Gepubliceerd op 24 december 2008
Hoe meer macht, hoe minder medeleven
Machtige mensen kunnen zich niet goed inleven in de emoties van anderen
Gepubliceerd op 24 december 2008
Gerben van Kleef: 'Als je je niet inleeft in de emoties van anderen,
kan dat zowel in je voordeel als in je nadeel werken'
Machtige mensen kunnen zich minder goed inleven in de emoties van
anderen dan mensen zonder veel macht. Dat blijkt uit een onderzoek dat
psycholoog Gerben van Kleef (Universiteit van Amsterdam) uitvoerde
samen met een aantal collega's van de University of California in
Berkeley.
Van machtige mensen was al bekend dat ze minder aandacht besteden aan
hun omgeving en dat ze emoties in onderhandelingen gemakkelijker naast
zich neerleggen. Maar dat ze ook zelf emotioneel gezien anders
reageren op de emoties van anderen, is nieuw.
Van Kleef en zijn collega's onderzochten zowel de mate van emotionele
reciprociteit (de mate waarin iemand ook verdriet voelt bij het
luisteren naar een verdrietig persoon) als de emotionele
complementariteit (de mate waarin iemand medeleven toont). Op beide
vlakken scoren machtige mensen significant lager dan mensen zonder
macht, zo blijkt uit het onderzoek.
Gevoel van macht
In totaal werden 118 proefpersonen onderzocht; zij waren allemaal
éénmaal luisteraar en éénmaal verteller. De mate van macht werd niet
geënsceneerd, maar vastgesteld aan de hand van een vragenlijst. Deze
in Berkeley ontwikkelde vragenlijst vraagt mensen naar hun gevoel van
macht. De antwoorden correleren met de daadwerkelijke sociale en
sociaal-economische status van de respondent. De vragenlijst is
daarmee een betrouwbaar instrument om iemands power level te meten.
Lagere hartslag
Een opvallende uitkomst in het onderzoek is de gemeten waarde van de
respiratory sinus arrhythmia (RSA)-activiteit, een index van de
hartregulatie via de nervus vagus, een hersenzenuw die ook wel
zwervende zenuw wordt genoemd. Hoe hoger de RSA, hoe lager de hartslag
en hoe rustiger iemand wordt. Machtige proefpersonen bleken bij het
aanhoren van een verdrietig verhaal een hogere RSA-activiteit te
vertonen, waardoor hun emotionele respons op hun gesprekspartner
aanzienlijk afnam.
Niet willen of niet kunnen?
Willen machtige mensen nu geen compassie tonen, of kunnen ze het
eenvoudigweg niet? Van Kleef: `Dat is een beetje dubbel. Aan de ene
kant hebben ze een hogere RSA die erop wijst dat er een autonome
regulatie van de hartslag plaatsvindt die maakt dat ze zich
daadwerkelijk minder goed kunnen inleven. Aan de andere kant geven
machtige mensen aan dat het hun aan de motivatie ontbreekt om zich te
verdiepen in anderen. Ze hebben geen tijd voor `irrelevante' stimuli
zoals de emoties van anderen en sluiten die daarom buiten.'
'Meehuilen' niet altijd gewenst
Volgens Van Kleef kan dat zowel in hun voordeel als in hun nadeel
werken. `Mensen die een bedrijf of een afdeling moeten leiden, kunnen
niet altijd `meehuilen' met hun personeel; een leidinggevende moet
immers de grote lijnen bewaken en de organisatie sturen. Maar
tegelijkertijd maak je je als baas niet populair door geen oog te
hebben voor de relevante emoties van je medewerkers. Als je niet
luistert, loop je het risico dat je medewerkers minder gemotiveerd
raken.' De tip van Van Kleef voor managers luidt dan ook: `Zie het
belang in van je daadwerkelijk inleven in je medewerkers. Als de
motivatie er is om te luisteren, hef je daarmee de blokkade op en kun
je je openstellen.' Niet-machtige mensen moeten zich op hun beurt
volgens Van Kleef beter realiseren dat hun klachten en emoties lang
niet altijd zullen doordringen tot hun baas.
Van Kleef, G. A., Oveis, C., Van der Löwe, I., LuoKogan, A., Goetz,
J., & Keltner, D. (2008). Power, distress, and compassion: Turning a
blind eye to the suffering of others. Psychological Science, 19,
1315-1322
Auteur(s)
Bron: FMG Communicatie
Universiteit van Amsterdam