Ministerie van Buitenlandse Zaken
Kamerbrief inzake resultaten Derde Commissie van de 63ste AVVN
06-01-2009
Graag bericht ik u over de behaalde resultaten tijdens de 63e zitting van de
Derde Commissie (sociale, culturele en humanitaire aangelegenheden) van de
Algemene Vergadering van de VN die plaatsvond van 6 oktober tot en met 26
november jl. in New York.
Nederland kan terugkijken op een succesvolle zitting van de Derde Commissie,
onder alom gewaardeerd voorzitterschap van de Permanente Vertegenwoordiger van
Nederland bij de VN. Op een aantal prioritaire onderwerpen dat in de
Mensenrechtenstrategie en het EU priorities paper aan bod komt, zijn
resoluties aangenomen. Ondanks de soms moeizame onderhandelingen, zijn alle
initiatieven van Nederland en de EU geslaagd. Er zijn drie resoluties aangenomen
die specifiek ingaan op mensenrechtenschendingen in landen: Birma/Myanmar,
Noord-Korea en Iran. Hieronder wordt nader ingegaan op deze landenresoluties,
alsmede op de thematische resoluties over geweld tegen vrouwen, vrijheid van
godsdienst en levensovertuiging, doodstraf en rechten van het kind. Nederland
heeft zich samen met het Franse EU voorzitterschap en landen als Brazilie,
Argentinie en Gabon ingezet voor een verklaring in de Algemene Vergadering over
Mensenrechten, sexuele geaardheid en gender identiteit. De verklaring werd
uiteindelijk door 66 VN lidstaten ondertekend op 18 december.
Tot slot worden enkele zorgpunten opgemerkt.
Een belangrijk succes is de aanname met consensus van de Nederlands/Belgische
resolutie over geweld tegen vrouwen. De inhoudelijk sterke resolutie bevat, in
de VN-context, veel nieuwe verwijzingen naar concrete maatregelen om
straffeloosheid en een cultuur van tolerantie voor geweld tegen vrouwen op
nationaal niveau tegen te gaan. Maar liefst 112 landen uit alle delen van de
wereld hebben de resolutie mede ingediend.
De actieve inzet van Nederland leidde tevens tot het zonder stemming aannemen
van een resolutie over de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. De
resolutie, die oorspronkelijk door Nederland is opgesteld, bevat voor het eerst
een algemene referentie aan de toegang tot de publieke sector, zonder
discriminatie op basis van geloof of levensovertuiging, en een verwijzing naar
het recht om te weigeren informatie kenbaar te maken over de eigen godsdienst of
levensovertuiging. Tevens is voor het eerst opgenomen dat wettelijke beperkingen
met betrekking tot godsdienstvrijheid non-discriminatoir moeten zijn.
Nederland speelde, in nauwe samenwerking met Frankrijk, als lid en initiator
van een crossregionale kerngroep een voortrekkersrol met betrekking tot de
verklaring over 'Mensenrechten, sexuele geaardheid en gender identiteit.' Samen
met het Franse EU-voorzitterschap en de rest van de kerngroep is een intensieve
lobby gevoerd om zoveel mogelijk VN-lidstaten te bewegen de verklaring te
ondertekenen. Uiteindelijk leidden deze inspanningen tot het bijeenbrengen van
66 ondertekenaars van een inhoudelijk sterke verklaring, waarin staten worden
opgeroepen om strafbaarstelling van homoseksualiteit af te schaffen en een einde
te maken aan discriminatie op grond van seksuele geaardheid en gender
identiteit. De verklaring werd op 18 december opgelezen door Argentinië, als lid
van de kerngroep, in de Algemene Vergadering. Op dezelfde dag organiseerde ik
een succesvol verlopen speciaal evenement over dit in VN-verband nog altijd
controversiële thema. Ik heb benadrukt dat Nederland, in samenwerking met
gelijkgezinden uit alle regio's, dit thema op de agenda van de VN zal blijven
zetten, omdat er geen enkele grond bestaat voor vervolging of discriminatie
vanwege iemands seksuele geaardheid (zie bijlage).
De mede door de EU ingediende resolutie over een moratorium op de doodstraf
is na intensieve onderhandelingen aangenomen met 105 voorstemmen, 48
tegenstemmen en 31 onthoudingen. Dit is een nog beter resultaat dan vorig jaar,
waardoor de oproep tot een wereldwijd moratorium nu stevig in de VN verankerd
is. Dit succes is te danken aan een gecoördineerde lobby, waar Nederland actief
aan heeft bijgedragen. Vergeleken met vorig jaar stemden zes landen meer vóór.
De Derde Commissie zal dit gevoelige onderwerp in 2010 opnieuw behandelen. In de
tussentijd zal Nederland in EU-verband de lobby voor het moratorium, met als
doel wereldwijde afschaffing van de doodstraf, voortzetten.
Nederland heeft zich voorts actief ingezet voor een goed resultaat in de
onderhandelingen over een alomvattende resolutie over de rechten van het kind.
De resolutie bevat goede verwijzingen naar seksueel geweld in conflict en de
positie van minderjarigen in het rechtssysteem. Op Nederlands initiatief
besteedt de resolutie dit jaar met name aandacht aan kinderarbeid. Zo roept de
resolutie op tot tijdsgebonden plannen ter implementatie van onder meer de ILO
conventies op het gebied van kinderarbeid. Extra aandacht wordt gevraagd voor de
ergste vormen van kinderarbeid. In een nationale verklaring heeft Nederland
bovendien het belang benadrukt van het tegengaan van kinderarbeid en het
betrekken van handelsmaatregelen daarbij.
Een belangrijk resultaat was de aanname met consensus van het Facultatieve
Protocol bij het Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. Het
protocol regelt een individueel klachtrecht over de ESC-rechten. Nederland heeft
ingestemd met het Protocol, omdat daarmee de gelijkwaardigheid van de
economische, sociale en culturele rechten aan de politieke en burgerrechten tot
uitdrukking komt.
Nederland blijft veel belang hechten aan het bespreken in VN-verband van
mensenrechtenschendingen in individuele landen. Ook dit jaar zijn drie
resoluties aangenomen over de bijzonder slechte mensenrechtensituatie in
Birma/Myanmar, Noord-Korea en Iran. Dankzij een intensieve lobby door een
kerngroep bestaande uit de VS, Canada en een aantal EU landen, waaronder
Nederland, werd een zogenoemde no action motie over de Iran-resolutie
verslagen met 10 stemmen meer dan vorig jaar. Ook de door Birma/Myanmar
ingediende no action motie werd met twee tegenstemmen meer dan vorig
jaar verworpen. Voor Noord-Korea was geen no action motie ingediend.
Naast deze landenresoluties is door het EU voorzitterschap namens de Unie zorg
uitgesproken over de mensenrechtensituatie in onder andere Zimbabwe, Eritrea en
Belarus.
Er waren echter ook enkele zorgelijke ontwikkelingen. Eén daarvan betrof de
pogingen van met name Egypte en Syrië, om in meerdere resoluties een verwijzing
op te nemen naar 'foreign occupation'. Nederland heeft zich consequent verzet
tegen dergelijke eenzijdige verwijzingen naar het conflict tussen Israël en de
Palestijnen, die vaak de context van de resoluties te buiten gingen. Eveneens
teleurstellend was de uitkomst van de resolutie over racisme. Ondanks de vele
onderhandelingsrondes, was de uiteindelijke tekst op cruciale punten
onbevredigend. Met name vanwege de zwakke tekst over de vrijheid van
meningsuiting en selectieve verwijzingen naar de 'Durban Conference Review',
waar Nederland uiterst kritisch tegenover staat, heeft Nederland samen met een
aantal andere EU-lidstaten tegen deze resolutie gestemd. Hoewel de EU-eenheid op
deze resolutie niet behouden kon worden, heeft het EU-voorzitterschap een
stemverklaring uitgesproken waarin ingegaan werd op de kritiekpunten en de
betrokkenheid van EU bij racismebestrijding nogmaals werd onderstreept.
Tenslotte leidden enkele institutionele kwesties tot veel controverse. Een
door Cuba en Mauritius ingediende resolutie waarin een aantal aanbevelingen van
de Mensenrechtenraad integraal bekrachtigd werd, stelde de EU en andere
delegaties voor een lastig dilemma. Onder de aanbevelingen bevonden zich
elementen die eerder door de EU waren afgewezen in Genève, maar ook
aanbevelingen die de EU wel kon ondersteunen. Uiteindelijk hebben de
EU-lidstaten zich onthouden van stemming, doordat de 'bekrachtiging' van de
aanbevelingen vervangen werd door 'erkenning'. Vrijwel alle delegaties achtten
het samenbrengen van de verschillende aanbevelingen van de MRR in één resolutie
zeer onwenselijk. Het is nog onduidelijk hoe in de toekomst de aanbevelingen van
de MRR zullen worden opgevolgd door de AVVN. Nederland zal aandringen op nadere
gedachtevorming hierover binnen de EU. De Derde Commissie endosseerde wel het
werkprogramma van de Hoge Commissaris van de Rechten van de Mens.
Over het geheel genomen zijn de resultaten die in de Derde Commissie werden
geboekt positief. Dit geldt niet alleen voor de thematische resoluties, maar ook
voor resoluties die ingaan op concrete landensituaties. Door een pro-actieve
opstelling ook op gevoelige thema's hebben Nedeederland en de EU als geheel
bewezen dat een significant stempel kan worden gedrukt op de ontwikkeling van
het mensenrechten-acquis binnen de VN. Het Nederlandse voorzitterschap heeft
daaraan een bijdrage geleverd. Vanuit alle regio's was er veel waardering voor
de transparante en efficiënte wijze waarop Nederland de zitting heeft geleid.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Ministerie van Buitenlandse Zaken