deze titel is niet van toepassing op de aanspraak op financiële middelen die wordt verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.

4. Deze titel is van overeenkomstige toepassing op de bekostiging van het onderwijs en onderzoek. Artikel 4:22
Onder subsidieplafond wordt verstaan: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift. Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 15
Artikel 4:23

1. Een bestuursorgaan verstrekt slechts subsidie op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt.
2. Indien een zodanig wettelijk voorschrift is opgenomen in een niet op een wet berustende algemene maatregel van bestuur, vervalt dat voorschrift vier jaren nadat het in werking is getreden, tenzij voordat tijdstip een voorstel van wet bij de Staten-Generaal is ingediend waarin de subsidie wordt geregeld.

3. Het eerste lid is niet van toepassing:
a. In afwachting van de totstandkoming van een wettelijk voorschrift gedurende ten hoogste een jaar of totdat een binnen dat jaar bij de Staten-Generaal ingediend wetsvoorstel is verworpen of tot wet is verheven en in werking is getreden;
b. Indien de subsidie rechtstreeks op grond van een door de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Commissie van de Europese Gemeenschappen vastgesteld programma wordt verstrekt;
c. Indien de begroting de subsidieontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, vermeldt, of
d. In incidentele gevallen, mits de subsidie voor ten hoogste vier jaren wordt verstrekt.
4. Het bestuursorgaan publiceert jaarlijks een verslag van de verstrekking van subsidies met toepassing van het derde lid, onderdelen a en d.
Artikel 4:24
Indien een subsidie op een wettelijk voorschrift berust, wordt ten minste eenmaal in de vijf jaren een verslag gepubliceerd over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.
Artikel 4:25

1. Een subsidieplafond kan slechts bij of krachtens wettelijk voorschrift worden vastgesteld.
2. Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

3. Indien niet tijdig dan wel in bezwaar of beroep of ter uitvoering van een rechterlijke uitspraak omtrent verstrekking wordt beslist, geldt de verplichting van het tweede lid slechts voor zover zij ook gold op het tijdstip, waarop de beslissing in eerste aanleg werd genomen of had moeten worden genomen.
Artikel 4:26

1. Bij of krachtens wettelijk voorschrift wordt bepaald hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.
2. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt de wijze van verdeling vermeld. Artikel 4:27

1. Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld.

2. Indien het subsidieplafond of een verlaging daarvan later wordt bekendgemaakt, heeft deze bekendmaking geen gevolgen voor voordien ingediende aanvragen. Artikel 4:28
Artikel 4:27, tweede lid, is niet van toepassing, indien: a. De aanvragen voor het tijdvak waarvoor het subsidieplafond is vastgesteld ingevolge wettelijk voorschrift moeten worden ingediend op een tijdstip waarop de begroting nog niet is vastgesteld of goedgekeurd;
b. Het een verlaging betreft die voortvloeit uit de vaststelling of goedkeuring van de begroting en c. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond is gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor al ingediende aanvragen.
Artikel 4:29
Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald kan voorafgaand aan een subsidievaststelling een beschikking omtrent subsidieverlening worden gegeven, indien een aanvraag daartoe is ingediend voor de afloop van de activiteit of het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd. Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 16
Artikel 4:30

1. De beschikking tot subsidieverlening bevat een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend.

2. De omschrijving kan later worden uitgewerkt, voor zover de beschikking tot subsidieverlening dit vermeldt.
Artikel 4:31

1. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

2. Indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag van de subsidie niet vermeldt, vermeldt zij het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.
Artikel 4:32
Een subsidie in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen wordt verleend voor een bepaald tijdvak, dat in de beschikking tot subsidieverlening wordt vermeld. Artikel 4:33
Een subsidie kan niet worden verleend onder de voorwaarde dat uitsluitend het bestuursorgaan of uitsluitend de subsidieontvanger een bepaalde handeling verricht, tenzij het betreft de voorwaarde dat: a. De subsidieontvanger medewerkt aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening, of
b. De subsidieontvanger aantoont dat een gebeurtenis, niet zijnde een handeling van het bestuursorgaan of van de subsidieontvanger, heeft plaatsgevonden. Artikel 4:34

1. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan zij worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

2. De voorwaarde kan niet worden gesteld, voor zover dat voortvloeit uit het wettelijk voorschrift waarop de subsidie berust.

3. De voorwaarde vervalt, indien het bestuursorgaan daarop niet binnen vier weken na de vaststelling of goedkeuring van de begroting een beroep heeft gedaan.
4. Het beroep op de voorwaarde geschiedt bij een subsidie voor een activiteit die door het bestuursorgaan ook in het voorafgaande begrotingsjaar werd gesubsidieerd door een intrekking wegens veranderde omstandigheden overeenkomstig artikel 4:50.
5. In andere gevallen geschiedt het beroep op de voorwaarde door een intrekking overeenkomstig artikel 4:48, eerste lid.
Artikel 4:35

1 De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
a. De activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden; b. De aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; c. De aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
2. De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager: a. In het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid of
b. failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 17
Artikel 4:36

1. Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een overeenkomst worden gesloten.
2. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de subsidie zich daartegen verzet, kan in de overeenkomst worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteiten te verrichten waarvoor de subsidie is verleend.
Artikel 4:37

1. Het bestuursorgaan kan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot: a. Aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend; b. De administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten; c. Het vóór de subsidievaststelling verstrekken van gegevens en bescheiden die nodig zijn voor een beslissing omtrent de subsidie;
d. De te verzekeren risico's;
e. Het stellen van zekerheid voor verleende voorschotten; f. Het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;
g. Het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden; h. Het uitoefenen van controle door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op het door het bestuursorgaan gevoerde financiële beheer en de financiële verantwoording daarover.

2. Indien een verplichting als bedoeld in het eerste lid onderdeel c wordt opgelegd, zijn de artikelen
4:3 en 4:4 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4:38

1. Het bestuursorgaan kan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

2. Indien de subsidie op een wettelijk voorschrift berust, worden de verplichtingen opgelegd bij wettelijk voorschrift of krachtens wettelijk voorschrift bij de subsidieverlening.
3. Indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, kunnen de verplichtingen worden opgelegd bij de subsidieverlening
Artikel 4:39

1. Verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie kunnen slechts aan de subsidie worden verbonden voor zover dit bij wettelijk voorschrift is bepaald.
2. Verplichtingen als bedoeld in het eerste lid kunnen slechts betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht. Artikel 4:40
De verplichtingen kunnen na de subsidieverlening worden uitgewerkt, voor zover de beschikking tot subsidieverlening dit vermeldt.
Artikel 4:41

1. In de gevallen, genoemd in het tweede lid, is de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor een vergoeding verschuldigd aan het bestuursorgaan, mits:
a. Dit bij wettelijk voorschrift of, indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, bij de subsidieverlening is bepaald en
b. Daarbij is aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.
2. De vergoeding is slechts verschuldigd indien: a. De subsidieontvanger voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt; b. De subsidieontvanger een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen; c. De gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd; d. De subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beeindigd of
e. De rechtspersoon die de subsidie ontving wordt ontbonden. Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 18

3. De vergoeding wordt vastgesteld binnen een jaar nadat het bestuursorgaan op de hoogte is gekomen of kon zijn van de gebeurtenis die het recht op vergoeding deed ontstaan, doch in ieder geval binnen vijf jaren na de bekendmaking van de laatste beschikking tot subsidievaststelling. Artikel 4:42
De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag overeenkomstig afdeling 4.2.7. Artikel 4:43

1. Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststelling een aanduiding van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt.
2. De artikelen 4:32, 4:35, tweede lid, 4:38 en 4:39 zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 4:44

1. Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, dient de subsidieontvanger na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, tenzij:
a. De subsidie met toepassing van artikel 4:47, onderdeel a ambtshalve wordt vastgesteld; b. Bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald dat de aanvraag wordt ingediend telkens na afloop van een gedeelte van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend, of
c. De vaststelling van de subsidie bij een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36, eerste lid, anders is geregeld.

2. Indien bij wettelijk voorschrift geen termijn is bepaald, wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend binnen een bij de subsidieverlening te bepalen termijn.
3. Indien voor de indiening van de aanvraag tot vaststelling geen termijn is bepaald of de aanvraag na afloop van de daarvoor bepaalde termijn niet is ingediend kan het bestuursorgaan de subsidieontvanger een termijn stellen binnen welke de aanvraag moet zijn ingediend.
4. Indien na afloop van deze termijn geen aanvraag is ingediend, kan de subsidie ambtshalve worden vastgesteld.
Artikel 4:45

1. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de aanvrager aan dat de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen, tenzij de subsidie voor de aanvang van de activiteiten wordt vastgesteld.
2. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de aanvrager rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn
Artikel 4:46

1. Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stelt het bestuursorgaan de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.

2. De subsidie kan lager worden vastgesteld indien: a. De activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden; b. De subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; c. De subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid of
d. De subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

3. Voor zover het bedrag van de subsidie afhankelijk is van de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, worden kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd bij de vaststelling van de subsidie niet in aanmerking genomen Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 19
Artikel 4:47
Het bestuursorgaan kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen, indien: a. Bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening een termijn is bepaald binnen welke de subsidie ambtshalve wordt vastgesteld;
b. Toepassing wordt gegeven aan artikel 4:44, vierde lid of c. De beschikking tot subsidieverlening of de beschikking tot subsidievaststelling wordt ingetrokken of ten nadele van de ontvanger wordt gewijzigd.
Artikel 4:48

1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het bestuursorgaan de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, indien: a. De activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;
b. De subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; c. De subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;
d. De subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten of
e. Met toepassing van artikel 4:34, vijfde lid, een beroep wordt gedaan op de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
Artikel 4:49

1. Het bestuursorgaan kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen: a. Op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;
b. Indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten of
c. Indien de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
3. De subsidievaststelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sinds de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel, in het geval, bedoeld in het eerste lid onderdeel c sinds de dag waarop de handeling in strijd met de verplichting is verricht of de dag waarop aan de verplichting had moeten zijn voldaan. Artikel 4:50

1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het bestuursorgaan de subsidieverlening met inachtneming van een redelijke termijn intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen: a. Voor zover de subsidieverlening onjuist is;
b. Voor zover veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten of c. In andere bij wettelijk voorschrift geregelde gevallen.
2. Bij intrekking of wijziging op grond van het eerste lid onderdeel a of b vergoedt het bestuursorgaan de schade die de subsidieontvanger lijdt doordat hij in vertrouwen op de subsidie anders heeft gehandeld dan hij zonder subsidie zou hebben gedaan. Algemene subsidieverordening gemeente Pekela 2008
pag. 20
Artikel 4:51

1. Indien aan een subsidieontvanger voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten, geschiedt gehele of gedeeltelijke weigering van de subsidie voor een daarop aansluitend tijdvak op de grond, dat veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten, slechts met inachtneming van een redelijke termijn.
2. Voor zover aan het einde van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend sinds de bekendmaking van het voornemen tot weigering voor een daarop aansluitend tijdvak nog geen redelijke termijn is verstreken, wordt de subsidie voor het resterende deel van die termijn verleend, zo nodig in afwijking van artikel 4:25, tweede lid.
Artikel 4:52

1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

2. Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaald, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

3. Indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, kan bij de subsidieverlening, of, indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bij de subsidievaststelling, een andere termijn worden bepaald waarbinnen het subsidiebedrag wordt betaald. Artikel 4:53

1. Het subsidiebedrag kan in gedeelten worden betaald, mits bij wettelijk voorschrift is bepaald hoe de gedeelten worden berekend en op welke tijdstippen zij worden betaald.
2. Indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, kan het subsidiebedrag in gedeelten worden betaald, mits bij de subsidieverlening, of indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bij de subsidievaststelling, is bepaald hoe de gedeelten worden berekend en op welke tijdstippen zij worden betaald.
Artikel 4:54

1. Het bestuursorgaan kan de subsidieontvanger voorschotten verlenen, voor zover dit bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald.
2. De beschikking tot voorschotverlening vermeldt het bedrag van het voorschot dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.
Artikel 4:56
De verplichting tot betaling van een subsidiebedrag of een voorschot wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het bestuursorgaan aan de subsidieontvanger schriftelijk kennis geeft van het ernstige vermoeden dat er grond bestaat om toepassing te geven aan artikel 4:48 of 4:49, tot en met de dag waarop de beschikking omtrent de intrekking of wijziging is bekendgemaakt of de dag waarop sinds de kennisgeving van het ernstige vermoeden dertien weken zijn verstreken. Artikel 4:57
Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld dan wel de handeling als bedoeld in artikel 4:49, eerste lid onderdeel c heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken. Artikel 4:62
Het activiteitenplan behelst een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en vermeldt per activiteit de daarvoor benodigde personele en materiële middelen.